Les 02 - Citeren, parafraseren en schrijfdoelen

Citeren, parafraseren en schrijfdoelen
Leesvaardigheid in havo 4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Citeren, parafraseren en schrijfdoelen
Leesvaardigheid in havo 4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat er van je wordt verwacht als je moet citeren; 
- wat er van je wordt verwacht als je moet parafraseren; 
- met welke bedoelingen een auteur een tekst kan schrijven.  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat zijn de voorkeursplaatsen
in een alinea waar we de
kernzinnen vaak vinden?

Slide 4 - Woordweb

Wat is de kernzin uit deze alinea?
De regionale bestuurders vinden dat het locatiespecifieke alternatief geen substantiële verbetering oplevert van de bereikbaarheid van de regio. Dit is strijdig met de ambitie die rijk en regio samen hebben om de internationale concurrentiekracht van Nederland en in het bijzonder de Noordvleugel te versterken. Daarom wijzen de regionale bestuurders van het Platform Bereikbaarheid Noordvleugel dit mogelijke nieuwe alternatief als oplossing voor de A6/A9 af.

Slide 5 - Tekstslide

En uit deze?
Dit alternatief, het locatiespecifieke alternatief genoemd, gaat uit van invoering van rekeningrijden en het beperkt uitbreiden van capaciteit. Bij het rijk wordt er serieus naar gekeken. In dit alternatief wordt het autoverkeer flink beprijsd. Er komt een kilometerheffing en congestieheffing op locaties waar files vaak optreden. Daarnaast worden de ernstigste knelpunten opgelost. Dit houdt in dat de capaciteit van de A6, de A1 en de A10-oost worden uitgebreid.

Slide 6 - Tekstslide

En hier?
Wat vindt de consument eigenlijk van de nieuwe regelgeving? Uit onderzoek blijkt dat hij vooral nadelen ziet. Dat heeft vooral te maken met het gevoel dat op termijn de maker beter beschermd wordt dan de gebruiker. De afgelopen decennia was het beleid vooral gericht op de bescherming van de consument. Veel mensen beschouwen de nieuwe regelgeving daarom als een trendbreuk. De tijd wordt in hun ogen 30 jaar teruggezet.

Slide 7 - Tekstslide

Citeren
Als jou gevraagd wordt een zin te citeren, dan is het de bedoeling dat je die zin overneemt. Hierbij hoef je de zin niet helemaal uit te schrijven. 

Bij citeren volstaat het om de eerste en de laatste twee woorden van de zin te noteren. Deze zet je tussen aanhalingstekens en je zet er drie puntjes tussen. Vervolgens noteer je tussen haakjes de regelnummers van het citaat. 

Let op! Als gevraagd wordt om een zinsgedeelte te noteren, citeer dan alleen het gedeelte van de zin waarin het antwoord te vinden is. 

Slide 8 - Tekstslide

Parafraseren
Als jou gevraagd wordt om te parafraseren, dan is het de bedoeling dat je het antwoord in je eigen woorden geeft. 

Hierbij mag je belangrijke begrippen, maar geen letterlijke zinnen uit de tekst overnemen. 

Bij dit soort vragen staat vaak een maximum aantal woorden aangegeven. Zorg ervoor dat je hierbinnen blijft! Schrijf je antwoord eerst in het klad, zodat je het eventueel in kunt korten. 

Slide 9 - Tekstslide

Welke drie belangrijkste tekstsoorten onderscheiden we ook alweer?

Slide 10 - Woordweb

En met welke doelen kan
een schrijver een tekst schrijven?

Slide 11 - Woordweb

Aan het werk
Neem nu pagina 5 van je reader voor je en schrijf op wat je nog weet van de verschillende tekstsoorten. 

Lees daarna de titel, de inleiding en het slot van de tekst 'De misdaadparadox' en doe voorspellingen over de tekstsoort, de hoofdgedachte en bijbehorende kenrmerken. Vergeet niet dat lezen een actief proces is; dus houd je pen in je hand!

Slide 12 - Tekstslide

Even checken...
Waar vinden we de kernzin meestal?

Slide 13 - Woordweb

Even checken...
Wat is het verschil tussen
citeren en parafraseren?

Slide 14 - Woordweb