Als je klas binnenkomt, ga je op je rustig eigen plek zitten.
Wil je iets vragen? Steek je vinger op.
Docent of student aan het woord, dan is de rest altijd stil.
Tijdens de uitleg ben je stil.
Normaal en net taalgebruik.
Je reageert niet continu op elkaar als een ander iets zegt.
Van elkaar afblijven. Geen mobieltjes (of het moet bij de opdracht horen).
Je neemt een pen mee naar de les.