Oefentoets klas II

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Week 43: voorbereidingen toets

Welk begrip past bij de volgende omschrijving? =

Plaatsvervang(st)er van een vorst.

1. Stadhouder
2. Landvoogd(es)
3. Regent
4. Soeverein leider

Welk begrip past bij de volgende omschrijving? =

Stroming die vanaf omstreeks 1500 klassieke teksten bestudeerd en de mens centraal zet.

1. Renaissance
2. Protestantisme
3. Humanisme
4. Calvinisme

Christen die zich baseert op de ideeën van de Hervorming.

1. Christen
2. Calvinist
3. Katholiek
4. Protestant

Schreef Lof der Zotheid

Begon Reformatie

Heilige Roomse rijk

Terreur in de Nederlanden

Leider van de Opstand

Koning Spanje en Nederland

Middeleeuwen

Renaissance

1. Carpe Diem

2. Het leven na de dood is belangrijker

3. Memento mori

4. Humanisten

5. Een sober leven lijden

6. Ambachtslieden

7. Kunstenaars

8. Genieten van het leven

9. Ondernemers

Waarin verschilden Maarten Luther en Erasmus van elkaar?

Waarom kozen Duitse vorsten de kant van Maarten Luther?

Karel V wil overal in zijn rijk dezelfde wetten laten gelden. Wat betekent dit voor de Nederlanden?

Heeft de terreur van Alva het gewenst effect?

1. Ja
2. Nee

Geef een verklaring waarom de terreur van Spanje dit keer niet het gewenst effect heeft?

Met het uitroepen van de Unie van Utrecht is Nederland een onafhankelijke staat geworden.

1. Ja
2. Nee

Protestantisme

De NL opstand

Kettervervolging

Hervorming / reformatie

Paus

Karel V

Luther

Protestantisme

Katholicisme

95 stellingen

Uit welke twee groepen kon je als stad kiezen tijdens de Nederlandse Opstand? Geef kenmerken per groep.

Waarom werd Nederland uiteindelijk een Republiek?

Schrijf het eerste couplet op van het Wilhelmus.

Het smeekschrift der edelen zorgde uiteindelijk voor meer protestantisme.

1. Juist
2. Onjuist