1.2 Politieke stromingen (2b)

Paragraaf 2: Politieke stromingen
Staatsinrichting van Nederland
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2: Politieke stromingen
Staatsinrichting van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Antwoord
C

Slide 2 - Tekstslide

Antwoord
  • Bij Thorbecke hoort 1 (= De belangrijkste liberale politicus van de 19e eeuw) 1  punt
  • Bij Kuyper hoort 5 (= Een protestantse leider met veel nieuwe ideeën) 1 punt

Slide 3 - Tekstslide

Antwoord
C

Slide 4 - Tekstslide

Tekst
socialisme
katholieken
liberalen
protestantse

Slide 5 - Sleepvraag

Tekst
socialisme
katholieken
liberalen
protestantse

Slide 6 - Sleepvraag

Tekst
socialisme
katholieken
liberalen
protestantse
timer
0:10

Slide 7 - Sleepvraag

Tekst
socialisme
katholieken
liberalen
protestantse
Vrijheid

Slide 8 - Sleepvraag

Socialisten
Protestanten
Katholieken
Liberalen

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

§1.2
Politieke stromingen
A
Een liberaal parlement
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
B
Sociale kwestie en schoolstrijd
Leerdoel:
Je kan beschrijven dat aanhangers van de verschillende politieke stromingen niet hetzelfde dachten over bijzonder onderwijs en de sociale kwestie
Begrippen:
industriële revolutie
verstedelijking
sociale kwestie
C
Stromingen organiseren zich
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe politieke stromingen zich onderling steeds meer gingen onderscheiden.
Begrippen:
emancipatie
verzuiling
 
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
 
sociale wetten
schoolstrijd

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement
 
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Hogere burgerij. Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien 
met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Arbeiders. Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen met wetten en regels.
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken
De protestanten werden ook wel de kleine luyden genoemd

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen industriële revolutie:
  • Verstedelijking
  • De sociale kwestie
Leerdoel:
Je kan beschrijven dat aanhangers van de verschillende politieke stromingen niet hetzelfde dachten over bijzonder onderwijs en de sociale kwestie
Begrippen:
industriële revolutie
verstedelijking
sociale kwestie
§1.2
Politieke stromingen
B
DeBoze burgers
Sociale kwestie en schoolstrijd
 
sociale wetten
schoolstrijd

Slide 13 - Tekstslide

Verstedelijking:
  • Veel arme mensen trokken naar de fabriek voor werk
  • Gevolg: ontstaan steden. Dit noem je verstedelijking

§1.2
Politieke stromingen
B
DeBoze burgers
Sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 14 - Tekstslide

De verslechtering van leef- en werkomstandigheden werd de sociale kwestie genoemd:
  • Lage lonen
  • Massale werkloosheid
  • Vrouwen- en kinderarbeid
  • Slechte woonomstandigheden
  • Slechte werkomstandigheden


§1.2
Politieke stromingen
B
DeBoze burgers
Sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 15 - Tekstslide

Er waren nog weinig wetten om arme arbeiders te helpen. Dit soort wetten noem je sociale wetten.

De enige wet die er was:
  • armenwet. 


§1.2
Politieke stromingen
B
DeBoze burgers
Sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 16 - Tekstslide

Er waren nog weinig wetten om arme arbeiders te helpen. Dit soort wetten noem je sociale wetten.

De enige wet die er was:
  • armenwet. 

Socialisten: Maak meer sociale wetten om armen te helpen.
Liberalen: Tegenstander van dit soort wetten. Regering moet zich niet bemoeien met burgers. 
Confessionelen: God had rijk en arm bepaald. Wetten waren dus niet nodig.


§1.2
Politieke stromingen
B
DeBoze burgers
Sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 17 - Tekstslide

Een belangrijk conflict tussen liberalen, socialisten en confessionelen ging over het onderwijs.
  • In Nederland was Openbaar onderwijs en Bijzonder onderwijs (protestants of katholiek onderwijs).
  • De overheid betaalde alleen het neutrale Openbaar onderwijs. Confessionelen vonden dat Bijzonder onderwijs ook betaald moest worden door de overheid. De liberalen waren hier tegen.
  • Deze politieke ruzie wordt de schoolstrijd genoemd


§1.2
Politieke stromingen
B
DeBoze burgers
Sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat: 1) Maken vraag 7 t/m 10 op blz. 19 
          2) herhalen werkblad paragraaf 1
          3) oefenen met een examen
          4) ..............
Hoe: je mag samenwerken of alleen

Tijd: 20 minuten

Klaar: nakijken -> werken aan een ander vak/
            samenvatten
timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide