Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H6 Herhaling
H6 Iedereen betaalt belasting
§ 6.1 Je inkomen wordt belast.
§ 6.2 Hoeveel belasting betaal je?
§ 6.3 Eerlijk zullen we alles delen?
§ 6.4 Iedereen betaalt mee.
Herhaling
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H6 Iedereen betaalt belasting
§ 6.1 Je inkomen wordt belast.
§ 6.2 Hoeveel belasting betaal je?
§ 6.3 Eerlijk zullen we alles delen?
§ 6.4 Iedereen betaalt mee.
Herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Belasting betalen ... in 3 boxen
Box 1
:
belastbaar inkomen uit werk en eigen woning
(§ 6.1 + § 6.2)
Box 2
:
inkomen uit aanmerkelijk belang
, bijv. > 5% aandelen
Box 3
:
inkomen uit vermogen, bijv. spaargeld en beleggingen
(§ 6.2)
Slide 2 - Tekstslide
inkomen uit werk
+ bijtellingen
- aftrekposten
--------------------------
belastbaar inkomen
eigenwoningforfait
auto van de zaak
b
hypotheek
rente
giften goede doelen
reiskosten woon-werkverkeer
a
Het belastbaar inkomen wil je
zo laag mogelijk
hebben!!!
(brutoloon of nettowinst eigen onderneming)
Slide 3 - Tekstslide
Progressief belastingtarief:
het belasting
percentage
wordt hoger naarmate het belastbaar inkomen toeneemt.
Slide 4 - Tekstslide
Box 3:
Vermogen = spaargeld + beleggingen - schulden
(m.u.v. hypotheek)
Vermogen
Heffingsvrij vermogen
(= ong. € 57.000 per persoon)
- ------------------------------
Belastbaar vermogen
De belasting die je in box 3 betaalt over het belastbaar vermogen =
vermogensrendementsheffing
Slide 5 - Tekstslide
Eindschema
Belasting box 1
Belasting box 3
----------------------------------------- +
Totale belasting
Heffingskortingen
-----------------------------------------
-
Verschuldigde inkomstenbelasting
Let op!
heffingskortingen zijn wat anders dan aftrekposten (zie ook § 6.1)
Slide 6 - Tekstslide
Probleem!
Steeds meer inactieven en
steeds minder actieven.
Slide 7 - Tekstslide
NIVELLERING
de inkomens-verschillen
worden
in verhouding
(in %)
KLEINER
DENIVELLERING
de inkomens-verschillen
worden
in verhouding
(in %)
GROTER
volgende dia
Slide 8 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?
Slide 9 - Tekstslide
Juist of onjuist?
Het eigenwoningforfait is een aftrekpost.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de aftrekpost voor wat betreft de hypotheek?
A
Rente
B
Aflossing
C
Rente + aflossing
D
Rente + aflossing + lening
Slide 11 - Quizvraag
Vul in: HOOG óf LAAG.
De belastingbetaler wil graag een zo ............. mogelijk belastbaar inkomen!
A
HOOG
B
LAAG
Slide 12 - Quizvraag
De loonheffing bestaat uit .......
A
loonbelasting + premies volksverzekeringen
B
loonbelasting + premies werknemersverzekeringen
C
premies volks- en werknemersverzekeringen
D
loonbelasting + pensioenpremie
Slide 13 - Quizvraag
Wat gebeurt er als de ingehouden loonheffing hoger is dan de te betalen inkomstenbelasting?
A
Je krijgt dan een naheffing
B
Je krijgt dan een voorheffing
C
Je krijgt dan geld terug van de Belastingdienst
D
Er gebeurt dan helemaal niets.
Slide 14 - Quizvraag
Welk tarief geldt bij de zgn.
'vlaktaks'?
A
progressief tarief
B
degressief tarief
C
proportioneel tarief
Slide 15 - Quizvraag
Door een progressief tarief worden de inkomensverschillen in verhouding
...
A
kleiner
B
groter
Slide 16 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met
fictief rendement?
A
de werkelijke opbrengst
B
de positieve opbrengst
C
de denkbeeldige opbrengst
D
de netto- opbrengst
Slide 17 - Quizvraag
Juist of onjuist?
Hoe hoger de heffingskortingen, hoe meer belasting iemand betaalt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Wanneer de verschillen in inkomens in verhouding (dus in procenten) kleiner worden, noem je dat ....
A
nivellering
B
denivellering
Slide 19 - Quizvraag
Alle inkomens dalen met € 50.
Hier is sprake van ...
A
nivellering
B
denivellering
C
geen van beide
Slide 20 - Quizvraag
Alle inkomens dalen met 2,5%.
Hier is sprake van ...
A
nivellering
B
denivellering
C
geen van beide
Slide 21 - Quizvraag
Als de gebruiker betaalt voor een overheidsdienst, dan is er sprake van het ...
A
draagkrachtbeginsel
B
solidariteitsbeginsel
C
profijtbeginsel
Slide 22 - Quizvraag
Het progressief belastingtarief is een voorbeeld van het ...
A
draagkrachtbeginsel
B
solidariteitsbeginsel
C
profijtbeginsel
Slide 23 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
6.2 Hoe zwaar word je belast?
December 2018
- Les met
34 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Inkomstenbelasting BOX 1
Januari 2019
- Les met
28 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
H6 Herhaling
December 2023
- Les met
42 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Januari 2024
- Les met
15 slides
Economie
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
6.2 Hoeveel belasting betaal je? deel 1
Oktober 2023
- Les met
24 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
6.2 Hoeveel belasting betaal je? (deel 1)
Januari 2024
- Les met
20 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
6.2 Hoeveel belasting betaal je? deel 1
Januari 2024
- Les met
37 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
Paragraaf 6.1 en 6.2
Januari 2023
- Les met
16 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4