Toets resultaten H11.8

11.8.4: Welk doel/welke doelen heeft het ophouden voor onderzoek?
A
Dit mag alleen met als doel waarheidsvinding.
B
Dit mag met als doel waarheidsvinding en om de verdachte mededelingen te kunnen uitreiken over het vervolg van zijn zaak.
C
Dit mag met als doel waarheidsvinding, ook het achterhalen van de identiteit van de verdachte is hiervoor bedoeld.
D
Alle hier genoemde doelen.
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
Handhaver toezicht en veiligheidMBO

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

11.8.4: Welk doel/welke doelen heeft het ophouden voor onderzoek?
A
Dit mag alleen met als doel waarheidsvinding.
B
Dit mag met als doel waarheidsvinding en om de verdachte mededelingen te kunnen uitreiken over het vervolg van zijn zaak.
C
Dit mag met als doel waarheidsvinding, ook het achterhalen van de identiteit van de verdachte is hiervoor bedoeld.
D
Alle hier genoemde doelen.

Slide 1 - Quizvraag

11.8.5: Jan wordt aangehouden voor moord. Na de termijn ophouden voor onderzoek is de identiteit van Jan nog steeds niet bekend. Wat kan er nu gebeuren?
A
Hij kan worden opgehouden ter vaststelling van de identiteit.
B
Hij kan worden opgehouden ter vaststelling van de identiteit of in verzekering worden gesteld als er tevens een onderzoeksbelang is.
C
ij kan in verzekering worden gesteld.

Slide 2 - Quizvraag

11.8.6: Wat is juist over het ophouden voor identiteitsonderzoek?
A
Deze termijn duurt 6 uur en in dit onderzoek mag GEEN verhoor meer plaatsvinden over de betrokkenheid van de verdachte bij het feit.
B
Deze termijn duurt 9 uur en in dit onderzoek mag de verdachte ook worden verhoord over zijn betrokkenheid bij het feit.
C
Deze termijn duurt 9 uur en in dit onderzoek mag GEEN verhoor meer plaatsvinden over de betrokkenheid van de verdachte bij het feit.
D
Deze termijn duurt 6 uur en in dit onderzoek mag de verdachte ook worden verhoord over zijn betrokkenheid bij het feit.

Slide 3 - Quizvraag

11.8.7: Jannus wordt verdacht van een strafbaar feit dat GEEN VH-feit is. Na de termijn ophouden voor onderzoek zijn er nog een aantal zaken onduidelijk. Wat is nu nog mogelijk?
A
Ophouden voor identiteitsonderzoek, maar dan alleen bedoeld voor het onderzoek naar de identiteit van de verdachte.
B
Verlenging ophouden voor onderzoek, voor maximaal 6 uur.
C
In verzekering stellen.

Slide 4 - Quizvraag

11.8.12: Peter wordt aangehouden op verdenking van doodslag. Hij wordt na het ophouden voor onderzoek vervolgens voor de eerste termijn in verzekering gesteld. De termijn waarbinnen de verdachte moet worden voorgeleid voor de Rechter-Commissaris loopt in het weekend af. De OvJ wil de verdachte na deze eerste termijn inverzekeringstelling langer vasthouden. Wat zal nu in de meeste gevallen gebeuren?
A
De rechter-commissaris toetst in de regel dan op vrijdag de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling en de verdachte wordt eventueel voor een tweede termijn in verzekering gesteld.
B
De rechter-commissaris toetst de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling en de verdachte wordt eventueel in bewaring genomen.
C
De rechter-commissaris zal de toetsing van de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling in de regel over het weekend heen tillen en de verdachte kan in bewaring worden genomen.

Slide 5 - Quizvraag

11.8.21: Wat is het doel van een pro-formazitting?
A
Inhoudelijke behandeling van de zaak.
B
Verlengen gevangenneming.
C
Onderzoek getuigen.

Slide 6 - Quizvraag

11.8.22: Een verdachte wordt verhoord inzake een strafbaar feit dat GEEN VH-feit is zoals beschreven in artikel 67 lid 1 Sv. Wat is nu juist over het nemen van vingerafdrukken en foto's?
A
Dit mag alleen als er onduidelijkheid is over de identiteit van de verdachte en er toestemming is van de (H)OvJ.
B
Dit mag alleen als er onduidelijkheid is over de identiteit van de verdachte en er toestemming is van de (H)OvJ. Daarnaast moet de verdachte zijn aangehouden.
C
Dit is de opsporingsambtenaar verplicht om te doen als het gaat om een aangehouden verdachte.
D
Dit is de opsporingsambtenaar verplicht om te doen.

Slide 7 - Quizvraag

11.8.23: Een verdachte wordt verhoord inzake een VH-feit zoals genoemd in artikel 67 lid 1 Sv. Wat is nu juist over het nemen van vingerafdrukken en foto's?
A
Dit mag alleen als er onduidelijkheid is over de identiteit van de verdachte en er toestemming is van de (H)OvJ.
B
Dit mag alleen als er onduidelijkheid is over de identiteit van de verdachte en er toestemming is van de (H)OvJ. Daarnaast moet de verdachte zijn aangehouden.
C
Dit is de opsporingsambtenaar verplicht om te doen als het gaat om een aangehouden verdachte.
D
Dit is de opsporingsambtenaar verplicht om te doen.

Slide 8 - Quizvraag

11.8.24: Is een verdachte verplicht mee te werken aan het nemen van vingerafdrukken?
A
Ja, dit is een zelfde verplichting als het op eerste vordering tonen van een identiteitsbewijs.
B
Nee, hij hoeft hieraan niet mee te werken.
C
Ja, want dit is een onderzoek gericht op de identiteit van de verdachte. Het betreft GEEN onderzoek naar het gepleegde feit. Er is hier geen sprake van opsporing.

Slide 9 - Quizvraag

Wie zijn bevoegd vingerafdrukken van een verdachte te nemen die wordt verhoor voor een artikel 67 lid 1 VH-feit?
A
Alleen algemene opsporingsambtenaren van politie.
B
Alleen algemene opsporingsambtenaren en bevoegde buitengewone opsporingsambtenaren van politie.
C
Alleen algemene opsporingsambtenaren en bevoegde buitengewone opsporingsambtenaren.

Slide 10 - Quizvraag