bijvoeglijk bijwoordelijk predicatief zelfstandig en bijwoord

• Grieks
• WO
• Studiejaar 3

Herhaling Grammatica 

(bijwoord, bijvoeglijk, 

bijwoordelijk, predicatief 

en zelfstandig)

Bijwoord

2 soorten bijwoorden:

1. die niet zijn afgeleid van een bijvoeglijk naamwoord

2. die wel zijn afgeleid van een bijvoeglijk naamwoord 

Wat zijn voorbeelden van de eerste soort bijwoorden in het Nederlands?

voorbeelden: 

μαλα (zeer) 

νυν (nu)

τοτε (toen) 

Welke uitgang hebben de tweede soort meestal? Typ ALLEEN de uitgang met NL- letters

voorbeeld:

δικαιος --> δικαιως

zijn bijwoorden verbuigbaar?

1. ja
2. nee

Bijwoord

Definitie: een bijwoord zegt iets iets over een willekeurig ander element van de zin dat geen zelfstandig naamwoord is. Het geeft zodoende de mate waarin of de manier waarop weer.

Bijwoorden worden op verschillende manieren gevormd

afgeleid van bnw:

gen pl - ων => -ως

VB: ῥαδιος, ῤαδιων => ῤαδιως

bij comparativi & enkele bnw:

acc.N.sg = bijwoord

VB: μονος => μονον

βελτιων (comp.) => βελτιον

bij superlativi & enkele bnw:

acc.N.sg. = bijwoord

VB: πολυς => πολλα

ταχιστος => ταχιστα

anders / vaste vormen:

εὐ

ὡδε

μαλα

bijwoord

andere woordsoort

δεινως

μεγας

ὡς

μονον

ἀυτης

ψευδως

μαλα

ἐκ

πανυ

πας

ἡδυς

οὐδεν

waar is het bijwoord ἀναγκαιως van afgeleid?

1. het is geen bijwoord
2. de comparativus ἀναγκαιων
3. de superlativus ἀναγκαιστος
4. het bijv.nw. ἀναγκαιος

Tekst 2A r. 5 μαλιστα is een

1. het is geen bijwoord
2. bijwoord in de comparativus
3. bijwoord in de superlativus
4. gewoon het bijv.nw. (stellende trap)

bijvoeglijke bepaling

Waar of niet waar?
Een bnw heeft dezelfde uitgang als het znw waarmee het congrueert

1. waar
2. niet waar

τῃ (μακρος) μαχῃ

1. μακρῃ
2. μακρᾳ
3. μακραι
4. μακρα

οἱ (ἀγαθος) παιδες

1. ἀγαθες
2. ἀγαθαι
3. ἀγαθοι
4. ἀγαθα

Gaan de volgende bnw  in het vrouwelijk volgens de ρει-regel of niet? Sleep ze op de juiste plek.

ρει-regel

niet ρει-regel

σοφος

wijs

ἀθλιος

ongeluk-kig

αἰσχρος lelijk, schandelijk

νεος nieuw, jong

bijvoeglijke bepaling

• een bijv. bep. zegt iets over een zelfst. nw. 
  
• voorbeelden van een bijv. bep.
  
• - een bijv. nw. 
  
• - een woord in de genitivus
  
• - een voorzetselwoordgroep
  

Voorbeelden in het Grieks

- een bijv. nw. 

ὁ κακος ἡρως

- een woord in de genitivus

ὁ των Ἀθηνων ἡρως

- een voorzetselwoordgroep

ὁ ἐν τῳ Ἀθηναις ἡρως

Een bijvoeglijke bepaling is hetzelfde als een bijwoordelijke bepaling

1. waar
2. niet waar

Een bijv. bep. zegt iets over het werkwoord of over een zelfst. nw.

1. waar
2. niet waar

Een voorzetselbepaling kan een bijvoeglijke bepaling zijn

1. waar
2. niet waar

De plek van een bijv. bep.

1) Zonder lidwoord: voor of na het zelfst. nw.

κακος ἡρως

ἡρως κακος

των Ἀθηνων ἡρως

ἡρως των Ἀθηνων

De plek van een bijv. bep.

2) Met lidwoord: 

a) tussen lidwoord en zelfs. nw. (net als in het NL)

ὁ κακος ἡρως

ὁ των Ἀθηνων ἡρως

b) na het zelfst. nw. met herhaling van het lidwoord

ὁ ἡρως ὁ κακος

ὁ  ἡρως ὁ των Ἀθηνων

Vul de juiste vorm in:
Ὁρῶμεν ... ἀνθρωπους

1. πολλους
2. πολλας
3. πολυ
4. πολυν

Vul de juiste vorm in:
Ἡ κορή ... λέγει

1. ἀληθης
2. ἀληθως

Vul de juiste vorm in:
Ἡ κορή ἡ ... λέγει

1. σωφρων
2. σωφρονως

ἡ σοφη γυνη ταυτα νομιζει

1. σοφη is hier bijvoeglijk gebruikt
2. σοφη is hier bijwoordelijk gebruikt
3. σοφη is hier predicatief gebruikt
4. σοφη is hier zelfstandig gebruikt

Predicatief betekent dat het bijvoeglijk naamwoord of participium iets zegt over een zelfstandig naamwoord / persoon en over het werkwoord in de zin

1. Waar
2. Niet waar

Ἡ καλλιστη εἰς την πολιν ἱκνεῖται

1. καλλιστη is hier bijvoeglijk gebruikt
2. καλλιστηis hier bijwoordelijk gebruikt
3. καλλιστη is hier predicatief gebruikt
4. καλλιστη is hier zelfstandig gebruikt

καλη ἡ θυγατηρ ἐπι τῳ θρονῳ ἐκαθητο.

1. καλη is hier bijvoeglijk gebruikt
2. καλη is hier bijwoordelijk gebruikt
3. καλη is hier predicatief gebruikt
4. καλη is hier zelfstandig gebruikt

De stof van deze lessonUp begrijp ik

😒🙁😐🙂😃