Herhaling: grammatica les 3 en 4

Herhaling: grammatica les 3 en 4
Zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Herhaling: grammatica les 3 en 4
Zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de naamval en geslacht van

ὁ ἄνθρωπος
A
nom m
B
nom v
C
acc m
D
acc v

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de naamval en geslacht van

τὸ θηρίον
A
nom o
B
nom m
C
acc o
D
acc v

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de naamval en geslacht van

τὸν δοῦλον
A
nom m
B
nom o
C
acc m
D
acc v

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de naamval en geslacht van

ἡ κεφαλή
A
nom m
B
acc v
C
nom v
D
acc o

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de naamval en geslacht van

τὸν δεσπότην
A
nom m
B
acc m
C
nom v
D
acc o

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de naamval en geslacht van

τὴν κεφαλήν
A
nom v
B
acc m
C
nom o
D
acc v

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Naamval en functie

Slide 10 - Tekstslide

Ὁ φίλος
καλεῖ 
τὸν ἄνθρωπον.
Onderwerp
Persoonsvorm
Lijdend voorwerp
nw. deel. vh. gez.

Slide 11 - Sleepvraag

Ἡ χώρα 
μεγάλη 
ἐστὶ.
Onderwerp
Persoonsvorm
Lijdend voorwerp
nw. deel. vh. gez.

Slide 12 - Sleepvraag

Ἡ μάχη
φωνήν
ἔχει.
accusativus
Persoonsvorm
nominativus

Slide 13 - Sleepvraag

Τὸ θηρίον
ὁ δοῦλος
φέρει. 
accusativus
Persoonsvorm
nominativus

Slide 14 - Sleepvraag

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

τὸ θηρίον
ὁ φόβος
τὴν χώραν
ἡ κεφαλή
τὸν δοῦλον
Zet de bijvoegelijke naamwoorden bij het juiste zelfstandig naamwoord
μεγάλην
μακρόν
πολλή
μέγας
φοβερόν

Slide 22 - Sleepvraag

Vul het juiste zelfst. nw. in:

ὁ __________ φοβερὸς ἐστίν
A
ἄνθρωπος
B
ἄνθρωπον

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Vul het juiste bijv. naamw. in:

ὁ δεσπότης τὴν __________ χώραν φέρει.
A
μεγάλην
B
μεγάλη
C
μέγας
D
μέγαν

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Vul het juiste bijv. nw. in:

ἡ χώρα __________ ἐστίν
A
μέγα
B
μακράν
C
μακρά
D
πολύς

Slide 27 - Quizvraag