*Formuleren H3, 3VWO

Formuleren H3
- (foutieve) beknopte bijzinnen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Formuleren H3
- (foutieve) beknopte bijzinnen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je leert wat een beknopte bijzin is en hoe je foutieve beknopte bijzinnen kunt herkennen en verbeteren

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin?

Slide 3 - Open vraag

Beknopte bijzinnen
Een kenmerk van een beknopte bijzin is, dat er geen persoonsvorm en geen onderwerp in de zin staat. 
In een gewone bijzin staat wel een persoonsvorm en een onderwerp. 

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld (beknopte) bijzin (1)
Normale bijzin: 

Terwijl ze aan hun ijsje likten, slenterden de meisjes door de winkelstraat. 
Bijzin: Terwijl ze aan hun ijsje likten --> likten = pv en ze = ow

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld (beknopte) bijzin (2)
Beknopte bijzin: 
Likkend aan hun ijsjes, slenterden de meisjes door de winkelstraat. 
Beknopte bijzin: Likkend aan hun ijsjes --> er is geen pv en geen ow 

Slide 6 - Tekstslide

Beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm bevat een beknopte bijzin: 
- een voltooid deelwoord
- een onvoltooid deelwoord
- te + infinitief (het hele werkwoord

Slide 7 - Tekstslide

Beknopte bijzin met voltooid deelwoord 
Afgeleid door een reclamebord, botste ik tegen een stilstaande auto. 
Beknopte bijzin: Afgeleid door een reclamebord --> afgeleid is een voltooid deelwoord.
Er is geen persoonsvorm en geen onderwerp 

Slide 8 - Tekstslide

Beknopte bijzin met een onvoltooid deelwoord
Op zijn rug in de hangmat liggend, las Achmed een tijdschrift. 
Beknopte bijzin: Op zijn rug in de hangmat liggend --> liggend is een onvoltooid deelwoord. 
Er is geen persoonsvorm en geen onderwerp 

Slide 9 - Tekstslide

Beknopte bijzin met te + infinitief 
De vrienden spraken af hun eerste loon te besteden aan een feestje. 
Beknopte bijzin: hun eerste loon te besteden aan een feestje -> te besteden = te + infinitief.
Er is geen persoonsvorm of onderwerp 

Slide 10 - Tekstslide

Een beknopte bijzin mag alleen beknopt zijn als het onderwerp uit de hoofdzin overeenkomt met het onderwerp dat eigenlijk in de beknopte bijzin moet staan. 
Afgeleid door een reclamebord, botste ik tegen een stilstaande auto. 
Wie was afgeleid? Ik en ik is ook het onderwerp van de hoofdzin. Het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin en het onderwerp van de hoofdzin komen overeen. 

Slide 11 - Tekstslide

Op zijn rug in de hangmat liggend, las Achmed een tijdschrift. 
Wie lag in de hangmat? --> Achmed. 
Achmed is ook het onderwerp van de hoofdzin, dus het komt overeen met het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin. 


De vrienden spraken af hun eerste loon te besteden aan een feestje. 
Wie besteden hun eerste loon aan een feestje? --> De vrienden. De vrienden is ook het onderwerp van de hoofdzin, dus dat komt overeen met het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin.  

Slide 12 - Tekstslide

Bijzin of beknopte bijzin?

Toen ze na haar werk goed was uitgerust, ging Caja een uur fitnessen.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 13 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

Nog mopperend over de verloren wedstrijd, verlieten de sporters de sporthal.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 14 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

Hard weglopend voor de politie, werden de dieven in de gaten gehouden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 15 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

Terwijl ze lekker in het zonnetje zaten, dronken Ronald en Michel een colaatje.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 16 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

In de wetenschap op school toch niets te leren, spijbelde Wilco vrijwel dagelijks.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 17 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

Martijn vroeg Irene in de fietsenstalling of ze zijn vriendinnetje wilde worden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 18 - Quizvraag

Bijzin <--> beknopte bijzin (1)
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken en van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken: 

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd. 
Beknopte bijzin: Na kampioen te zijn geworden, ...
Bijzin: Nadat ze (de spelers kampioen waren geworden, ...

Slide 19 - Tekstslide

Bijzin <--> beknopte bijzin (2)
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken en van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken:

Nadat hij de fraude had geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.
Bijzin: Nadat hij de fraude had geconstateerd, ...
Beknopte bijzin: Na de fraude geconstateerd te hebben, ...




Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Opdracht
Maak opdracht 3 van blz. 95

Slide 22 - Tekstslide

Foutief beknopte bijzin
Bij een foutief beknopte bijzin komen het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin en het onderwerp van de hoofdzin niet overeen. 
Je mag de bijzin dan niet beknopt opschrijven, maar je moet de bijzin volledig uitschrijven met een onderwerp en een persoonsvorm. 

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld foutief beknopte bijzin
Na een uur in de oven te hebben gestaan, smulden de gasten van de taart. 
Ow van de hoofdzin is de gasten. De gasten zijn niet degenen die in de oven hebben gestaan. De taart heeft in de oven gestaan. De bijzin mag dus niet beknopt opgeschreven worden.
Goed is: Nadat de taart een uur in de oven had gestaan, ...
Let bij het uitschrijven goed op de tijd van de hoofdzin (tt of vt) 

Slide 24 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Eindelijk thuisgekomen, ging hij meteen naar bed.
A
Foutief
B
Goed

Slide 25 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?
Lopend naar de overkant, reed de auto hem bijna aan.


A
Foutief
B
Goed

Slide 26 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
A
Foutief
B
Goed

Slide 27 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Na gegeten te hebben, fietsten we weer verder.
A
Foutief
B
Goed

Slide 28 - Quizvraag

Schrijf de foutieve beknopte bijzin uit tot een volledige bijzin.

Lopend naar de overkant, reed de auto hem bijna aan.

Slide 29 - Open vraag

Schrijf de foutieve beknopte bijzin uit tot een volledige bijzin.
Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Video

Opdracht
Blz. 98 - 99
Maak opdracht 1 en 3 

Slide 32 - Tekstslide