2.3 Bedelorden

2.3 Bedelorden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

2.3 Bedelorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Om toe te treden tot een klooster moesten kloosterlingen 3 geloftes afleggen:

  1. Gehoorzaamheid (Obedientia): Kloosterlingen beloven gehoorzaamheid aan de regels en autoriteit van het klooster. 
  2. Armoede (Paupertas): Deze gelofte betekent dat kloosterlingen afstand doen van persoonlijke bezittingen en materiële rijkdom. Ze leven in eenvoud. Focus op geestelijke waarden in plaats van wereldse bezittingen.
  3. Kuisheid (Castitas): Kloosterlingen beloven een leven van kuisheid, wat betekent dat ze afzien van seksuele relaties en huwelijk. Deze gelofte is bedoeld om volledige toewijding aan God mogelijk te maken.




Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Het Bruine Habijt Van De Franciscaner Monnik

Maak kennis met het bruine habijt van de franciscaner monnik, een getrouwe weergave van de kleding die franciscaner monniken in de middeleeuwen droegen. Dit driedelige pak omvat het habijt, de kap, het bovenste scapulier en de karakteristieke touwriem die de Franciscaanse cinctuur wordt genoemd.

Sint Franciscus van Assisi stichtte de Franciscaanse orde met als doel te leven volgens de principes van nederigheid en vroomheid van Christus.  De franciscanen vielen op door hun toewijding aan het helpen van mensen in nood, hun zoektocht naar kennis en hun verbondenheid met de natuur. (Dierendag)

Slide 5 - Tekstslide

Dominicaner orde/monnik:
Deze bedelorde, gesticht in de 13e eeuw, staat bekend om haar strijd tegen de krachten van het kwaad en haar verdediging van geloof en leer. Bovendien waren ze pioniers in de bevordering van mensenrechten in de Middeleeuwen, waarmee ze de basis legden voor de waarden die we vandaag kennen.

Slide 6 - Tekstslide

Vanaf 1200:
  • Nieuwe kloosterorden in steden
  • Franciscanen en Dominicanen
  • Leven van giften van burgers = bedelorde
  • Giften gebruikt voor armenzorg, ziekenzorg en onderwijs

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Franciscaner bedelorde:
  • opgericht door Franciscus van Assisi in 1206 
  • gaf al zijn bezittingen en luxe op om zich aan het christelijk geloof te wijden. 

Slide 9 - Tekstslide

De basiliek San Francesco is gebouwd op het graf van Franciscus van Assisi. Hij is eenvoudiger, soberder dan andere Gotische kerken en dat past bij Franciscus.

Slide 10 - Tekstslide

Interieur van de bovenkapel van de San Francesco in het italiaanse Assisi. (1228-1258)

Slide 11 - Tekstslide

De fresco's in de San Francesco verbeelden het leven van Franciscus. Ze zijn gemaakt door Giotto (1266-1337). Hier zie zo'n fresco. Eigenlijk een soort stripverhaal, want het verbeeldt drie scènes in één fresco.
  1. rouwende monniken bij het lichaam van Franciscus
  2. de mis ter ere van de begrafenis
  3. en de verrijzenis van Franciscus naar de hemel

Slide 12 - Tekstslide

Zoals je hiernaast ziet:
Giotto beheerst het perspectief en hij kan levensecht schilderen. Daarmee loopt hij vooruit op de renaissance.

Slide 13 - Tekstslide

De vraag van vandaag!

Slide 14 - Tekstslide

Het gedachtengoed van de Dominicaan Thomas van Aquino werd belangrijk voor de late Middeleeuwen. Hij was een scholasticus.

Slide 15 - Tekstslide

Op dit Altaarstuk wordt hij ingefluisterd door Jezus Christus. Schrijvers van de Bijbel, zoals Mozes en Paulus, houden boeken voor hem open en filosofen uit de oudheid als Plato en Aristoteles doen dat ook.

Slide 16 - Tekstslide

De mens van de late middeleeuwen gaat op onderzoek uit. De wereld is door God gegeven is de gedachte, maar dat betekent niet dat je niet alles mag onderzoeken.

Vanuit kathedraalscholen ontstaan universiteiten. Het onderwijs is gebaseerd op Scholastiek.

Scholastiek: filosofische stroming waarbij de leer van de Bijbel in verbinding wordt gebracht met niet Bijbelse bronnen, zoals filosofen uit de Oudheid.


Slide 17 - Tekstslide

EEN STAPJE TERUG:  Uit welke bronnen verdienden kloosters hun inkomen?

Landbouw bedrijven: Ze verbouwden gewassen, hielden vee en beheerden landbouwgronden om in hun eigen behoeften te voorzien en overschotten te verhandelen.
Landbouwgrond verhuren: Kloosters konden land verhuren aan boeren in ruil voor pachtgeld of een deel van de opbrengst. 
Ambachten en Handel: Sommige kloosters waren betrokken bij ambachtelijke activiteiten zoals het maken van manuscripten, kaarsen, bier, wijn of andere producten. Ze konden deze goederen produceren en verhandelen voor inkomsten.
Donaties en Schenkingen: Kloosters ontvingen vaak giften en schenkingen van gelovigen, landheren of edelen.
Pelgrims en Gasten: Kloosters, vooral die langs belangrijke pelgrimsroutes, konden inkomsten genereren door pelgrims en reizigers te ontvangen. Ze zorgden voor onderdak en maaltijden tegen betaling.
Onderwijs: inkomsten daaruit






Slide 18 - Tekstslide

Een kleine verdiepingsvraag:
 In de steden ontstaan in de late middeleeuwen nieuwe kloosterorden die soberheid voorschrijven: de bedelordes. Mede door dit soort orden wordt de afstand tussen kerk en volk kleiner. In ruil voor giften die monniken ontvangen, verrichten zij diensten in de steden. Probeer eens drie van die diensten te noemen.

Slide 19 - Tekstslide

Drie belangrijke diensten die zij verrichtten, waren:

Onderwijs en prediking: Bedelmonniken reisden rond en gaven onderwijs aan de stedelijke bevolking. Ze verzorgden preken in volkstaal, gericht op religieuze verdieping en morele verbetering.

Zorg voor armen en zieken: De bedelmonniken boden hulp aan de meest kwetsbaren in de samenleving, zoals het uitdelen van voedsel aan armen en het verzorgen van zieken.

Biecht en geestelijke begeleiding: Ze stonden mensen bij met het sacrament van de biecht en gaven persoonlijke geestelijke raad, waarmee ze een directe band met het volk opbouwden.

Slide 20 - Tekstslide