Samenvatten

LESDOELEN
  • De hoofdgedachte van een tekst met eigen woorden kunnen weergeven;
  • De impliciete hoofdvraag van een tekst kunnen formuleren;
  • Van een tekst of een tekstdeel een goed geformuleerde samenvatting kunnen maken (die los van de uitgangstekst te begrijpen valt.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LESDOELEN
  • De hoofdgedachte van een tekst met eigen woorden kunnen weergeven;
  • De impliciete hoofdvraag van een tekst kunnen formuleren;
  • Van een tekst of een tekstdeel een goed geformuleerde samenvatting kunnen maken (die los van de uitgangstekst te begrijpen valt.

Slide 1 - Tekstslide

1. Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
Het antwoord op deze vraag (Wat is de hoofdgedachte van een tekst?) kan je vinden:
  • per alinea:  in de kernzin, vaak op de voorkeursplaats
  1. eerste zin
  2. tweede zin
  3. laatste zin

Slide 2 - Tekstslide

1. Wat is de hoofdgedachte van een tekst? (vervolg)
  • Per tekstgedeelte; vaak op een voorkeursplaats
1. vaak is het mogelijk om te citeren
2. vaak begin eind van het tekstgedeelte
3. soms een meerkeuzevraag

Slide 3 - Tekstslide

2. Vat het standpunt samen dat de auteur inneemt in alinea X t/m Y
Het antwoord op deze vraag (Vat het standpunt samen dat de auteur inneemt in alinea X t/m Y) vind je:
  • zoek signaalwoorden
  1. ik vind
  2. volgens mij
  • zoek een mening

Slide 4 - Tekstslide

3. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Het antwoord op deze vraag (Wat is de hoofdgedachte van de tekst?) vind je:
  • Meestal slot/ inleiding/ titel  van de tekst
  1. bij een informerende tekst is het een constatering
  2. bij een overtuigende tekst ->standpunt van de auteur
  • Soms letterlijk te vinden
  • Soms zelf formuleren

Slide 5 - Tekstslide

4. Wat is de hoofdvraag waarop de tekst antwoord probeert te geven?
Het antwoord op deze vraag (Wat is de hoofdvraag waarop de tekst antwoord probeert te geven?) vind je:
  • Meestal impliciet, zou in de inleiding gesteld kunnen worden

Slide 6 - Tekstslide

5. Maak een samenvatting van alinea X
Voor het beantwoorden van deze vraag (Maak een samenvatting van alinea X):
  1. Zoek de kernzin
  2. Zoek de belangrijkste zinnen die de kernzin ondersteunen
  3. Denk om het aantal woorden
  • Na het maximum aantal woorden mag de rest niet meegerekend worden,
  • Of je krijgt een punt aftrek bij woordoverschrijding

Slide 7 - Tekstslide

6. Maak een samenvatting in maximaal X woorden waarin duidelijk wordt ......
Voor het beantwoorden van deze vraag (Maak een samenvatting in maximaal X woorden waarin duidelijk wordt ......):
  • Zoek kernwoorden:
  1. letterlijk hetzelfde als in de vraag
  2. synoniemen
  3. omschrijvingen

Slide 8 - Tekstslide

7. Maak een beknopte samenvatting van de hele tekst
Voor het beantwoorden van deze vraag (Maak een beknopte samenvatting van de hele tekst):
  1. hoofdgedachte
  • meestal in het slot
   2. belangrijkste ondersteunende uitspraken.
  • meestal op de voorkeursplaaten aan begin of eind van het deelonderwerp

Slide 9 - Tekstslide

LESDOELEN BEHAALD?
  • De hoofdgedachte van een tekst met eigen woorden kunnen weergeven;
  • De impliciete hoofdvraag van een tekst kunnen formuleren;
  • Van een tekst of een tekstdeel een goed geformuleerde samenvatting kunnen maken (die los van de uitgangstekst te begrijpen valt.

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan
  1. Bepaal onderwerp en hoofdgedachte
  2. Onderstreep van elke alinea de kernzin
  3. Markeer de signaalwoorden
  4. Schrijf je samenvatting uit. Gebruik alleen de belangrijkste kernzinnen.

Slide 11 - Tekstslide