herhalingsles h3 2hv
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Op de foto zie je water uit een aquifer. Is dit vernieuwbaar of niet vernieuwbaar water?
A
Vernieuwbaar
B
Niet vernieuwbaar
Slide 2 - Quizvraag
Wat is oppervlakte water?
A
Water in sloten, meren, rivieren
B
Water in oceanen en zeeën
C
Water wat je niet meer met het blote oog kunt zien
Slide 3 - Quizvraag
In landen rondom de evenaar blijft er minder nuttige neerslag over hoe komt dit?
A
minder regen
B
meer condensatie
C
meer verdamping
D
ze slaan minder op
Slide 4 - Quizvraag
Op welke drie manieren komt een gebied aan water?
Slide 5 - Open vraag
Als je fossiel water uit de grond haalt is dat:
A
vernieuwbaar water beheer
B
niet-vernieuwbaar waterbeheer
C
neutraal waterbeheer
Slide 6 - Quizvraag
Fossiel water bevindt zich in......
A
Grondwater
B
Aquifer
C
Bodemwater
D
De zee
Slide 7 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Vernieuwbaar watergebruik is duurzaam waterbeheer.
Vernieuwbaar watergebruik is duurzaam waterbeheer.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Welke 4 polders kennen we in Nederland?
Slide 9 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
Zandsuppletie
B
Getijdenlandschap
C
Dijkring
D
Dynamisch kustbeheer
Slide 10 - Quizvraag
Wat zijn de lijntjes op de afbeelding?
A
Binnendijksgebied
B
Compartimenten
C
Dijkring
D
Kwelder
Slide 11 - Quizvraag
Waarom zijn zeepolders makkelijker in te polderen dan droogmakerijen?
Slide 12 - Open vraag
Wanneer noemen we een polder een polder?
A
Als er koeien staan te grazen
B
Als de waterstand door de mens te regelen is
C
Als het gebied akkers heeft
D
Als er geen mensen wonen
Slide 13 - Quizvraag
Veenpolders kennen meer overstromingsgevaar dan andere polders. Waarom? Welk begrip hoor hier bij?
Slide 14 - Open vraag
Wat is geen voorbeeld van klimaatadaptatie?
A
Verhuizen omdat de zeespiegel te veel stijgt
B
De dijken verhogen i.v.m. zeespiegelstijging
C
Duurzame/zuinige irrigatie aanleggen in een klimaat dat droger wordt
D
Gletsjers met witte doeken bedekken om smelt tegen te gaan
Slide 15 - Quizvraag
In welk deel van Nederland is bodemdaling door inklinking het grootste probleem?
A
Zuid-oosten
B
Westen
C
Oosten
D
Zuiden
Slide 16 - Quizvraag
Zet de volgende begrippen in de goede volgorde van buitendijks naar binnendijks:
winterdijk, zomerdijk, rivierbedding, uiterwaarde
winterdijk, zomerdijk, rivierbedding, uiterwaarde
Slide 17 - Open vraag
Welk deel van de kust is erg gevoelig voor kustafslag?
A
De Afsluitdijk
B
De Deltawerken
C
De Zandmotor
D
Zeereep
Slide 18 - Quizvraag
Welke onderdelen zijn belangrijk bij een aquifer?
A
Een poreuze laag
B
Een ondoordringbare laag
C
Veel planten
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
De drietrapsstrategie
A
1. Bergen 2.Vasthouden 3.Lozen
B
1. Lozen 2. Bergen. 3. Vasthouden
C
1. Vasthouden 2. Bergen 3. Lozen
