- Herhaling meervoud zn eindigend op -ie, -ee, -um en -us (3.8.)
- Bespreken Test jezelf
- Verder met Versterk jezelf / boek lezen
Slide 2 - Tekstslide
3.5. Wat is een tegenstelling?
Slide 3 - Open vraag
Schrijf een woord op met een voorvoegsel. Maak het voorvoegsel vet.
Slide 4 - Open vraag
Bedenk een woord met het voorvoegsel her- en één met het voorvoegsel on-.
Slide 5 - Open vraag
Wat is het voor- of achtervoegsel in: waardeloos
Slide 6 - Open vraag
Soms hebben woorden een voor- en achtervoegsel. Welk voor- en achtervoegsel heeft HERLEESBAAR?
Slide 7 - Open vraag
De kleur veranderen
Een inwoonster van Den Ham heeft een appelgroene kleur op haar huis aangebracht. Haar buren daarentegen willen dat de kleur wordt verwijderd. De gemeente vindt dat de kleur te veel afwijkt van die van de huizen ernaast. De vrouw vindt echter dat de kleur wel goed past en ging in hoger beroep. De recht heeft de vrouw echter geen gelijk gegeven. Dat betekent dat er geschilderd moet worden. De vrouw heeft gevraagd of zij het schilderen een jaar mag uitstellen, maar de rechter is van mening dat ze het op korte termijn moet doen.
Slide 8 - Tekstslide
De kleur veranderen
Een inwoonster van Den Ham heeft een appelgroene kleur op haar huis aangebracht. Haar buren daarentegen willen dat de kleur wordt verwijderd. De gemeente vindt dat de kleur te veel afwijktvan die van de huizen ernaast. De vrouw vindt echter dat de kleur wel goed pasten ging in hoger beroep. De recht heeft de vrouw echter geen gelijk gegeven. Dat betekent dat er geschilderd moet worden. De vrouw heeft gevraagd of zij het schilderen een jaar mag uitstellen, maar de rechter is van mening dat ze hetop korte termijn moet doen.
Slide 9 - Tekstslide
Maak het tegengesteld met voor- en achtervoegsels
Stefan gebruikt beperkt kleuren in zijn tekeningen.
Dorien houdt van kleurrijke afbeeldingen.
In hun werk zie je duidelijke figuren.
Dat maakt het herkenbaar en heel realistisch.
Ik denk dat het verkoopbaar is.
Slide 10 - Tekstslide
Voor- en achtervoegsel toepassen
Stefan gebruikt onbeperkt kleuren in zijn tekeningen.
Dorien houdt van kleurloze afbeeldingen.
In hun werk zie je onduidelijke figuren.
Dat maakt het onherkenbaar en heel irrealistisch.
Ik denk dat het onverkoopbaar is.
Slide 11 - Tekstslide
3.7. - Zinsontleding
Wie vertelt ons de stappen bij zinsontleding?
Slide 12 - Tekstslide
Stappen zinsontleding
Persoonsvorm - zin vragend maken / andere tijd Let op splitsbare werkwoorden! DAN: zinsdelen aangeven met strepen
Werkwoordelijk gezegde - alle werkwoorden in de zin
Onderwerp - wie/wat + pv + wg?
Lijdend voorwerp - wie/wat + pv + wg + ow?
Slide 13 - Tekstslide
Mijn broer is zijn scooter kwijtgeraakt.
Hoe pak jij dit aan?
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
"Ik kan het lijdend voorwerp uit een zin halen."
A
Ik
B
kan
C
het lijdend voorwerp
D
een zin
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in deze zin: Elisa moet lachen om de grappen van Mo.
A
Elisa
B
moet lachen
C
om de grappen
D
Mo
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het wg in deze zin? Met oud en nieuw steek ik vooral siervuurwerk af.
A
ik
B
steek af
C
steek vooral af
D
steek
Slide 17 - Quizvraag
De regel bij meervouden van woorden op -ie = als de klemtoon op de laatste lettergreep valt dan krijg je +ën
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Welk meervoud van een zelfstandig naamwoord op een -ie is verkeerd geschreven?