Voorkennis hoofdstuk 5
1 / 18
Lesduur is: 75 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Bij een vergroting zijn:
A
Alle zijden hetzelfde keer zo groot
B
Alle hoeken hetzelfde x zo groot geworden
C
De hoeken hetzelfde gebleven
D
De vorm hetzelfde gebleven
Slide 6 - Quizvraag
Is dit een vergroting?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Hoe bereken je de vergrotingsfactor?
Vergrotingsfactor =
Vergrotingsfactor =
A
lengte origineel : lengte beeld
B
lengte beeld : lengte origineel
Slide 11 - Quizvraag
De vergrotingsfactor van de hoogte is 2,2.
Wat zou de vergrotingsfactor van de breedte zijn?
Wat zou de vergrotingsfactor van de breedte zijn?
A
De vergrotingsfactor is kleiner
B
De vergrotingsfactor blijft 2,2
C
De vergrotingsfactor is groter
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de vergrotingsfactor?
A
x 1,2
B
x 1,28
C
x 1,33
D
x 0,75
