eentermen

• Wiskunde
• Secundair onderwijs

eentermen 

G23  - G26

Welke eentermen zijn gelijksoortig

1. 2ab en 3a²b
2. 2ab en 3ab
3. 2ab en 2ab²
4. 2ab en 3a²b²

Bereken de getalwaarde van volgende veelterm a²+2a+6 voor a = 2

Reken uit:
2x + 5x =

1. 7x
2. 7x²
3. 10x
4. 10x²

Reken uit.
2a - 4b - 3a + 6b =

1. -5a + 10b
2. ab
3. 5a + 2b
4. -a + 2b

Reken uit:
8a . 2b =

1. 16ab
2. 4ab
3. 10ab
4. 6ab

Reken uit:
-3x . (-2x²) =

1. 5x³
2. -6x³
3. 6x³
4. -5x²

Reken uit:
5ab . 2a² . 3b =

1. 10a³b²
2. 30a³b²
3. 0
4. 30a²b²

oef 53 - 57 - 59 verbeteren 

G26 macht van een eenterm

blz. 348

oefeningen maken

67 - 68 - 69 - 71 - 73 - 78 - 84

Bereken de getalwaarde voor volgende veelterm:

a - b + cde (Noteer je antwoorden op een kladblad)

a. Hoeveel betaalt de leerlingenraad in vraag 13? 

b. Bereken de uitkomst van opgave g in oefening 26.

c. Welke coëfficiënt heeft de eenterm in het vakje links boven in        vraag 54?

d. Hoeveel keer vul je "=" in oefening 40 in? 

e. Hoeveel positieve uitkomsten zijn er in vraag 70?

wat is de getalwaarde?