w/gr/sp. P.4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Woordenschat

In deze paragraaf leer je:

• 25 nieuwe woorden;

• de trappen van vergelijking.

Een vergelijking maak je met de woorden als en dan.

• 

Bij de eerste trap gebruik je als. Als hoort bij hetzelfde.

Kevin is net zo groot als Jordi.

Kevin is even klein als Jordi.

Bij de tweede trap gebruik je dan.

Jordi is groter dan Danny.

Danny is kleiner dan Kevin.

• Bij de derde trap heb je als en dan niet nodig.

Rodney is het grootst. Danny is het kleinst.

Dit is de beste manier om kleding in te zamelen. Zo is het heel

1. aanschaffen
2. bekostigen
3. commercieel
4. efficiënt

De provincie Gelderland heette ..........
Gelre. Het is de oude naam.

1. oorspronkelijk
2. ontlopen
3. ongeschikt
4. opbrengst

Boris wil op het feestje niet met Kim praten. Hij probeert haar te.........

1. permitteren
2. verspillen
3. overdrijven
4. ontlopen

De harde wind kan veel schade

1. ontlopen
2. nalaten
3. aanrichten
4. overdrijven

De ............
van de rommelmarkt gaat naar een goed doel.

1. mond-tot -mond reclame
2. reclamecampagne
3. sluikreclame
4. opbrengst

In een testament staat aan wie je wat wilt nalaten.

1. 1. achterlaten of geven na een overlijden
2. 2. iets niet doen

Mijn oma heeft nagelaten een lot te kopen.

1. 1.achterlaten of geven na een overlijden
2. 2. iets niet doen

Opa wil zijn boeken nalaten aan zijn kleinzoon.

1. 2. iets niet doen
2. 1. achterlaten of geven na een overlijden

De spits liet na te scoren in die wedstrijd.

1. 1. achterlaten of geven na een overlijden
2. 2. iets niet doen

De leraar heeft nagelaten de datum van de toets te noemen.

1. 2. iets niet doen
2. 1. achterlaten of geven na een overlijden

Grammatica

Weten we het nog? 

Wat is een......

•  bijvoeglijk naamwoord (bn)
• werkwoord (ww)
• zelfstandig naamwoord (zn)
• werkwoord (ww)

Wat is in deze zin het bn?
De kinderen liepen naar de hoge glijbaan.

1. kinderen
2. liepen
3. glijbaan
4. hoge

Wat is in deze zin het bn?
Daarna klommen ze op de steile trap.

1. daarna
2. steile
3. klommen
4. trap

Wat is in deze zin het BN?
De stoerste kinderen gingen als eerst naar beneden

1. stoerste
2. eerst
3. kinderen
4. gingen

Wat is in deze zin het ZN?
Als het lekker weer is, ga ik naar het zwembad.

1. weer
2. lekker
3. ga
4. zwembad

Wat is in deze zin het ZN?
Ik ga dan snel het koude water in

1. snel
2. koude
3. water
4. ga

Wat is in deze zin het ZN?
Ook mijn beste vrienden gaan dan mee.

1. vrienden
2. gaan mee
3. gaan
4. beste

Wat is in deze zin het WW?
We rennen dan heel hard naar het koude water.

1. heel
2. water
3. koude
4. rennen

Wat zijn in deze zin de werkwoorden (ww)?
wie er als eerste is, heeft gewonnen

1. wie, eerste, heeft
2. heeft, gewonnen
3. is, heeft, gewonnen
4. gewonnen

Wat zijn dit; na, met, naar, op, in, tegen

1. werkwoorden ww
2. zelfstandig naamwoorden zn
3. voorzetsels vz
4. bijvoeglijk naamwoorden bv

Wat is de verleden tijd van het woord 'zijn'?
(Wij zijn te laat)

1. waren
2. is
3. ben
4. zijn

Wat is de verleden tijd van het meervoud van 'verwoesten'?

1. verwoesten
2. verwoestte
3. verwoestten
4. verwoest

Wat is de verleden tijd van het woord schrikken?

1. schrikte
2. schrokken
3. schrikken
4. schrik

Wat is de verleden tijd van 'vluchten'
in het meervoud

1. vluchtten
2. vluchtte
3. vluchten
4. vlochten

Wat is het voltooid deelwoord van wassen?

1. waste
2. wasten
3. wast
4. gewassen

Wat is het voltooid deelwoord van 'kopen'?

1. koopt
2. koopte
3. gekocht
4. gekoopt

Wat is het voltooid deelwoord van 'verbranden'?

1. verbrande
2. verbranden
3. verbrand
4. geverbrand

Wat is het voltooid deelwoord van ; betalen'?

1. betaalt
2. betaald
3. gebetaald
4. betalen

Wat is het voltooid deelwoord van 'voorstellen'?

1. gevoorsteld
2. voorstelde
3. voorgestelt
4. voorgesteld

Wat is het voltooid deelwoord van 'missen'?

1. gemist
2. mistte
3. gemisd
4. mist

Wat is goed?

1. damenschoenen
2. damesschoenen
3. dameschoenen
4. damenschoen

Wat is goed?

1. sleutelsbos
2. sleutelbos
3. sleutel-bos
4. bossleutel

Wat is goed?

1. ziek -huis
2. zieken-huis
3. Ziekenhuis
4. Ziekehuis

Wat is goed?

1. benzinenpomp
2. benzinepomp
3. benzine-pomp
4. benzinen- pomp