Debatteren les 3

Debatteren les 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
HoogbegaafdheidBasisschoolGroep 6,7

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Debatteren les 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maak je een goed argument

Doel: Je gaat leren hoe je een argument maakt


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Toch vind ik dat dierentuinen verboden moeten worden ..
timer
0:15
A
argument/reden
B
standpunt
C
toelichting
D
voorbeeld

Slide 7 - Quizvraag

want dieren leven in te kleine verblijven
timer
0:15
A
argument/reden
B
inleiding
C
toelichting
D
voorbeeld

Slide 8 - Quizvraag

In de dierentuinen hebben ze veel kleinere leefruimtes dan dat ze in het wild zouden hebben.
timer
0:15
A
argument/reden
B
inleiding
C
toelichting
D
voorbeeld

Slide 9 - Quizvraag

Zo leven leeuwen in een verblijf dat 100x kleiner is dan een natuurlijke leefomgeving.

timer
0:15
A
argument/reden
B
inleiding
C
toelichting
D
voorbeeld

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Stelling:

Gevangenen moeten een asielhond of -kat krijgen om voor te zorgen
Bedenk in één zin waar dit argument over gaat.
Argument: ???
Uitleg:
Want alle asieldieren die vanaf nu naar het asiel worden gebracht of al in het asiel
zitten krijgen een baasje.

Bijvoorbeeld: Er wordt een hond gevonden in het bos. De hond wordt naar een asiel gebracht,
waar al heel veel andere honden en katten zitten. In plaats van alle aandacht te moeten delen
met al die andere honden en katten, krijgt de hond een gevangene als baasje. Deze
gevangene heeft wel heel veel tijd om de hond alle liefde en aandacht te geven die hij nodig
heeft.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het argument?

Slide 13 - Open vraag

Stelling: Gevangenen moeten een asielhond of -kat krijgen om voor te zorgen

Argument
: Gevangenen leren zorgen voor een ander
Uitleg:
1.Waarom leert een gevangene door het hebben van een hond of kat hoe hij moet
zorgen voor een ander?
2.Waarom is het goed dat een gevangene leert zorgen voor een ander?
3.Waarom is dit belangrijk voor als hij of zij later uit de gevangenis komt? Denk hierbij
ook aan zorgen voor jezelf.
Bijvoorbeeld: Iemand zit in de gevangenis. Hij hoeft niet voor zichzelf te zorgen, want hij
moet zich aan allerlei regels houden. Bijvoorbeeld wanneer hij naar buiten mag, mag sporten
of wat er gegeten wordt. Als hij later vrijkomt, moet hij opeens helemaal voor zichzelf zorgen
en zelf de regels bepalen. In de gevangenis heeft hij als eten gegeven en gezorgd voor een kat
of een hond, dus kan hij ook voor zichzelf zorgen.

Slide 14 - Tekstslide

Samen de uitleg bedenken

Slide 15 - Tekstslide

Stelling: Gevangenen moeten een asielhond of -kat krijgen om voor te zorgen
Argument: Het is slecht voor de dieren

Uitleg:
Gevangenen kunnen gevaarlijk zijn, want ze zitten niet voor niets opgesloten.
De honden en katten zitten dan ook opgesloten in een kleine cel, bij een gevangene.
Dat is erg want dan kunnen de katten en honden worden verwaarloosd of mishandeld.

Voorbeeld:  Passend voorbeeld tegen de stelling
Tip: Geef een voorbeeld van een reden dat een crimineel in de gevangenis zit en waarom dit
slecht kan zijn voor een kat of een hond. Ook kun je een voorbeeld geven of er wel een
verschil is tussen een asiel en een gevangenis.

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld tegen dit argument

Slide 17 - Open vraag

Stelling

Dure merkkleding moet verboden worden op school

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
1 Maak groepjes van 2 en bedenk of je tegen of voor de stelling bent
2. Samen bereid je een speech voor van 2-3 minuten waarin je AUB gebruikt.

Slide 19 - Tekstslide