To be

Aims
At the end of this lesson:
- you know what to verb ''to be'' means
- you know how to use ''to be''
- you know how to form a question using ''to be''
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aims
At the end of this lesson:
- you know what to verb ''to be'' means
- you know how to use ''to be''
- you know how to form a question using ''to be''

Slide 1 - Tekstslide

To be
To be betekent 'zijn/worden'. Je gebruikt deze vormen in de tegenwoordige tijd.
I - am (I'm)
You - are (You're)
He/she/it - is (He's)
We - are (We're)
They - are (They're)

Slide 2 - Tekstslide

Kies de juiste 'to be'-vorm
I ..... 18 years old
A
am
B
are
C
is

Slide 3 - Quizvraag

Kies de juiste 'to be'-vorm
She ..... from the Netherlands
A
am
B
are
C
is

Slide 4 - Quizvraag

They ..... tired
A
am
B
are
C
is

Slide 5 - Quizvraag

To be
Het kan ook zijn dat het onderwerp niet 'I/you/hesheit/we/they' is, maar een naam of een groep.
Je moet dan goed kijken waar het onderwerp onder valt.
My sister -> she
Us -> we
My parents -> they
My dog -> it

Slide 6 - Tekstslide

Negatief
Je kunt ''to be'' ook negatief maken. Door iets negatief te maken voeg je het woordje ''not'' toe.
I am not (I'm not)
You are not (You're not)
He/she/it is not (She's not)
We are not (We're not)
They are not (They're not)

Slide 7 - Tekstslide

Vul am/are/is in en maak het negatief
He ...... in Spain (-)

Slide 8 - Open vraag

Vul am/are/is in en maak het negatief
You ..... Spanish (-)

Slide 9 - Open vraag

Vul am/are/is in en maak het negatief
I ...... good at sports (-)

Slide 10 - Open vraag

Wat is de correcte vraagzin?

A
She is tired
B
She isn't tired
C
Is she tired?
D
She is tired?

Slide 11 - Quizvraag

Maak hier een vraagzin van:
We are in Germany

Slide 12 - Open vraag

Vraagzin met 'to be'
Staat er een vorm van to be in de zin? Am/are/is? Dan wissel je het onderwerp om met het werkwoord.

I am tired > Am I tired?
My pet is yellow > Is my pet yellow?
My dad is 45 years old > Is my dad 45 years old?

Slide 13 - Tekstslide

Maak hier een vraagzin van
My friends are on holiday in France

Slide 14 - Open vraag

Aims
At the end of this lesson:
- you know what to verb ''to be'' means
- you know how to use ''to be''
- you know how to form a question using ''to be''

Slide 15 - Tekstslide

En, snap je alles?
A
Ja
B
Nee
C
Na extra oefenen wel

Slide 16 - Quizvraag