Unit 5.2 BB


unit 5.2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


unit 5.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

For today 
1. words (lesson-up)
2. Opdrachten maken (zelfstandig) 
3. Will / won't / shall (lesson-up) 
4. be going to (lesson-up)
5. Opdrachten maken (zelfstandig) 
6. Opdracht klassikaal bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hospital

Slide 3 - Woordweb

Aan welke woorden denk je bij het woord hospital?
Vertaal het woord dat tussen de haakjes staat

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My (blood type) is 0 neg. What's yours?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

You can fill in a (complaint) form at the desk.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Our relationship is very (complicated) at the moment

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Please fill in your (date of birth) here.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

My arms (hurt) because of all the exercises.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

This is a simple arm (fracture). Don't worry.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

His dad is a world-famous heart (surgeon).

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu de volgende opdrachten

Opdracht 12, 13 & 14 van Unit 5.2
Bladzijde 69 & 70.
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

will / won't / shall 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fill in: Shall, will or won't

Forget it! It........happen.


A
will
B
shall
C
won't

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in: Shall, will or won't

Ok, I .......... do it.
A
Will
B
Won't
C
Shall

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(use will, won't of shall)
__________ I help you cook dinner?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

be going to
Als je iets van plan bent te gaan doen. 
Bevestigend

I am going to go.

You are going to go.

He/she/it is going to go.

We are going to go.

They are going to go.
Ontkennende

I am not going to go.

You aren't going to go go.

He/she/it isn't going to go.

We aren't going to go.

They aren't going to go.


Vragend

Am I going to go?

Are you going to go?

Is he/she/it going to go?

Are we going to go?

Are they going to go?


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in: Gebruik het woord tussen haakjes en to be going to.

Voorbeeld:
(teach) Joanna is going to teach Zumba classes on Wednesday afternoon. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik "to be going to" + woord tussen haakjes.

(pay) How ________ you _________ for your membership?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik "to be going to" + woord tussen haakjes

(try) I ____________ that new workout the trainer showed us.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik "to be going to" + woord tussen haakjes

(fall) Watch out! Your water bottle _______________ on the floor.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu opdracht 18 & 19 van Unit 5.2
bladzijde 73 & 74
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 19 gaan we samen bespreken!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies