SV Lezen H2

Samenvatting
Lezen H2 - De opbouw van een tekst
2.1 - De indeling van teksten
2.2 - Deelonderwerpen herkennen
2.3 - Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Samenvatting
Lezen H2 - De opbouw van een tekst
2.1 - De indeling van teksten
2.2 - Deelonderwerpen herkennen
2.3 - Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Planning
  • Herhaling theorie Lezen H2
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Periodeplanning

Slide 3 - Tekstslide

Lezen 2.1 De indeling van teksten
  • Titel = onderwerp en/of trekt de aandacht van de lezer
  • Lead = vetgedrukte tekst onder de titel: korte samenvatting of aandacht
  • Inleiding = introductie van het onderwerp met de deur in huis vallen, belangstelling wekken (anekdote, voorbeeld), inleiding: toelichting onderwerp
  • Middenstuk (kern) =  verschillende kanten van het onderwerp
  • Slot = laatste beschrijving onderwerp, verwijzing naar voorbeeld of anekdote, samenvatting of conclusie.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe heet het dikgedrukte stukje tekst onder de titel?

Slide 5 - Open vraag

2.2 - Deelonderwerpen herkennen
  • Deelonderwerpen zijn de verschillende kanten van een onderwerp die in een tekst aan bod komen.
  • Het vinden van de deelonderwerpen kan je helpen om de structuur van een tekst te begrijpen.

Tip: Bekijk regelmatig de verschillende 
tekststructuren op blz. 209


Slide 6 - Tekstslide

Deelonderwerpen vinden
Hoe vind ik de deelonderwerpen van een tekst?
1 bepaal eerst wat het onderwerp van de tekst is
2 bestudeer de opmaak van de tekst
  •  soms vallen de deelonderwerpen samen met de verschillende alinea’s
  •  soms worden (sommige) deelonderwerpen aangegeven in de tussenkopjes
3 lees de eerste en/of de laatste zin (kernzin) van iedere alinea om snel vast te kunnen stellen waar elke alinea over gaat

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Iedere tekst heeft vijf deelonderwerpen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Per deelonderwerp wordt altijd één alinea gebruikt.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Lezen 2.3 Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverband - dat wat de verschillende onderdelen in een tekst met elkaar te maken hebben.
Signaalwoorden - geven dat verband, die relatie, de samenhang tussen de tekstdelen aan. 

Als je dus signaalwoorden herkent, helpt je dat bij het herkennen van de tekstverbanden.

Slide 11 - Tekstslide

Signaalwoorden
De signaalwoorden helpen ons bij het herkennen van verbanden:
* reden: daarom, omdat, derhalve, aangezien, namelijk
* tegenstelling: maar, echter, desondanks, hoewel, toch
* conclusie: dus, hieruit volgt, kortom
* oorzaak-gevolg: daardoor, als gevolg van, waardoor, zodat
* opsomming: eerst, vervolgens, bovendien, daarna, ten slotte, ook
* voorbeeld: zo, zoals, onder andere, bijvoorbeeld, dat wil zeggen
* doel-middel: om te, opdat, door middel van, daarmee, om, waarmee
blz.
208

Slide 12 - Tekstslide

oorzaak - gevolg
voorwaarde
vergelijking
samenvatting
al met al
doordat
net (zo) als
beter dan
kortom
indien
waardoor
tenzij

Slide 13 - Sleepvraag

Volgende les
TOETS Lezen H2 - 3 juni 2024

Wat ga je doen?
  • Maak alle reguliere opdrachten
  • Leer de theorie van 2.1, 2.2 & 2.3
  • Leer bladzijde 208 & 209
  • Maak de oefentoets
  • Maak eventueel de extra opdrachten

Slide 14 - Tekstslide