Passé composé 1

  • Voca
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • Voca

Slide 1 - Tekstslide

Le but:
1. Begrijpen en kunnen benoemen wat de passé composé betekent.

Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
1. Corriger ex. 28           - 10 minutes
2. Le passé composé - 20 minutes
-------------------------------------
3. Zelfstudie - leren/ extra opdrachten Frans - 15 minutes

Slide 3 - Tekstslide

Avez-vous des questions?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Dans ce cours...
  • Le passé composé 1
  • Basisregel werkwoorden op -er

Slide 6 - Tekstslide

Le passé composé
De passé composé is de verleden tijd met 2 werkwoorden. Bijvoorbeeld: Ik heb gegeten.
Heb is het hulpwerkwoord en gegeten is het voltooid deelwoord.

Slide 7 - Tekstslide

Le passé composé
Basisregel werkwoorden op -er:
  • Hulpwerkwoord: vorm van avoir
  • Voltooid deelwoord: bij de werkwoorden op -er haal je de -r eraf en zet je een streepje op de erbij.

Slide 8 - Tekstslide

Le passé composé
Voorbeelden:
Manger = Eten
Ils ont mangé = Zij hebben gegeten

Parler = Praten
J'ai parlé = Ik heb gepraat

Jouer = Spelen
Nous avons joué = Wij hebben gespeeld

Slide 9 - Tekstslide

Le passé composé
Let op!
In het Frans staan alle werkwoorden bij elkaar!
In het Nederlands staat het voltooid deelwoord vaak helemaal achteraan de zin.

Il a regardé un film = Hij heeft een film gekeken

Slide 10 - Tekstslide

Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord.
Tu ... habité à Lage Zwaluwe.
A
ai
B
as
C
a
D
ont

Slide 11 - Quizvraag

Vous ... visité la France?
A
ont
B
a
C
avons
D
avez

Slide 12 - Quizvraag

Daan et Yuan ... joué au foot.
A
ont
B
a
C
avez
D
ai

Slide 13 - Quizvraag

Il ... mangé une pomme.
A
as
B
avons
C
a
D
ai

Slide 14 - Quizvraag

Emma a ... un sac. (acheter)

Slide 15 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord tussen haakjes in.
Nous avons ... un film. (regarder)

Slide 16 - Open vraag

Ils ont ... français. (parler)

Slide 17 - Open vraag

J'ai ... de la musique. (écouter)

Slide 18 - Open vraag

Zet de zin in de passé composé.
Je mange du chocolat.

Slide 19 - Open vraag

Vous aimez le foot.

Slide 20 - Open vraag

Il donne un cadeau.

Slide 21 - Open vraag

Nous écoutons de la musique.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Link

Verbuga
Op de volgende dia staat een link naar de website www.verbuga.eu. Oefen daar met de werkwoorden op -er in de passé composé.
  1. In de kolom links vink je présent uit en de passé composé aan.
  2. In de kolom helemaal rechts vink je 4 werkwoorden aan: aimer, donner, parler en manger.
  3. Klik op confirmer.
  4. Je krijgt dan te zien welk werkwoord je moet vervoegen bij welke persoon. Vul het hulpwerkwoord en voltooid deelwoord in.
  5. Klik op suivant om naar de volgende vraag te gaan.

Slide 24 - Tekstslide