3.2 Welvaart en ontwikkeling



3.2 Welvaart en ontwikkeling




H3 De olifant ontwaakt

Arm en Rijk

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les



3.2 Welvaart en ontwikkeling




H3 De olifant ontwaakt

Arm en Rijk

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Welke criteria kun je gebruiken om landen en gebieden met elkaar te vergelijken?
  • Welke economische indicatoren kun je gebruiken om landen en gebieden met elkaar te vergelijken?
  • Wat zijn de eigenschappen en de beperkingen van die indicatoren?

Slide 2 - Tekstslide

Lees in je boek tekst blz. 67
Rijk, rijker, rijkst

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Ontwikkelingskenmerken:
Welke kenmerken laten zien hoe ver een land ontwikkeld is?

Slide 6 - Woordweb

Ontwikkelingskenmerken
Welvaartspeil bepaalt hoe ontwikkeld een land is.
Ontwikkeling is niet gelijk verdeeld over de wereld.
- Europa en Noord Amerika 
- Afrika en Azië 

Verschillen in ontwikkeling  merkbaar ook binnen een land. 

Slide 7 - Tekstslide

Indicatoren ontwikkeling
  • BNP/hoofd
  • HDI
  • Toegang tot basisbehoeften
  • Levensverwachting
  • Energieverbruik
  • Bevolkingsgroei
  • Verstedelijking

Slide 8 - Tekstslide

BNP
Bruto Nationaal Product: totale  productie van goederen en diensten in een land in een jaar 
- de inkomsten van alle mensen in een land, ook die in het buitenland werken. 
Bruto Binnenlands product: de productie van een land, zonder de mensen die in het buitenland werken, met de buitenlanders die hier werken. 

Slide 9 - Tekstslide

BNP/hoofd
De gemiddelde inkomsten van een persoon in dat land. 
Kleine groep heel veel geld, grote groep mensen heel arm. 

Om landen te vergelijken wordt dit cijfer gebruikt. 

Slide 10 - Tekstslide

Nadelen BNP/inwoner
  • Het is een gemiddelde
  • Betrouwbaarheid
  • Prijsverschillen niet duidelijk  
  • Koopkracht
  • Regionale ongelijkheid

Slide 11 - Tekstslide

Nadelen BNP/hoofd arm land 
  • Sociale ongelijkheid niet zichtbaar    
  • Inkomens in de stad hoger dan op het plateland                                
  • Onbetrouwbare gegevens; 
       informele sector, ruilhandel en zelfvoorziening ontbreken. 
  • Weergegeven in dollars; 
       nadelige wisselkoers kan onjuiste weergave van de       
       werkelijkheid geven

Slide 12 - Tekstslide

Hamburger
index

Ook wel big mac index
Waarom handig?

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

Opdrachten
Maak Hoofdstuk 3  § 2
Opdr. 1 ,2a ,4a,b

Slide 15 - Tekstslide

Human Development Index
Door VN ontwikkeld
Samengestelde indicator van:
  1. BNP per inwoner (economisch kenmerk)
  2. Levensverwachting (demografisch )
  3. Analfabetisme (sociaal-cultureel)

Hoe dichter het getal  bij 1, hoe beter het land ontwikkeld is. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Welke indicatoren zijn onderdeel van de Human Development Index (HDI)?
A
BNP/hoofd, bevolkingsgroei, zuigelingensterfte
B
BNP/hoofd, artsendichtheid, scholingsgraad
C
BNP/hoofd, levensverwachting, analfabetisme
D
BNP/hoofd, vruchtbaarheidscijfer, toegang tot basisbehoeften

Slide 18 - Quizvraag

Hoe wordt de HDI gerankt?
Hoe dichter bij ..., hoe beter ontwikkeld
A
0
B
1
C
10
D
100

Slide 19 - Quizvraag

Welke nadelen zitten er aan het gebruik van het HDI als vergelijkingsindicator?

Slide 20 - Open vraag

Hoe is de samenstelling van de beroepsbevolking een goede indicator van het ontwikkelingsniveau van een land?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Welke verdeling was er vroeger in het wereldsysteem?
A
Centrum-periferie
B
Centrum-semiperiferie
C
Semiperiferie-periferie
D
centrum-semiperiferie-periferie

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de benaming voor de groep opkomende landen?
A
Centrum
B
Semiperiferie
C
Periferie

Slide 25 - Quizvraag

Een veranderend wereldsysteem
Vroeger: Centrum-periferie; rijk-arm; noord-zuid; afhankelijkheidsrelatie

Tegenwoordig: Centrum-semiperiferie-periferie; een nieuwe groep opkomende landen vormen de semiperiferie (Aziatische tijgers, BRIC-landen)

Slide 26 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties:
1. Centrum ; 2. Semiperiferie; 3. Periferie
A. Primair ; B. Secundair ; C. Tertiair

Slide 27 - Open vraag

Oorzaak ontwikkeling India
Van planeconomie naar markteconomie

  • Openstellen voor buitenlandse bedrijven: SEZ's
  • Aantrekken MNO's met gunstige vestigingsfactoren
  • Komst MNO's leidt tot directe en indirecte werkgelegenheid
  • Investeren in buitenland nu ook mogelijk

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

India en Groot-Brittannië 
Groot-Brittannië wint op alle vlakken, maar India grotere economische groei. 

India:
Niet iedereen profiteert 
  • Sociale ongelijkheid: rijk tegenover arm, opkomst middenklasse
  • Regionale ongelijkheid: nauwelijks investeringen in de landbouw

Slide 31 - Tekstslide

Opdrachten
Maak Hoofdstuk 3  § 2
Opdr. 3a,b, 5a,b 6a,b  en 7 

Slide 32 - Tekstslide

Kolonie levert grondstof voor opkomende industrie in Europa, welk soort kolonie?
A
Exploitatiekolonie
B
Vestigingskolonie

Slide 33 - Quizvraag

Bekijk het kaartje. Gaat dit over sociale ongelijkheid of regionale ongelijkheid?
A
sociale ongelijkheid
B
regionale ongelijkheid

Slide 34 - Quizvraag

Welk type ongelijkheid zie je in de afbeelding?
A
Regionale ongelijkheid
B
Sociale ongelijkheid

Slide 35 - Quizvraag

Welke kenmerken van Arm of Rijk zie je?

Slide 36 - Open vraag

Welke nadelen heeft BNP/hoofd?

Slide 37 - Open vraag

Wat meet je met de hamburgerindex?

Slide 38 - Open vraag

Analfabetisme is een voorbeeld van een
A
demografisch kenmerk
B
economisch kenmerk
C
sociaal-cultureel kenmerk

Slide 39 - Quizvraag

Levensverwachting is een
A
demografisch kenmerk
B
sociaal-cultureel kenmerk

Slide 40 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de HDI-index
A
analfabetisme
B
bnp/inwoner
C
koopkracht
D
levensverwachting

Slide 41 - Quizvraag

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Centrum
Periferie
Semi-periferie
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 42 - Sleepvraag

De informele sector behoort tot
A
de primaire sector
B
de secundaire sector
C
de tertiaire sector
D
de quartaire sector

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Video

Wat zegt dit kenmerk over de economische ontwikkeling?
Hoger / meer is beter
Lager / minder is beter
Geboortecijfer
Sterftecijfer
Omvang primaire sector
Omvang tertiaire sector
HDI
Analfabetisme
Aantal artsen per 1000 inwoners
Verstedelijking
Internetverbindingen
Levensverwachting

Slide 45 - Sleepvraag

Slide 46 - Link