3.2 Welvaart en ontwikkeling



3.2 Welvaart en ontwikkeling






Arm en Rijk

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les



3.2 Welvaart en ontwikkeling






Arm en Rijk

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Welke criteria kun je gebruiken om landen en gebieden met elkaar te vergelijken?
  • Welke economische indicatoren kun je gebruiken om landen en gebieden met elkaar te vergelijken?
  • Wat zijn de eigenschappen en de beperkingen van die indicatoren?

Slide 2 - Tekstslide

Ontwikkelingskenmerken:
Welke kenmerken laten zien hoe ver een land ontwikkeld is?

Slide 3 - Woordweb

Indicatoren ontwikkeling
  • BNP/hoofd
  • HDI
  • Toegang tot basisbehoeften
  • Levensverwachting
  • Energieverbruik
  • Bevolkingsgroei
  • Verstedelijking

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit hoe het BNP/hoofd een indicator is van de ontwikkeling van een land.

Slide 5 - Open vraag

BNP
Bruto Nationaal Product: de inkomsten van alle mensen in een land, ook die in het buitenland werken. 

Bruto Binnenlands product: de productie van een land, zonder de mensen die in het buitenland werken, met de buitenlanders die hier werken. 

Slide 6 - Tekstslide

BNP/hoofd
De gemiddelde inkomsten van een persoon in dat land. 

Om landen te vergelijken wordt dit cijfer gebruikt. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke nadelen van het BNP/hoofd kan je bedenken?

Slide 8 - Open vraag

Nadelen BNP/hoofd
  • Sociale ongelijkheid niet zichtbaar
  • Regionale ongelijkheid niet zichtbaar                                                -> BRP
  • Onbetrouwbare gegevens; 
       informele sector, ruilhandel en zelfvoorziening ontbreken. 
  • Weergegeven in dollars; 
       nadelige wisselkoers kan onjuiste weergave van de       
       werkelijkheid geven
  • Prijsverschillen niet duidelijk                                                                 -> Koopkracht

Slide 9 - Tekstslide

Welke indicatoren zijn onderdeel van de Human Development Index (HDI)?
A
BNP/hoofd, bevolkingsgroei, zuigelingensterfte
B
BNP/hoofd, artsendichtheid, scholingsgraad
C
BNP/hoofd, levensverwachting, analfabetisme
D
BNP/hoofd, vruchtbaarheidscijfer, toegang tot basisbehoeften

Slide 10 - Quizvraag

Hoe wordt de HDI gerankt?
Hoe dichter bij ..., hoe beter ontwikkeld
A
0
B
1
C
10
D
100

Slide 11 - Quizvraag

Human Development Index
Samengestelde indicator van:
  1. BNP per inwoner
  2. Levensverwachting
  3. Analfabetisme

Hoe dichter bij 1, hoe beter het land ontwikkeld is. 

Slide 12 - Tekstslide

Welke nadelen zitten er aan het gebruik van het HDI als vergelijkingsindicator?

Slide 13 - Open vraag

Nadelen
  • Regionale en sociale ongelijkheid niet zichtbaar
-> regionale HDI
-> Geen oplossing voor sociale ongelijkheid 
(sociale ongelijkheid = situatie waarin er verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen zijn tussen groepen mensen in een gebied)

Slide 14 - Tekstslide

Samenstelling beroepsbevolking
Primaire sector: zelfvoorzienende landbouw in ontwikkelingslanden, ontwikkelde landen produceren voor de handel. 

Secundaire sector: verplaatst vanuit ontwikkelde landen naar ontwikkelingslanden, hierdoor zijn landen in ontwikkeling gekomen

Tertiaire sector: ontwikkelde landen helemaal overgegaan op een diensteneconomie. In ontwikkelingslanden wordt ook in de dienstensector gewerkt, maar dan ongeschoold en vaak in de informele sector. 

Slide 15 - Tekstslide

Welke verdeling was er vroeger in het wereldsysteem?
A
Centrum-periferie
B
Centrum-semiperiferie
C
Semiperiferie-periferie
D
centrum-semiperiferie-periferie

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de benaming voor de groep opkomende landen?
A
Centrum
B
Semiperiferie
C
Periferie

Slide 17 - Quizvraag

Een veranderend wereldsysteem
Vroeger: Centrum-periferie; rijk-arm; noord-zuid; afhankelijkheidsrelatie

Tegenwoordig: Centrum-semiperiferie-periferie; een nieuwe groep opkomende landen vormen de semiperiferie (Aziatische tijgers, BRIC-landen)

Slide 18 - Tekstslide

Nadelen: Ruilvoet
Ruilvoet= verhouding van de waarde tussen import en export.
Ruilvoetverslechtering=
Verslechtering van de verhouding tussen de waarde van exportproducten en de waarde van importproducten van een land.

Slide 19 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties:
1. Centrum ; 2. Semiperiferie; 3. Periferie
A. Primair ; B. Secundair ; C. Tertiair

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video