In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Deze les
- De waterbalans van een gebied beschrijven
- Bepalen of waterbeheer duurzaam is of niet
Herhalen 3.1
zoet/zout
waterkringloop
uitleg
waterbalans
+
duurzaam waterbeheer
Oefening waterbalans
+
duurzaam waterbeheer
werken aan weektaak
Slide 1 - Tekstslide
verdampen
De zon schijnt op het zeewater, het water wordt warmer en gaat verdampen.
Dat betekent dat vloeibaar water verandert in waterdamp (gasvorm, niet zichtbaar).
Ook op het land kan verdamping plaatsvinden. Planten en bomen zorgen ook dat vloeibaar water verandert in waterdamp.
condensatie en neerslag
Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
Als de wolken dik en grijs zijn regenen ze uit. Het water valt weer in de zee.
condensatie en neerslag
Waterdamp worden weer waterdruppels (te zien als wolken).
In de bergen is het koud. Het water valt als sneeuw in de bergen. Hier kan het lang blijven liggen.
grondwaterstromingen
Water dat bijvoorbeeld als regen gevallen is zakt in de bodem. Daar ligt het niet stil op zijn plek, het stroomt naar lager gelegen gebieden. Ook richting zee.
afstroming door rivieren
Water dat bijvoorbeeld als regen gevallen is in de rivier terecht gekomen. Via de rivieren stroomt het weer richting zee.
Slide 2 - Tekstslide
Geef de 3 onderdelen uit de korte waterkringloop in de juiste volgorde.
Slide 3 - Open vraag
Geef 3 onderdelen die alleen in de lange waterkringloop zitten
Slide 4 - Open vraag
Geef 3 natuurlijke redenen waardoor veel water ongeschikt of onbereikbaar is voor de mens.
Slide 5 - Open vraag
- De waterbalans van een gebied beschrijven
- Bepalen of waterbeheer duurzaam is of niet
Herhalen 3.1
zoet/zout
waterkringloop
uitleg
waterbalans
+
duurzaam waterbeheer
Oefening waterbalans
+
duurzaam waterbeheer
werken aan weektaak
Slide 6 - Tekstslide
Ong. evenveel neerslag: een heel ander landschap.
Botswana
Zweden
Slide 7 - Tekstslide
Nuttige neerslag
= het regenwater dat overblijft na verdamping.
Wat dus gebruikt kan worden in het gebied.
Slide 8 - Tekstslide
De waterbalans
Overzicht van hoeveel water een gebied in gaat
en hoeveel er weer uit een gebied gaat.
Slide 9 - Tekstslide
Water komt een gebied in
De toevoer laat zien hoeveel water er bij is gekomen in een gebied.
- neerslag
- rivieren die het gebied instromen
Slide 10 - Tekstslide
Water komt een gebied in
De neerslag kan infiltreren in de bodem.
Het water zakt de bodem in.
Slide 11 - Tekstslide
Water gaat uit een gebied
Natuurlijke oorzaken zijn:
- verdamping
- uitstoom van rivier
Watergebruik (menselijk):
- (verdamping door) landbouw
- toerisme
- huishoudens,
- industrie
Slide 12 - Tekstslide
Duurzaam waterbeheer
Vernieuwbaar water
Water dat weer snel aangevuld wordt door regen/een rivier.
Slide 13 - Tekstslide
Duurzaam waterbeheer
Niet-vernieuwbaar water
Water uit een ander tijdvak
Oud water, diep in de ondergrond opgeslagen
wordt niet aangevuld door regenwater/rivieren.
Ook wel 'fossiel grondwater' genoemd.
Slide 14 - Tekstslide
Duurzaam waterbeheer
Als je alleen je vernieuwbare voorraad water gebruikt,
doe je aan duurzaam waterbeheer.
Slide 15 - Tekstslide
Wel of niet duurzaam?
Slide 16 - Tekstslide
Wel of niet duurzaam? De Amsterdamse Waterleidingduinen.
Slide 17 - Tekstslide
Leg uit waarom de titel 'waterbalans' onjuist is bij deze grafiek.
Slide 18 - Open vraag
Geef het begrip welke een betere titel zou zijn. Het begrip bestaat uit 2 woorden
Slide 19 - Open vraag
leg uit wanneer waterbeheer als duurzaam wordt gezien.
Slide 20 - Open vraag
Geef 2 onderdelen van de waterbalans die er voor zorgen dat er meer water in een gebied is.
Slide 21 - Open vraag
Geef 2 onderdelen van de waterbalans die er voor zorgen dat er minder water in een gebied is.