Herhaling jaar 1: cijfers, vragen, voca

tu vas répéter
Bonjour
tu vas répéter
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

tu vas répéter
Bonjour
tu vas répéter

Slide 1 - Tekstslide

Les questions

1. Bonjour, ça va? 
2. Comment tu t'appelles? 
3. Tu as quel âge? 
4. Tu habites où? 

Les réponses

1. Salut, ça va bien.
2. Je m'appelle (Marc).
3. J'ai (douze) ans.
4. J'habite à (Amsterdam).

Slide 2 - Tekstslide

Bonjour ! Comment ça va ?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe gaat het?
  • Comment ça va?
Ça va
Ça va bien
Ça va mal
Super!
  • Merci et toi? 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vraag je in het Frans hoe iemand heet?
A
Comment ça va?
B
Comment tu t'appelles?
C
Quel âge as tu?
D
Tu aimes voyager?

Slide 5 - Quizvraag

Hoe zeg je "goedemorgen" in het Frans?
A
Bonne chance
B
Beaucoup
C
Bonne nuit
D
Bonjour

Slide 6 - Quizvraag

tot ziens =
A
à demain
B
au revoir
C
bonjour
D
salut

Slide 7 - Quizvraag

Comment tu t'appelles?

Slide 8 - Open vraag

Tu habites où?

Slide 9 - Open vraag

Ça va?

Slide 10 - Open vraag

Je m'appelle Wies

Slide 11 - Open vraag

J'habite à Amsterdam

Slide 12 - Open vraag

Ça va bien!

Slide 13 - Open vraag

LES CHIFFRES! 
Herinner je je de getallen nog? 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

un (1)
 deux (2) 
trois (3) 
quatre (4) 
cinq (5) 
six (6)
sept (7) 
huit (8) 
neuf (9) 
dix (10) 
onze (11) 
douze (12) 
treize (13) 
quatorze (14) 
quinze (15) 
seize (16) 
dix-sept (17) 
dix-huit (18)
 dix-neuf (19) 
vingt (20)

Slide 16 - Tekstslide

Treize
A
11
B
12
C
10
D
13

Slide 17 - Quizvraag

Neuf
A
9
B
8
C
5
D
3

Slide 18 - Quizvraag

16
A
Quatorze
B
Douze
C
Seize
D
Quinze

Slide 19 - Quizvraag

7
A
huit
B
six
C
dix
D
sept

Slide 20 - Quizvraag

vijf
A
six
B
cinq
C
quinze
D
seize

Slide 21 - Quizvraag

Drie
A
Treize
B
Trois
C
Douze
D
Onze

Slide 22 - Quizvraag

Onze
A
11
B
10
C
12
D
13

Slide 23 - Quizvraag

Som:
trois + quatre =?

Slide 24 - Open vraag

som:
sept - deux=

Slide 25 - Open vraag

question:
deux + dix=

Slide 26 - Open vraag

Douze
A
10
B
9
C
12
D
8

Slide 27 - Quizvraag

Huit
A
6
B
8
C
3
D
7

Slide 28 - Quizvraag

Quinze
A
15
B
12
C
13
D
16

Slide 29 - Quizvraag

4
A
Un
B
Cinq
C
Deux
D
Quatre

Slide 30 - Quizvraag

17
A
Dix-neuf
B
Quatorze
C
Seize
D
Dix- sept

Slide 31 - Quizvraag

Vingt
A
16
B
20
C
18
D
12

Slide 32 - Quizvraag

Elle a quel âge ?
A
cinq
B
six
C
sept
D
huit

Slide 33 - Quizvraag

Il a quel âge?

Slide 34 - Open vraag

Hoe oud zijn de kinderen met de taart geworden?
Sleep het juiste getal naar de juiste taart!
Treize
Quatorze
Dix
Onze

Slide 35 - Sleepvraag

Slide 36 - Video

vertaal : de keuken
A
la cousine
B
le cousin
C
le cuisinier
D
la cuisine

Slide 37 - Quizvraag

Vertaal : de tuin
A
le jardinier
B
le matin
C
le jardin
D
la jardinerie

Slide 38 - Quizvraag

Vertaal: het huis
A
l'appartement
B
le jardin
C
la cuisine
D
la maison

Slide 39 - Quizvraag

Wat betekent: Prends ton agenda. Écris les devoirs pour mercredi.

Slide 40 - Open vraag

Vertaal: en vacances
A
morgen
B
op vakantie
C
op school
D
naar Frankrijk

Slide 41 - Quizvraag

Wat betekent:
Mon copain et moi, nous aimons
la plage.
A
mijn vriendin en ik houden van vakantie
B
mijn vriend en ik houden van het strand
C
mijn vriendin en ik houden van het strand
D
mijn neef en ik houden van het strand

Slide 42 - Quizvraag

wat betekent: mon père et mon grand-mère adorons jouer le tennis

Slide 43 - Open vraag

Quel est ton âge ?
Wat betekent dit?

Slide 44 - Open vraag

Vertaal:
on rigole beaucoup avec ma soeur
A
we fietsen veel met mijn zus
B
we blijven lang bij mijn moeder
C
wij lachen veel met mijn zus
D
wij roeien vaak met mijn zus

Slide 45 - Quizvraag

Vertaal:
Mon frère n'aime pas les légumes.

Slide 46 - Open vraag