9. Herhaling 1

Herhaling
Bonjour
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Herhaling
Bonjour

Slide 1 - Tekstslide

Les questions

1. Bonjour, ça va ? 
2. Comment tu t'appelles ? 
3. Tu as quel âge ? 
4. Tu habites où ? 

Les réponses

1. Salut, ça va bien.
2. Je m'appelle (Sylvie).
3. J'ai (quatorze) ans.
4. J'habite à (Bilthoven).

Slide 2 - Tekstslide

Bonjour ! Comment ça va ?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe gaat het?
  • Comment ça va?
Ça va
Ça va bien
Ça va mal
Super!
  • Merci et toi? 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vraag je in het Frans hoe iemand heet?
A
Comment ça va ?
B
Comment tu t'appelles ?
C
Quel âge as tu ?
D
Tu aimes voyager ?

Slide 5 - Quizvraag

Hoe zeg je "goedemorgen" in het Frans?
A
Bonne chance
B
Beaucoup
C
Bonne nuit
D
Bonjour

Slide 6 - Quizvraag

tot ziens =
A
à demain
B
au revoir
C
bonjour
D
salut

Slide 7 - Quizvraag

Comment tu t'appelles ?

Slide 8 - Open vraag

Tu habites où ?

Slide 9 - Open vraag

Ça va ?

Slide 10 - Open vraag

Je m'appelle Wies

Slide 11 - Open vraag

J'habite à Amsterdam

Slide 12 - Open vraag

Ça va bien!

Slide 13 - Open vraag

LES CHIFFRES! 
Herinner je je de getallen van vorige keer nog? 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

un (1)
 deux (2) 
trois (3) 
quatre (4) 
cinq (5) 
six (6)
sept (7) 
huit (8) 
neuf (9) 
dix (10) 
onze (11) 
douze (12) 
treize (13) 
quatorze (14) 
quinze (15) 
seize (16) 
dix-sept (17) 
dix-huit (18)
 dix-neuf (19) 
vingt (20)

Slide 16 - Tekstslide

Treize
A
11
B
12
C
10
D
13

Slide 17 - Quizvraag

Neuf
A
9
B
8
C
5
D
3

Slide 18 - Quizvraag

16
A
Quatorze
B
Douze
C
Seize
D
Quinze

Slide 19 - Quizvraag

7
A
huit
B
six
C
dix
D
sept

Slide 20 - Quizvraag

vijf
A
six
B
cinq
C
quinze
D
seize

Slide 21 - Quizvraag

Drie
A
Treize
B
Trois
C
Douze
D
Onze

Slide 22 - Quizvraag

Onze
A
11
B
10
C
12
D
13

Slide 23 - Quizvraag

Som:
trois + quatre =?

Slide 24 - Open vraag

som:
sept - deux=

Slide 25 - Open vraag

question:
deux + dix=

Slide 26 - Open vraag

Douze
A
10
B
9
C
12
D
8

Slide 27 - Quizvraag

Huit
A
6
B
8
C
3
D
7

Slide 28 - Quizvraag

Quinze
A
15
B
12
C
13
D
16

Slide 29 - Quizvraag

4
A
Un
B
Cinq
C
Deux
D
Quatre

Slide 30 - Quizvraag

17
A
Dix-neuf
B
Quatorze
C
Seize
D
Dix- sept

Slide 31 - Quizvraag

Vingt
A
16
B
20
C
18
D
12

Slide 32 - Quizvraag

Elle a quel âge ?
A
cinq
B
six
C
sept
D
huit

Slide 33 - Quizvraag

Il a quel âge?

Slide 34 - Open vraag

Hoe oud zijn de kinderen met de taart geworden?
Sleep het juiste getal naar de juiste taart!
Treize
Quatorze
Dix
Onze

Slide 35 - Sleepvraag

Slide 36 - Video

vertaal : de keuken
A
la cousine
B
le cousin
C
le cuisinier
D
la cuisine

Slide 37 - Quizvraag

Vertaal : de tuin
A
le jardinier
B
le matin
C
le jardin
D
la jardinerie

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

maak het rijtje van avoir,
typ in j'... , tu..., il/elle/on..., nous ..., vous ..., ils/elles ...
timer
1:00

Slide 41 - Open vraag

maak het rijtje van être
typ in je... , tu..., il/elle/on..., nous ..., vous ..., ils/elles ...

Slide 42 - Open vraag

wij zijn
A
vous êtes
B
nous avons
C
ils sont
D
nous sommes

Slide 43 - Quizvraag

jullie hebben, u heeft
A
nous avons
B
vous avez
C
vous avons
D
nous avez

Slide 44 - Quizvraag

zij zijn (vrouwelijk meervoud)
A
elle a
B
elles ont
C
elle est
D
elles sont

Slide 45 - Quizvraag

ik heb - ik ben
A
j'ai - je suis
B
je suis - j'ai
C
je ai-j'suis
D
j'suis - je ai

Slide 46 - Quizvraag

mijn broer is = ........ ..........
A
nous sommes
B
il est
C
ils sont
D
vous êtes

Slide 47 - Quizvraag

Sofie et Marianne zijn = .......... ...................
A
elles sont
B
nous sommes
C
elles ont
D
vous êtes

Slide 48 - Quizvraag

vertaal: wij hebben een huis

Slide 49 - Open vraag

vertaal: ik ben groot

Slide 50 - Open vraag

vertaal: ik ben 13 jaar

Slide 51 - Open vraag

Welke vergissing maak jij altijd met être en avoir?

Slide 52 - Open vraag