betrouwbaar en valide

betrouwbaar en valide
Als je een onderzoek doet dan wil je dat het onderzoek betrouwbaar en valide is.

Wat betekenen betrouwbaar en valide?

Thema 5 Regeling
B6 Spieren en beweging
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

betrouwbaar en valide
Als je een onderzoek doet dan wil je dat het onderzoek betrouwbaar en valide is.

Wat betekenen betrouwbaar en valide?

Thema 5 Regeling
B6 Spieren en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

betrouwbaar
 Betrouwbaarheid gaat over  de manier van meten

Je wilt dat er zo min mogelijke toevallige fouten gemaakt worden bij het meten.

Als je het onderzoek herhaalt krijg je steeds ongeveer dezelfde meetwaarden die ook niet ver van elkaar af zullen liggen


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

betrouwbaar
Voorbeeld: een weegschaal

Als je op de weegschaal gaat staan en hij geeft steeds iets anders aan dan is de weegschaal niet betrouwbaar.

Als de weegschaal steeds ongeveer hetzelfde aangeeft dan is hij wel betrouwbaar.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede meting is betrouwbaar.
Op de klok kijken is ...
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met je liniaal 10 cm uitmeten is ...
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoogte van een toren schatten is ...
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op je snelheidsmeter kijken hoe hard je gaat is ...
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De breedte van de straat bepalen door het aantal stappen te tellen is...
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 8 - Quizvraag

want als een ander het herhaalt komt er iets anders uit
Je moeder laten voelen of je koorts hebt is ...
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 9 - Quizvraag

want als een andere moeder meet dan zegt zij iets anders
valide
Valide betekent dat je het verschijnsel meet, dat je wilt meten

Als er bijvoorbeeld constant een te hoge of te lage waarde wordt gemeten dan is je onderzoek niet valide.

Of als je eigenlijk iets anders meet dan je wilt meten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

valide
Voorbeeld: de weegschaal

Als je op de weegschaal gaat staan en hij geeft steeds 5 kilo teveel aan dan is de weegschaal niet valide.

Als de weegschaal precies aangeeft hoeveel je weegt dan zijn de metingen wel valide.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rode stip is je precieze gewicht, de blauwe stipjes zijn metingen. Binnenste ring = tot 1 kg meer of minder, volgende ring = tot 2 kg meer of minder etc.
Betrouwbaar = meet steeds ongeveer hetzelfde, valide = meet wat je wilt meten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld 1
Een onderzoekster wil weten hoe vaak mensen rommel op straat gooien. Dat is de onderzoeksvraag.

Zij vraagt op een drukke zaterdagmiddag in een winkelcentrum aan een aantal mensen of zij dit wel eens doen. 

Ze krijgt steeds hetzelfde antwoord: Nee hoor, dat doe ik niet!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit onderzoek is:
A
valide
B
niet valide

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

nu met betrouwbaarheid erbij
Een onderzoekster wil weten hoe vaak mensen rommel op straat gooien. Dat is de onderzoeksvraag.

Zij vraagt op een drukke zaterdagmiddag in een winkelcentrum aan een aantal mensen of zij dit wel eens doen. 

Ze krijgt steeds hetzelfde antwoord: Nee hoor, dat doe ik niet!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit onderzoek is :
A
betrouwbaar en valide
B
betrouwbaar maar niet valide
C
niet valide en niet betrouwbaar
D
wel valide maar niet betrouwbaar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

uitleg voorbeeld 1
Het onderzoek is wel betrouwbaar, want als zij het zou herhalen dan zou ze dezelfde uitkomst krijgen.

 Het onderzoek is niet valide, omdat het geen goed antwoord kan geven op de onderzoeksvraag. (Hoe vaak gooien mensen rommel op straat?) De mensen hebben sociaal wenselijke antwoorden gegeven en dat zullen ze blijven doen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld 2
 Op de afdeling Neonatologie van een ziekenhuis meet men de lichaamstemperatuur van pasgeboren baby’s. Daarbij wordt gebruikgemaakt van vijf oude thermometers, die een afwijking hebben tot twee graden Celsius gemiddeld.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit onderzoek is :
A
betrouwbaar en valide
B
betrouwbaar maar niet valide
C
niet valide en niet betrouwbaar
D
wel valide maar niet betrouwbaar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

uitleg voorbeeld 2
De thermometers zijn niet betrouwbaar en het ziekenhuis kan beter nieuwe thermometers kopen. 

De metingen zullen bij herhaling wel telkens rond een verwachte waarde bewegen (van twee graden onder de werkelijke temperatuur tot twee graden erboven), dus de metingen zijn wel valide.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies