MAVO BHA les 4 2024-2025 kunstbeschouwen

THEORIE
Kunst beschouwen 
BHA/BTE
2024-2025
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

THEORIE
Kunst beschouwen 
BHA/BTE
2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Quiz

Slide 4 - Tekstslide

wat is het verschil tussen voorstelling en vormgeving?
A
voorstelling is hoe iets wordt weergegeven, vormgeving wat er wordt weergegeven
B
voorstelling is wat er wordt weergegeven, vormgeving is hoe iets wordt weergegeven
C
voorstelling is op toneel, vormgeving is bij beeldende kunst
D
voorstelling vertelt een verhaal, vormgeving 'vertelt' een emotie

Slide 5 - Quizvraag

Het eerste waar meestal naar gevraagd wordt zijn aspecten van de voorstelling. Een aspect van de voorstelling kan zijn:
A
Het is een sculptuur
B
Veel verschillende kleuren.
C
Een gladde, glimmende organische vorm
D
Een tafel met een vaas met bloemen.

Slide 6 - Quizvraag


Dit schilderij is:
A
Figuratief
B
Abstract
C
geabstraheerd

Slide 7 - Quizvraag


Dit schilderij is:
A
Figuratief
B
Abstract
C
Geabstaheerd

Slide 8 - Quizvraag

Is het heel realistisch?
Dan is het ...
A
Het lijkt net echt, het is 'naturalistisch'
B
Lijkt bijna abstract, maar nog net niet; je kunt nog een beetje iets herkennen.
C
Het is versimpeld, gestileerd.
D
Het is abstract, non-figuratief.

Slide 9 - Quizvraag

figuratief
Geabstraheerd
abstract

Slide 10 - Sleepvraag


Benoem 
de volgorde.
1
2
3
A
1 =figuratief, 2=geometrisch, 3=expressief
B
1 =figuratief, 2=Abstract, 3=geabstraheerd
C
1 =figuratief, 2=geabstraheerd, 3=abstract

Slide 11 - Quizvraag

Hieronder zie je VORMCONTRASTEN.
Sleep de juiste benaming op het juiste plaatje.
geometrisch
Open
Gesloten
Organisch

Slide 12 - Sleepvraag

Welke tegenstellingen zag je op het vorige plaatje?
Neem het woord over en zet het vormcontrast erachter.
Geometrisch en .........................
Open en .......................
3d en .......................
Figuratief en ........................

Slide 13 - Open vraag


Welke vormcontrasten zien we hier?
A
Links: geometrisch-organisch Rechts: Figuratief en geabstraheerd.
B
Links: figuratief en geabstraheerd Rechts: Ruimtelijke en platte vorm
C
Links: geabstraheerd-abstract Rechts: Open en gesloten.
D
Links: 2D en 3D, Rechts: organisch en geometrisch.

Slide 14 - Quizvraag

Over de voorstelling van het schilderij
hiernaast kan je zeggen dat:
A
Je ziet op dit schilderij dansende mensen
B
Je ziet mensfiguren in verschillende felle kleuren

Slide 15 - Quizvraag

Aspecten van de voorstelling:
wat hoort er niet bij?
A
betekenis geven aan beelden
B
materialen benoemen
C
houding, blik, gebaar
D
attributen en symbolen

Slide 16 - Quizvraag

Voorstelling is
A
Een toneelstuk
B
dat wat je ziet
C
een grapje
D
iemand voorstellen

Slide 17 - Quizvraag

Sleep de juiste benaming over het juiste plaatje
geometrisch
Expressief
Gestileerd
Toegepaste 
kunst
Organisch

Slide 18 - Sleepvraag

De beeldaspecten zijn
A
Kleur, vorm, licht en gezichtsuitdrukking
B
Houding en gezichtsuitdrukking
C
Kleur, vorm, licht, ruimte, compositie, textuur
D
Materialen en technieken

Slide 19 - Quizvraag

Stelt het echt iets voor?
Dan is het ...
A
Gedetailleerd (voorstelling)
B
Half- abstract (voorstelling)
C
Figuratief (voorstelling)
D
Abstract

Slide 20 - Quizvraag

Bij de vormgeving kijk je naar de ...
A
Materialen
B
Voorstelling
C
Beeldaspecten
D
Technieken

Slide 21 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding

Slide 22 - Tekstslide

Welke kleuren vormen een complementair contrast in de afbeelding
A
blauw en oranje
B
geel en blauw
C
groen en oranje
D
licht en donker

Slide 23 - Quizvraag


Welke vier complementaire kleuren zien we hier?
(Dus welke twee complementaire kleurcontrasten).
A
Rood en Groen & Oranje en blauw
B
Geel en paars & Rood en blauw
C
Rood en Blauw & Oranje en groen
D
Dit ligt aan je gevoelswaarde.

Slide 24 - Quizvraag


Een hart is een symbool voor de liefde.
-Noem een aspect van de voorstelling waardoor 'Hart' (RECHTS) niet meer helemaal voldoet aan zijn functie als liefdessymbool.
-Noem ook HET vormgevingsaspect waardoor dit komt.

A
Voorstelling: Het hart rechts is 3D Vormgeving: het hart is blauw en dat klopt niet
B
Voorstelling: Er zijn voorwerpen (kwasten) op het hart rechts aangebracht. Vormgeving: Het hart rechts is meer 3D dan het hart links.
C
Voorstelling: Het hart links is glad en het hart rechts niet. Vormgeving: Het hart behoort niet 3D te zijn.
D
Voorstelling: Er zijn voorwerpen (kwasten) op het hart rechts aangebracht. Vormgeving: Het hart rechts is niet rood en rood is de symboolkleur voor liefde.

Slide 25 - Quizvraag

Sleep de juiste benaming over het juiste plaatje.
Expressieve 
kleuren
Licht-donker
contrast
warm koud
contrast
Tertiare
kleuren

Slide 26 - Sleepvraag

Welke kleuren zie je hier vooral en wat voor kleuren zijn dit?

A
ROOD en GEEL. Dit zijn secundaire kleuren.
B
ROOD en GEEL. Dit zijn primaire kleuren.
C
ROOD en ZWART. Dit zijn tertiaire kleuren.
D
ROOD en ROZE. Dit zijn tertiaire kleuren.

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide


Bekijk de afbeelding op de vorige slide.
Noem een kleurcontrast
Leg uit wat dit contrast met de dansers doet.

A
Ze bewegen veel heftiger door het koud-warm kleurcontrast.
B
(Warm) oranje – (koud) blauw; dansers komen los van de achtergrond; De oranje dansers lijken op je af te komen.
C
Oranje en groen zijn complementaire kleuren, dus ze versterken elkaar
D
Donker en licht-contrast. Zo zie je het beter.

Slide 29 - Quizvraag


Deze vragen gaan over het verschil tussen VOORSTELLING & VORMGEVING.
Expressie betekent: je gevoel uiten. 
Waaraan zie je dat deze beelden expressief zijn mbt de VOORSTELLING? 
Benoem 2 aspecten.
A
Door de rode kleur en de open mond.
B
Door de opgetrokken wenkbrauwen en de open mond.
C
Door de gezichtsuitdrukking.
D
Doordat ze geen armen hebben.

Slide 30 - Quizvraag


Expressie betekent: je gevoel uiten. 
Waaraan zie je dat deze beelden expressief zijn mbt de VORMGEVING? 
Benoem 2 aspecten.
A
Door de rode kleur en de asymmetrische vorm (Schiele).
B
Door de boze blik en de complementaire kleuren.
C
Door de gele huidskleur en de gezichtsuitdrukking.
D
Door de felle kleur(en) en de grillige (oranje) geschilderde lijnen op de kleding.

Slide 31 - Quizvraag

Sleep de tekst op de juiste plek
Schaduwwerking
Plasticiteit 
Slag schaduw
Eigen schaduw

Slide 32 - Sleepvraag

silhouette
Slagschaduw
Clair obscur

Slide 33 - Sleepvraag

Natuurlijk licht
Kunstlicht

Slide 34 - Sleepvraag


Aspecten van de voorstelling


Aspecten van de vormgeving
Tekst
Dit stilleven gaat over de dood.
Door het clair obscure lichtgebruik wordt de dramatiek van het werk versterkt
Op dit schilderij staat onder andere een schedel en een glas afgebeeld
Er worden veel tertiare kleuren gebruikt.
Tekst
Tekst

Slide 35 - Sleepvraag


Welke van deze afbeeldingen heeft; het meeste "betekenis", (een echte diepere boodschap); de meeste ZEGGINGSKRACHT?
(Kijk niet naar de grootte, maar naar de inhoud).
1
2
3
4
A
Afb. 1
B
Afb.3
C
Afb. 2
D
Afb. 4

Slide 36 - Quizvraag


Aspecten van de voorstelling


Aspecten van de vormgeving
In deze sculptuur zie je de muze van Picasso
Door gebruik te maken van goedkope materialen wordt de primitiviteit van het werk versterkt
Dit sculptuur is een buste en bedoeld als autonoom kunstwerk
Het geheel is minimalistisch in kleur en lijngebruik.

Slide 37 - Sleepvraag

Welke van deze begrippen ken je al?
Ken ik al
Wat was het ook alweer?
Voorstelling
Vormgeving
Figuratief
Gestileerd
Geabstraheerd
Plasticiteit
Textuur
Abstract
Beeldaspecten
Hanteringswijze
Non-figuratief

Slide 38 - Sleepvraag

Einde van de quiz

Slide 39 - Tekstslide