In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
3H week 6
THEORIE
LESSTOF
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Zet het juiste AANZICHT onder het juiste plaatje.
En profile
En face
Trois quart
Slide 3 - Sleepvraag
Sleep het juiste AANZICHT onder het juiste plaatje.
Zijaanzicht
Achteraanzicht
Vooraanzicht
Bovenaanzicht
Slide 4 - Sleepvraag
Sleep de juiste benaming op het juiste plaatje.
Kniestuk
Buste
Ten halve lijve
Ten voeten uit
Close up
Slide 5 - Sleepvraag
Dit zijn spotprenten.
-Hoe noem je dit ook wel?
-Ben je het eens met het gebruik van spotprenten?
-Leg je antwoord/mening uit.
Slide 6 - Open vraag
Dit schilderij is:
A
Figuratief
B
Abstract
C
geabstraheerd
Slide 7 - Quizvraag
Dit schilderij is:
A
Figuratief
B
Abstract
C
Geabstaheerd
Slide 8 - Quizvraag
Is het heel realistisch? Dan is het ...
A
Het lijkt net echt,
het is 'naturalistisch'
B
Lijkt bijna abstract, maar nog net niet; je kunt nog een beetje iets herkennen.
C
Het is versimpeld,
gestileerd.
D
Het is abstract, non-figuratief.
Slide 9 - Quizvraag
figuratief
Geabstraheerd
abstract
Slide 10 - Sleepvraag
Benoem
de volgorde.
1
2
3
A
1 =figuratief, 2=geometrisch, 3=expressief
B
1 =figuratief, 2=Abstract, 3=geabstraheerd
C
1 =figuratief, 2=geabstraheerd, 3=abstract
Slide 11 - Quizvraag
Hieronder zie je VORMCONTRASTEN.
Sleep de juiste benaming op het juiste plaatje.
geometrisch
Open
Gesloten
Organisch
Slide 12 - Sleepvraag
Welke tegenstellingen zag je op het vorige plaatje? Neem het woord over en zet het vormcontrast erachter. Geometrisch en ......................... Open en ....................... 3d en ....................... Figuratief en ........................
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Iedereen zou misschien wel zo'n figuur willen hebben...?
-Hoe noem je dit, of deze vorm?
-Ben je het eens met de stelling hierboven?
Leg je antwoord uit.
Slide 15 - Open vraag
Welke vormcontrasten zien we hier?
A
Links: geometrisch-organisch
Rechts:
Figuratief en geabstraheerd.
B
Links: figuratief en geabstraheerd
Rechts: Ruimtelijke en platte vorm
C
Links: geabstraheerd-abstract
Rechts:
Open en gesloten.
D
Links: 2D en 3D,
Rechts: organisch en geometrisch.
Slide 16 - Quizvraag
"Gestroomlijnd vormgegeven".
Leg in je eigen woorden uit wat dit betekent.
Slide 17 - Open vraag
Sleep de juiste benaming over het juiste plaatje
geometrisch
Expressief
Gestileerd
Toegepaste
kunst
Organisch
Slide 18 - Sleepvraag
De beeldaspecten zijn
A
Kleur, vorm, licht en gezichtsuitdrukking
B
Houding en gezichtsuitdrukking
C
Kleur, vorm, licht, ruimte, compositie, textuur
D
Materialen en technieken
Slide 19 - Quizvraag
Stelt het echt iets voor? Dan is het ...
A
Gedetailleerd (voorstelling)
B
Half- abstract
(voorstelling)
C
Figuratief
(voorstelling)
D
Abstract
Slide 20 - Quizvraag
Bij de vormgeving kijk je naar de ...
A
Materialen
B
Voorstelling
C
Beeldaspecten
D
Technieken
Slide 21 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding
Slide 22 - Tekstslide
Welke kleuren vormen een complementair contrast in de afbeelding
A
blauw en oranje
B
geel en blauw
C
groen en oranje
D
licht en donker
Slide 23 - Quizvraag
Welke vier complementaire kleuren zien we hier?
(Dus welke twee complementaire kleurcontrasten).
A
Rood en Groen
&
Oranje en blauw
B
Geel en paars
&
Rood en blauw
C
Rood en Blauw
&
Oranje en groen
D
Dit ligt aan je gevoelswaarde.
Slide 24 - Quizvraag
Een hart is een symbool voor de liefde.
-Noem een aspect van de voorstelling waardoor 'Hart' (RECHTS) niet meer helemaal voldoet aan zijn functie als liefdessymbool.
-Noem ook HET vormgevingsaspect waardoor dit komt.
A
Voorstelling: Het hart rechts is 3D
Vormgeving: het hart is blauw en dat klopt niet
B
Voorstelling: Er zijn voorwerpen (kwasten) op het hart rechts aangebracht.
Vormgeving: Het hart rechts is meer 3D dan het hart links.
C
Voorstelling: Het hart links is glad en het hart rechts niet.
Vormgeving: Het hart behoort niet 3D te zijn.
D
Voorstelling: Er zijn voorwerpen (kwasten) op het hart rechts aangebracht.
Vormgeving: Het hart rechts is niet rood en rood is de symboolkleur voor liefde.
Slide 25 - Quizvraag
Sleep de juiste benaming over het juiste plaatje.
Expressieve
kleuren
Licht-donker
contrast
warm koud
contrast
Tertiare
kleuren
Slide 26 - Sleepvraag
Welke kleuren zie je hier vooral en wat voor kleuren zijn dit?
A
ROOD en GEEL. Dit zijn secundaire kleuren.
B
ROOD en GEEL. Dit zijn primaire kleuren.
C
ROOD en ZWART. Dit zijn tertiaire kleuren.
D
ROOD en ROZE. Dit zijn tertiaire kleuren.
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Bekijk de afbeelding op de vorige slide.
Noem een kleurcontrast
Leg uit wat dit contrast met de dansers doet.
A
Ze bewegen veel heftiger door het koud-warm kleurcontrast.
B
(Warm) oranje – (koud) blauw; dansers komen los van de achtergrond;
De oranje dansers lijken op je af te komen.
C
Oranje en groen zijn complementaire kleuren, dus ze versterken elkaar
D
Donker en licht-contrast. Zo zie je het beter.
Slide 29 - Quizvraag
Deze vragen gaan over het verschil tussen VOORSTELLING & VORMGEVING.
Expressie betekent: je gevoel uiten.
Waaraan zie je dat deze beelden expressief zijn mbt de VOORSTELLING?
Benoem 2 aspecten.
A
Door de rode kleur en de open mond.
B
Door de opgetrokken wenkbrauwen en de open mond.
C
Door de gezichtsuitdrukking.
D
Doordat ze geen armen hebben.
Slide 30 - Quizvraag
Expressie betekent: je gevoel uiten.
Waaraan zie je dat deze beelden expressief zijn mbt de VORMGEVING?
Benoem 2 aspecten.
A
Door de rode kleur en de asymmetrische vorm (Schiele).
B
Door de boze blik en de complementaire kleuren.
C
Door de gele huidskleur en de gezichtsuitdrukking.
D
Door de felle kleur(en) en de grillige (oranje) geschilderde lijnen op de kleding.
Slide 31 - Quizvraag
Sleep de tekst op de juiste plek
Schaduwwerking
Plasticiteit
Slag schaduw
Eigen schaduw
Slide 32 - Sleepvraag
silhouette
Slagschaduw
Clair obscur
Slide 33 - Sleepvraag
Natuurlijk licht
Kunstlicht
Slide 34 - Sleepvraag
Welke van deze afbeeldingen heeft; het meeste "betekenis", (een echte diepere boodschap); de meeste ZEGGINGSKRACHT?
(Kijk niet naar de grootte, maar naar de inhoud).
1
2
3
4
A
Afb. 1
B
Afb.3
C
Afb. 2
D
Afb. 4
Slide 35 - Quizvraag
Aspecten van de voorstelling
Aspecten van de vormgeving
Tekst
Dit stilleven gaat over de dood.
Door het clair obscure lichtgebruik wordt de dramatiek van het werk versterkt
Op dit schilderij staat onder andere een schedel en een glas afgebeeld
Er worden veel tertiare kleuren gebruikt.
Tekst
Tekst
Slide 36 - Sleepvraag
Aspecten van de voorstelling
Aspecten van de vormgeving
In deze sculptuur zie je de muze van Picasso
Door gebruik te maken van goedkope materialen wordt de primitiviteit van het werk versterkt
Dit sculptuur is een buste en bedoeld als autonoom kunstwerk
Het geheel is minimalistisch in kleur en lijngebruik.
Slide 37 - Sleepvraag
Welke van deze begrippen ken je al?
Ken ik al
Wat was het ook alweer?
Voorstelling
Vormgeving
Figuratief
Gestileerd
Geabstraheerd
Plasticiteit
Textuur
Abstract
Beeldaspecten
Hanteringswijze
Non-figuratief
Slide 38 - Sleepvraag
KARIKATUUR:
Dit is een portret van iemand waarin bepaalde kenmerken sterk worden overdreven.
Meestal als spotprent.
Slide 39 - Tekstslide
Teken een karikatuur van jezelf
(Alleen de docent ziet je tekening).
Durf te overdrijven.
Lever je tekening in (upload je foto van je tekening)