H4c Ne Literatuur 12 De aanslag

Welkom H4c-d!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom H4c-d!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Toets leesvaardigheid i.c.m. boek 1, vrij 27/9
  3. Korte terugblik vorige les / leerwerkcheck
  4. Literatuur 12: De aanslag
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat waren ook alweer de vijf grondelementen van romans en verhalen?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het verschil tussen tijdvertraging en tijdversnelling/verdichting?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het verschil tussen expliciete en impliciete karakterisering?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Op welke manier wordt er
spanning opgebouwd in dit
fragment, blz 163 - 165? En op welke manier
wordt deze ook weer onderbroken?

Slide 9 - Open vraag

Wanneer wordt het vervolgens
weer spannend 163-165? En hoe groeit
deze spanning naar een climax?

Slide 10 - Open vraag

Wat verhoogt de spanning
in dit fragment?

Slide 11 - Open vraag

Welk perspectief denk je in
eerste instantie dat dit
fragment heeft? En waarom?

Slide 12 - Open vraag

Er is in deze roman sprake van
een alwetende verteller. Hoe
kun je dat zien in dit fragment?

Slide 13 - Open vraag

Wie is de hoofdpersoon van dit verhaal?
Hoe weet je dat?
Wordt de hoofdpersoon impliciet of expliciet gekarakteriseerd?

Slide 14 - Open vraag

Wat maakt Anton een sympathiek personage?
Wat maakt het wat lastig om je te identificeren met Anton?

Slide 15 - Open vraag

Zijn er woorden, gebeurtenissen die je niet snapt, en waar je uitleg over wil?

Slide 16 - Open vraag

Maak de vragen 1-5 (blz 158 oefenboek)
1. Schrijf duidelijk en geef volledige antwoorden in correct Nederlands.
2. Werk alleen en in stilte
3. Klaar? Kijk je antwoorden nog één keer na op inhoud en  taalgebruik.
4. Overleg met je buur over de antwoorden als je klaar bent
   

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees nog een keer je antwoorden van opdr 1-5 (blz 158 oefenboek) door en verbeter/ vul aan, waar nodig. Klaar, lever je blaadje in.

Slide 18 - Tekstslide

Lees nog een keer je antwoorden van opdr 1-5 (blz 158 oefenboek) door en verbeter/ vul aan, waar nodig.
1. Kijk eerst het werk van je klasgenoot na:
-op inhoud
-op taalgebruik
-overleg over de vragen, die jullie niet of verschillend beantwoord hebben
-Geef een top en een tip
- welke vragen bespreken in klas?
    

Slide 19 - Tekstslide

 Antwoorden vraag 2.
  a     Passages waarin een tijdsbeeld wordt geven: samen een spel doen (regel 4); het gebruik van een carbidlamp (regel 6); een kamer die maandenlang niet is gebruikt (regel 14); de triomfantelijke reactie van Peter nadat hij heeft ontdekt dat Ploeg is vermoord (regels 35-36); het schoolincident geeft  informatie over de oorlog en de positie die iemand van de Jeugdstorm toen in de klas had (regels 49-70); de zoeklichten die speuren naar vliegtuigen (regels 74-76); de angst voor de represailles van de Duitsers (vanaf regel 78); het aanspreken van de ouder met u (regel 98); blokken van de laatste omgehakte bomen (regel 126); met kranten dichtgeplakte ramen (regel 135).

    b     Bijvoorbeeld: Deze passages zeggen iets over de oorlogstijd: nietsontziende daden van het verzet (politieke moord op Ploeg die grote gevolgen kan hebben voor de bewoners); de angst voor heftige represailles van de Duitse bezetter; de tweedeling in de maatschappij: goed en fout (incident in de klas); het sociale isolement van mensen (verduisterde ramen, weinig contact met buren); de schaarste (geen elektriciteit, gebrek aan brandstof voor de kachel); de naderende bevrijding (overvliegende vliegtuigen van de geallieerden).   

Slide 20 - Tekstslide

 Antwoorden vraag 3.
a    Zo’n onderbreking van het spannende handelingsverloop vertraagt en vergroot hierdoor de spanning voor de lezer. Daarnaast krijgt de lezer informatie over het slachtoffer en de motieven van de aanslag. Het klassenincident geeft informatie over de spanningen tijdens de oorlog en hoe die in de klas konden doorwerken, en over de relatie tussen Anton en Fake Ploeg junior. De lezer kan zich hierdoor  inleven in Anton en de situatie.
    b     Anton identificeert zich in deze passage met zijn klasgenoot Fake van wie de vader zojuist is vermoord (regels 43-44). Waarschijnlijk voelt hij medelijden: eerder bij het incident in de klas had hij ook al medelijden gevoeld (regel 63).
    c     Zo’n moordaanslag voor de deur moet voor Anton (12 jaar) een schok zijn. De spanning die op de aanslag volgt is voor Anton groot, ook de heftige reactie van zijn broer Peter, de paniek van zijn moeder en de actie van de buren.

Slide 21 - Tekstslide

 Antwoorden vraag 4
a    Fake Ploeg junior is geïsoleerd geraakt omdat hij een uniform draagt van de bezetter en de zoon is van een beruchte politieman die omgeven is ‘door een aureool van geweld, haat en angst’ (regels 42-43). 
 b     In regels 45-47 lijkt Fake Ploeg junior zich te schamen (neergeslagen ogen) voor zijn vader die zijn klasgenoten spottend aankijkt. Het is onwaarschijnlijk dat Fake junior zelf op het idee is gekomen om na dolle dinsdag de klas te provoceren door in het uniform van de Jeugdstorm te verschijnen (regels 49-53). Het was waarschijnlijk een provocatie van zijn vader die hiervoor zijn zoon gebruikte. In regels 61-65 krijgt Anton medelijden met zijn klasgenoot: hij begrijpt dat Fake geen gehoor geeft aan het bevel van de leraar omdat hij bang is voor de reactie van zijn vader. (Uit regels 37-43 komt duidelijk naar voren dat veel mensen bang zijn voor Ploeg senior).  


Slide 22 - Tekstslide

 Antwoorden vraag 4
    c    Bijvoorbeeld: Hoogbegaafde leerlingen krijgen vaak meer te maken met sociaal isolement. Dit komt omdat sommige hoogbegaafde leerlingen zich niet begrepen voelen door leerlingen en hun klasgenoten. Dit sociaal isolement kan de leerling  veel onzekerheid geven.

    d     Door de klas binnen te glippen was het hek van de dam. De andere klasgenoten volgden waardoor de actie van de leraar werd afgebroken.

    e     Als de leraar Fake naar huis had gestuurd, zou de kans groot zijn dat Ploeg senior hem zou arresteren en wellicht op transport zetten naar een concentratiekamp.  




Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 16 september
  • Huiswerk: Herhalen literatuur par. 1, 2, 3, 11, 12.
  • Meenemen: laptop, leesboek en hoofd- en oefenboek KERN
  • Programma: literatuur 13 en 14


Slide 25 - Tekstslide