Schrijven 4 Toetsvoorbereiding

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Stappenplan schrijven

Stap 1: Kies je onderwerp

Stap 2: Bepaal je doel en publiek

Stap 3: Verzamel informatie

Stap 4: Orden informatie

Stap 5: Schrijf en herschrijf je tekst

Stap 6: Zorg voor een passende lay out

Schrijven 4 toetsvoorbereiding

- Wat moet je leren?

- Waar staat het? In Magister!

- Wanneer heb je de toets? 

2C donderdag 18 maart

2D vrijdag 19 maart

2E donderdag 18 maart

Wat is stap 1 van het stappenplan schrijven?

1. Bepaal je doel en je publiek
2. Orden informatie
3. Kies je onderwerp
4. Schrijf en herschrijf je tekst

Wat is de laatste stap van het stappenplan schrijven?

1. Schrijf en herschrijf je tekst
2. Zorg voor een passende lay out
3. Verzamel informatie
4. Bepaal je doel en je publiek

Tekstsoorten en tekstdoelen

Je moet de volgende tekstsoorten kennen:

- Informatieve tekst (nieuwsbericht, artikel)

- Amuserende tekst (stripverhaal, leesboek)

- Activerende tekst (reclames, advertenties)

Wat voor soort tekst is een nieuwsbericht?

1. Informatieve tekst
2. Amuserende tekst
3. Activerende tekst

Wat voor soort tekst is een reclame tekst?

1. Informerende tekst
2. Amuserende tekst
3. Activerende tekst

Wat voor soort tekst is een stripverhaal?

1. Informerende tekst
2. Amuserende tekst
3. Activerende tekst

Tekstdoelen

Je moet de volgende tekstdoelen kennen:

- Informeren

- Amuseren

- Activeren

Welk tekstdoel hoort
bij een informatieve
tekst?

Welk tekstdoel hoort
bij een amuserende
tekst?

Welk tekstdoel hoort
bij een activerende
tekst?

Publiek

Een tekst schrijf je altijd voor een publiek. Je moet weten voor welk publiek teksten geschreven zijn. 

Bijvoorbeeld: 

- voor jonge kinderen

- voor mensen die van dieren houden

- voor 65+ er die graag sporten

- voor jongeren

Voor wie is een tekst over schildpadden bedoeld?

1. Mensen die van sporten houden
2. Mensen die graag gaan kamperen
3. Mensen die van huisdieren houden
4. Mensen die van zeedieren houden

Voor wie is een tekst over een bouwpakket van een kast van de IKEA bedoeld?

1. Mensen die van klussen houden
2. Mensen die een kast gekocht hebben bij de IKEA
3. Mensen die zelf graag een kast willen bouwen
4. Mensen die niet van klussen houden

Voor wie is een artikel in het blad 'Girlz' bedoeld?

1. Jongeren die graag over sport lezen
2. Jongens die geïnteresseerd zijn in meiden
3. Jongeren die graag over make-up willen lezen
4. Meiden die alles willen weten over beauty

Functies inleiding

- De aandacht trekken met een anekdote (grappig verhaaltje)

- Een vraag stellen

- Het onderwerp noemen

Wat is de functie van deze inleiding?

1. Het onderwerp noemen
2. De aandacht trekken met een anekdote
3. Een vraag stellen

Functies slot

- Een samenvatting geven

- Een antwoord geven op de vraag in de inleiding

- Een conclusie trekken

Wat is de functie van deze inleiding?

1. Het onderwerp noemen
2. De aandacht trekken met een anekdote
3. Een vraag stellen

Functies titels en tussenkopje 

Functie titel:

- de lezer nieuwsgierig maken

- het (deel)onderwerp noemen

Functie tussenkopje:

- Het deelonderwerp noemen

- Pakkende woorden uit de volgende alinea gebruiken

- Een vraag stellen

Deelonderwerpen

Elke tekst heeft een onderwerp. 

Daarnaast bestaat een tekst uit deelonderwerpen.

Bijvoorbeeld: 

Onderwerp: Roofvogels

Deelonderwerpen: Leefgebied, Bedreigde diersoort, Voedsel

Maak een deelonderwerp van een vraag.

Voorbeeld: 

Onderwerp: Paardrijden

Vraag: Welke spieren gebruik je bij het paardrijden?

Deelonderwerp: Spiergebruik

Onderwerp: Skiën
Vraag: Hoeveel skipistes bestaan er?
Deelonderwerp:

Onderwerp: Racefietsen
Vraag: Welk zadel is geschikt voor een racefiets?
Deelonderwerp:

Onderwerp: Schoenen
Vraag: Hoe weet je de juiste schoenmaat?
Deelonderwerp:

Kenmerken goede tekst

- Goede inhoud

- Goede spelling

- Goede opbouw

- Goede toon

- Goede zinnen

- Goede lay-out