Rekenblokken GT 2F oriëntatie en negatieve getallen

Getallen
Oriëntatie
(Grote) getallen..
  • uitspreken
  • schrijven
  • vergelijken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Getallen
Oriëntatie
(Grote) getallen..
  • uitspreken
  • schrijven
  • vergelijken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Grote getallen uitspreken

E = eenheden
T = Tientallen
H= Honderdtallen
D = Duizendtallen
TD = TienDuizend
HD = HonderdDuizend
M = Miljoen
TM = TienMiljoen
HM = HonderdMiljoen
M  = Miljard

Slide 3 - Tekstslide

Komma of punt?
Amerika en Europa gebruiken punt en komma andersom

duizend euro en 50 cent
Amerika: 1,000.50
Europa: 1.000,50

Punt alleen om het leesbaar te maken

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de getallen op volgorde van klein naar groot.
(links kleinste getal, rechts grootste getal)
A
A
A
A
A
26.450
26,450
24.650
264,50
2.645,0

Slide 5 - Sleepvraag

Groter dan / kleiner dan

Slide 6 - Tekstslide

Getallen
Negatieve getallen
  • aflezen van een schaal of getallenlijn
  • Eenvoudige berekeningen maken

Slide 7 - Tekstslide

Negatieve getallen
Negatieve getallen zijn getallen onder nul. 
Voorbeelden:
  • temperaturen onder nul, bijvoorbeeld -5 graden Celsius
  • banksaldo met schuld / rood staan
  • diepte onder zeeniveau

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Je banksaldo is € 43,75
Er gaat € 50 af.
Het nieuwe saldo wordt ...

Slide 10 - Open vraag

Heksenketel
Optellen met negatieve getallen 
Bijvoorbeeld 5 + (-2) =  ? 

aftrekken van negatieve getallen
Bijvoorbeeld 6 - (-3) = ?

Slide 11 - Tekstslide

3

Slide 12 - Video

01:44
2 + -6 = ...

Slide 13 - Open vraag

03:14
-3 + -1 =...
A
4
B
-4
C
-5
D
-2

Slide 14 - Quizvraag

03:48
4 - -3

Slide 15 - Open vraag

Even oefenen
Hierna volgen een aantal sommen.

Tip: maak voor iedere opgave een getallenlijn!

Slide 16 - Tekstslide

In de koeling is de temperatuur 4 ºC.
In de diepvries is de temperatuur 25 graden lager.
Wat is de temperatuur in de diepvries?

A
29
B
21
C
-10
D
-21

Slide 17 - Quizvraag

Reken uit:
9 - (- 5) =

A
4
B
-4
C
14
D
-14

Slide 18 - Quizvraag

Reken uit:
-3 + (-3) =

A
6
B
0
C
-6

Slide 19 - Quizvraag

Reken uit:
-8 - (-4) =

A
-12
B
-4
C
12
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Tips / tops of verzoekjes voor volgende keer?

Slide 21 - Open vraag