Les 7

Planning les 4
Lesstart: Vraag over erfelijkheid
Herhalen 3.4 -> Maken test jezelf 3.4 groen vinkje.
Uitleg 3.5
Aan de slag

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning les 4
Lesstart: Vraag over erfelijkheid
Herhalen 3.4 -> Maken test jezelf 3.4 groen vinkje.
Uitleg 3.5
Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Startvraag erfelijkheid
Het kunnen rollen van je tong is afhankelijk van de aanwezigheid van een dominant gen.

Een zwangere moeder, die haar tong niet kan rollen, krijgt een kind met een vader die dit wel kan. Deze vader is heterozygoot voor deze eigenschap.
Hoe groot is de kans dat hun kind later kan tongrollen?

Slide 2 - Tekstslide

3.5
3.5.1 Je kunt beschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.
3.5.2 Je kunt omschrijven wat een mutatie is en je kunt omschrijven hoe kanker ontstaat.

Slide 3 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 4 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Versmelten van twee geslachtscellen
Er ontstaan unieke nakomelingen 
in allerlei variaties

Slide 5 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
Delen van individuen groeien uit tot nieuwe organismen (plantenteelt maar ook in natuur)
Voorbeelden: stekken, enten, knollen, groeipunt (aardbeien of kwallen)

Slide 6 - Tekstslide

Twee geslachtscellen versmelten bij ....... voortplanting.
Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 7 - Poll

De eicellen van één vrouw hebben ...
Hetzelfde genotype
Verschillende genotypen

Slide 8 - Poll

Nakomelingen van dezelfde ouders hebben daardoor
Hetzelfde genotype
Verschillende genotypen.

Slide 9 - Poll

Nakomelingen van ongeslachtelijke voortplanting hebben
Hetzelfde genotype
Verschillende genotypen.

Slide 10 - Poll

Wat is hier aan de hand?

Slide 11 - Tekstslide

Belangrijke begrippen:
Mutatie: een plotselinge verandering in het DNA.
Mutant: Een organisme waarbij een gemuteerd allel in het fenotype tot uitdrukking komt. 
Mutagene invloeden: Een mutatie kan ook ontstaan door invloeden buiten het lichaam. BV: uv-straling, röntgenstraling, sigarettenrook en asbestdeeltjes.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat gebeurt er met een mutatie bij mitose?
A
Komt voor in één van de dochtercellen.
B
Komt voor in allebei de dochtercellen.
C
Verdwijnt weer.

Slide 14 - Quizvraag

Een hele bekende vorm van mutaties.....

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maken van 3.5
opdracht 6
opdracht 8
opdracht 10

Slide 16 - Tekstslide