Toets Economische dimensie niveau 2

Toets economische dimensie niveau 2 en 3 (niv 3 cesuur zwaarder)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Toets economische dimensie niveau 2 en 3 (niv 3 cesuur zwaarder)

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1
Stage, vrijwilligerswerk of werken met behoud van uitkering. Dit zijn alle drie voorbeelden
van:

A
Betaald werk
B
Onbetaald werk
C
Zwart werken
D
Werk in loondienst

Slide 2 - Quizvraag

Vraag 2
Erik heeft een contract op zijn werk voor een halfjaar. Zijn baas heeft gezegd dat het contract
misschien verlengd wordt. Maar dat is nog niet zeker. Wat voor contract heeft hij?
A
Contract voor bepaalde tijd
B
Nul-urencontract
C
Contract voor onbepaalde tijd
D
Oproepcontract

Slide 3 - Quizvraag

Vraag 3
Je gaat naar de winkel en je koopt een zak appels. Je betaalt 0,99 euro. Een deel hiervan gaat
naar de Belastingdienst. Welke belasting is dit?
A
Erfbelasting
B
BTW
C
Accijns
D
Inkomstenbelasting

Slide 4 - Quizvraag


Vraag 4
Welke sociale verzekering is bedoeld voor als je geen werk hebt?



A
WW
B
AKW
C
Ziektewet
D
AOW

Slide 5 - Quizvraag

Vraag 5
Je wilt een vlucht naar Spanje boeken. Bij de vlucht die je geselecteerd hebt, staat:
“Nog 4 stoelen beschikbaar op deze vlucht”.
Van welke verleidingstechniek wordt gebruikgemaakt?
A
Autoriteit (iemand die bekend is)
B
Schaarste
C
Sympathie

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 6
Duurzaamheid is …
A
… geld mee laten wegen bij milieuzaken
B
… het ontwikkelen van een duur product
C
… zuinig zijn met brandstof en voedsel
D
… respect hebben voor mens, dier en milieu

Slide 7 - Quizvraag

Vraag 7
Je hebt elke maand inkomsten en uitgaven. Voorbeelden van inkomsten zijn…
A
Huurtoeslag, zorgverzekering
B
Hypotheek, zorgtoeslag
C
Teruggave belasting, uitkering
D
Subsidie

Slide 8 - Quizvraag

Vraag 8
“Een .............is een overeenkomst met afspraken tussen werknemers en werkgevers in een
bepaalde sector.”
A
Arbeidsovereenkomst
B
CAO
C
Vakbond
D
Loonstreek

Slide 9 - Quizvraag

Vraag 9
Als je tussen de 16 en 18 jaar bent en je hebt nog geen diploma, dan geldt de:
A
Kwalificatieplicht
B
Leerplicht
C
Startkwalificatie
D
Werkloosheidswet

Slide 10 - Quizvraag

Vraag 10
Je hebt elke maand inkomsten en uitgaven. Voorbeelden van uitgaven zijn…
A
Teruggave belasting, hypotheek
B
Subsidie
C
Zorgverzekering, boodschappen
D
Zorgtoeslag, abonnementen

Slide 11 - Quizvraag

Bonusvraag:
Je werkt vier avonden per week. Je verdient er goed mee. Het is genoeg om van te leven.
Maar je hebt een erg dure smaak kleding. En je koopt steeds de nieuwste telefoon. Je bouwt
langzaam schulden op.
Dit soort schulden heten…
A
Aanpassingsschulden
B
Compensatieschulden
C
Overbestedings-schulden
D
Overlevingsschulden

Slide 12 - Quizvraag