Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden
Werkwoordspelling - Nederlandse en Engelse werkwoorden
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Werkwoordspelling - Nederlandse en Engelse werkwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Welke theorie gebruik je om een werkwoord in de tegenwoordige tijd te vervoegen?
A
Ik-vorm + t
B
't ex kofschip
Slide 2 - Quizvraag
Welke theorie gebruik je om een werkwoord in de verleden tijd te vervoegen?
A
ik-vorm + t
B
't ex kofschip
Slide 3 - Quizvraag
Welke theorie gebruik je om een voltooid deelwoord te vervoegen?
A
ik-vorm + t
B
't ex kofschip
Slide 4 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.
Slide 5 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Manou verstuurt een brief
B
Manou verstuurd een brief
C
Manou verstuurdt een brief
Slide 6 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Hij heeft de boel belazerd.
B
Hij heeft de boel belazert.
Slide 7 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Gisteren verhuisden we naar Waalwijk.
B
Gisteren verhuisten we naar Sprang-Capelle.
C
Gisteren zijn we naar Drunen verhuisd.
D
Gisteren zijn we naar Waspik verhuist.
Slide 8 - Quizvraag
werkwoordspelling tegenwoordige tijd werkwoordspelling
A
Hij zaagd het hout.
B
Hij zaagt het hout.
C
Hij zaagdt het hout.
Slide 9 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.
Slide 10 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Hij onthoud alles wat ik vertel.
B
Hij onthoudt alles wat ik vertel.
Slide 11 - Quizvraag
Werkwoordspelling
A
Hoe oud word je moeder morgen?
B
Hoe oud wordt je moeder morgen?
Slide 12 - Quizvraag
Werkwoordspelling
A
Zij heeft het huis geverft
B
Zij heeft het huis geverfd
Slide 13 - Quizvraag
Werkwoordspelling
A
Zij downloadt het document
B
Zij download het document
Slide 14 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.
Slide 15 - Quizvraag
Hoe spel je Engelse werkwoorden?
A
Volgens de Nederlandse spellingsregels.
B
Volgens de Engelse spellingsregels.
C
Volgens aparte spellingsregels.
D
Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.
Slide 16 - Quizvraag
Wij hebben (basketballen)
A
gebasketballd
B
gebasketbald
Slide 17 - Quizvraag
Wij hebben (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
Slide 18 - Quizvraag
Hij (daten-vt)
A
deette
B
date
C
datede
D
datete
Slide 19 - Quizvraag
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 20 - Quizvraag
Welk werkwoord is correct gespeld?
A
Hij racet naar huis.
B
Ik downloadt die file wel even voor je?
C
Hij heeft de overwinning geclaimt.
D
Zij flirte met hem.
Slide 21 - Quizvraag
Hij heeft de bal over het net (smashen).
A
gesmasht
B
gesmashed
C
gesmashet
D
gesmashd
Slide 22 - Quizvraag
Hij (racen-vt)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 23 - Quizvraag
Hij (timen - vt)
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 24 - Quizvraag
Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald
B
gevolleyballd
Slide 25 - Quizvraag
We hebben de werkwoordspelling...
We hebben deze les dus al hard...
Nu weet ik precies hoe dit werkwoord ... moet worden.
herhaalt
herhaald
gewerkt
gewerkd
gespelt
gespeld
gespeldt
Slide 26 - Sleepvraag
Ik ... (worden) gek van de werkwoordspelling.
Slide 27 - Open vraag
Dat heeft me altijd (verbazen).
Slide 28 - Open vraag
(vergissen) u zich ook wel eens met werkwoordspelling?
Slide 29 - Open vraag
(worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?
Slide 30 - Open vraag
De hardrijder is (bekeuren).
Slide 31 - Open vraag
Mijn broertje (beheersen) de werkwoordspelling nog niet zo goed.
Slide 32 - Open vraag
WERKWOORDSPELLING
[verbazen]
Dat heeft me altijd __________.
Slide 33 - Open vraag
(vergissen) u zich ook wel eens met werkwoordspelling?
Slide 34 - Open vraag
(worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?
Slide 35 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Week 3 werkwoordspelling
Januari 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Oefentoets werkwoordspelling
September 2023
- Les met
50 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Herhaling werkwoordspelling
September 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
woensdag 13 maart laatste les voor toets
Maart 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Geld(t) voor de hele klas
November 2022
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Werkwoordspelling persoonsvorm/voltooid deelwoord
April 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Werkwoordspelling klas 2 W.14L.1
April 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Werkwoordspelling
Oktober 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3