Hoofdstuk 3 Alkmaar

Hoofdstuk 3
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Consumentensurplus

Slide 2 - Tekstslide

Prijselasticiteit

Slide 3 - Tekstslide

Kosten en omzet
Break-evenanalyse
Maximale winst
Prijs, aanbod en producentensurplus

Slide 4 - Tekstslide

Afzet

Hoeveelheid verkochte producten.
Omzet

- Afzet x verkoopprijs
- Verkoopopbrengst

Slide 5 - Tekstslide

Marktaandeel

Slide 6 - Tekstslide

Consumentenprijs
verkoopprijs + btw = consumentenprijs
100% + 21% = 121%

9% btw
21% btw

Slide 7 - Tekstslide

voorbeeld TO=5q
TO = p x q
MO=∆TO/∆q
GO= TO/q
vul de tabel verder in. 

Slide 8 - Tekstslide

Totale Kosten (TK)
TCK
TVK

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

GVK, GCK en GTK
GVK = TVK/q
GCK= TCK/q
GTK = TK/q

Slide 11 - Tekstslide

Marginale kosten
De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één eenheid wordt uitgebreid.

MK= ΔTK/ Δq



 


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Variabele kosten
Proportioneel variabele kosten: nemen evenredig toe
mk = gvk
Progressief variabele kosten = nemen meer dan evenredig toe
mk stijgen
Degressief variabele kosten = nemen minder dan evenredig toe
mk dalen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Totale winst (TW)
TW = TO - TK

Totale opbrengst - Totale kosten

Slide 16 - Tekstslide

Samen oefenen
3.5

Slide 17 - Tekstslide

Uitleg praktische opdracht
26 september 8.30

Slide 18 - Tekstslide

Zelf maken
In de les: 3.6/3.8

Huiswerk 3.1/3.2/3.3/3.4

Slide 19 - Tekstslide

Doelstellingen bedrijven
- Maximale winst
- Maximale omzet
- Break-even

Slide 20 - Tekstslide

Break even point
.
Break even afzet <--------------> Break even omzet
uitgedrukt in aantallen                      uitgedrukt in €           
(altijd naar boven afronden)                                                   

Slide 21 - Tekstslide

Break even als grafiek

Slide 22 - Tekstslide

Berekenen BEA
BEA = 
constante kosten
----------------------
(p - variabele kosten)



Slide 23 - Tekstslide

Marginale analyse (4)
De extra winst bij uitbreiding van de productieomvang met 1 eenheid is de marginale winst (MW):

MW = De verandering van de totale winst
          De verandering van de afzet

Winst maximaal: MO = MK

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Maximale omzet:
MO= 0

Slide 27 - Tekstslide

Differentiëren
  • Differentiëren is een wiskundige methode om de verandering van een variabele van een functie (de marginale) te bepalen.
  • De nieuwe functie die na differentiëren ontstaat noemen we de afgeleide
  • De afgeleide wordt genoteerd met een accent. Bijvoorbeeld TK’ is de afgeleide van TK.

Slide 28 - Tekstslide

differentiëren
Regels differentiëren:
1. Deel functie vermenigvuldigen met exponent
2.Exponent verminderen met 1
3.Absolute getallen verdwijnen

TO = -1/2q2 + 10q
MO = -q + 10

TK = 4q2 + 50
MK = 8q

Slide 29 - Tekstslide

Individuele aanbodlijn
De mk lijn valt samen met de individuele aanbodlijn zover deze boven de GTK lijn loopt. Onder de GTK lijn verdient de producent zijn kosten niet terug en zal dan ook niets aanbieden.

Slide 30 - Tekstslide

Om de collectieve aanbodlijn uit te rekenen tel je de individuele aanbodlijnen bijelkaar op.

Slide 31 - Tekstslide

Hoe kan de aanbodlijn naar rechts verschuiven?

Slide 32 - Tekstslide

Verschuiving aanbodlijn links
  • Aantal aanbieders daalt
  • Kosten productie stijgen
  • Stijging heffing (belasting)

Slide 33 - Tekstslide

Het producentensurplus
Definitie: het producentensurplus is het verschil tussen de marktprijs en de verkoopbereidheid

Slide 34 - Tekstslide

producentensurplus

Slide 35 - Tekstslide

1 misvatting
- het producentensurplus is niet gelijk aan de winst           
- producentensurplus = marktprijs - leveringsbereidheid
- constante kosten moeten nog van het producentensurplus af

- Producentensurplus = P -  MK

Slide 36 - Tekstslide

Opbrengst, kosten en winst

p       = prijs (price)
q       = hoeveelheid (quantity) = afzet
TO    = Totale Opbrengst = omzet
  • TO = p x q
TCK = Totale Constante Kosten 
             (onafhankelijk van q)
TVK = Totale Variabele Kosten
             (afhankelijk van q)
TK    = Totale Kosten
  • TK  = TCK + TVK
TW   = Totale Winst
  • TO - TK
Gemiddeld en marginaal

GCK = Gemiddelde Contante Kosten
  • GCK = TCK / afzet (q)
GVK = Gemiddelde Variabele Kosten
  • GVK = TVK / afzet (q)
GTK = Gemiddelde Totale Kosten
  • GTK = TK / afzet (q)
  • GTK = GCK + GVK
GO  = Gemiddelde Opbrengst
  • GO = TO / afzet (q)
MO = Marginale Opbrengst
MK  = Marginale Kosten
MW = Maximale Winst als MO = MK!

Slide 37 - Tekstslide

samen maken
3.27

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Uitleg praktische opdracht
26 september 8.30

Slide 40 - Tekstslide

Zelf maken
3.26/3.28/3.29

Slide 41 - Tekstslide