les 6 thema 4 km2a (vr)

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik doelen vorige les.   
Uitleg leerdoelen deze week.   
Opdrachten maken.   
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 


Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Mutaties en variatie in genotype als gevolg geslachtelijke voortplanting.

Een paar vragen ter controle.


Slide 3 - Tekstslide

Wat is een mutatie?
A
Verandering in je fenotype
B
Is iemand die er anders uitziet. zoals een albino
C
Een ongecontroleerde celdeling
D
een plotselinge verandering in het genotype van een cel

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van een mutatie?
A
albinisme
B
obesitas
C
dwerggroei
D
pigmentvlekken

Slide 5 - Quizvraag

Huidkanker wordt veroorzaakt door een mutatie, in wat voor soort cel zit deze mutatie?
A
Lichaamscel
B
Geslachtscel

Slide 6 - Quizvraag

Bij geslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen
A
variatie in genotype en fenotype
B
variatie in genotype maar gelijk fenotype
C
hetzelfde fenotype en een ander genotype
D
allemaal hetzelfde genotype en fenotype

Slide 7 - Quizvraag

Door veel variatie in genotypen zijn er ook meer verschillende fenotypen.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Hoe krijg je variatie in genotype?
A
Celdeling
B
Evolutie
C
Geslachtelijke voorplanting
D
Natuurlijke selectie

Slide 9 - Quizvraag

De leerdoelen voor deze week: 
-Je kunt omschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaan.
-Je kunt omschrijven wat een mutatie is.

Voor mavo ook:
-Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven


Slide 10 - Tekstslide

Kader mag aan het werk
Maar je mag ook meedoen met de mavo uitleg (altijd handig).

Als je aan het werk gaat: maak alles van b1 t/m b3  en de samenhang af en ga daarna oefenen met biologiepagina.nl of bekijk de andere linkjes in de lessonup's

Slide 11 - Tekstslide

-Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.
Klassieke biotechnologie, gebruiken we al eeuwen, denk aan maken van kaas, zuurkool, bier etc. maar ook het fokken/kweken van nieuwe rassen door veredeling en selectie. Hierbij veranderen we het genetisch materiaal niet in een laboratorium. Dus hier gebruiken we geen DNA-technieken.


Bij de moderne biotechnologie passen we het DNA rechtstreeks (in het laboratorium) aan. Dan spreken we over genetische modificatie. Of door een stukje DNA van ander organisme over te brengen (te plakken) in een ander organisme. Hier spreken we van recombinant-DNA-techniek.

We bekijken van de recombinant-DNA-techniek: genetische modificatie, crispr-cas en gentherapie, en als toepassingen de DNA-tests,synthetische biologie.



Slide 12 - Tekstslide

-Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.
Genetische modificatie
Gewenste erfelijke eigenschappen aanbrengen bij een organisme.

Een genetisch gemodificeerd organisme heet een transgeen.

Slide 13 - Tekstslide

-Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.
Recombinant DNA techniek:  technieken waarbij DNA van een ander organisme aangepast wordt (insuline voor diabetespatiënt, gen mens ingebracht bij bacterie).

Slide 14 - Tekstslide

-Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.
Crispr-cas (wijzigingen aanbrengen in bestaande genen van organisme)
  • Enzym cas vindt stukje DNA dat gewijzigd moet worden
  • Cas knipt het DNA door
  • Nieuw stuk DNA wordt ingebouwd
  • Dit heet gene editing
  • Bij gentherapie wordt dit gebruikt om kapotte genen te repareren

Slide 15 - Tekstslide

-Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.
Gentherapie:
Voor gentherapie worden cellen genetisch aangepast om een ziekte met een genetische oorzaak te genezen.




Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

-Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.
De voor en nadelen van genetische modificatie.

Is het corona virus ontsnap uit een chinees laboratorium?

Slide 18 - Tekstslide

Ben jij voor of tegen het gebruik van DNA modificatie. Leg uit waarom!

Slide 19 - Open vraag

-Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.
DNA-test:
-misdaad bestrijding: van wie is het bloed, de haar, de huidschilfers op de plaats delict.
-misdaad bestrijding: is dit vlees wel echt koeienvlees of is het paardenvlees?
-verwantschap: wie is mijn biologische vader?
-erfelijke ziekte opsporen: embryonaal onderzoek, maar ook op latere leeftijd mogelijk.
-verwantschap tussen soorten, hoe heeft het leven zich ontwikkeld (evolutie)





Slide 20 - Tekstslide

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt omschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaan.
-Je kunt omschrijven wat een mutatie is.

Voor mavo ook:
-Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven


Kun je bereiken door:
-De tekst van B3 (5.3), de samenhang en mavo ook die van B7 (5.7) te lezen en te bestuderen. 
-Te maken Basisstof 3 (5.3), de samenhang en mavo ook Basisstof 7 (5.7).
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Eind van de les nog 7 vragen in lessonup.

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting.
Ver genoeg gekomen met de opdrachten? 
Zo niet; noteer dan in je agenda wat je thuis nog moet doen.  

Wat heb je geleerd deze les, kun je de volgende vragen allemaal goed beantwoorden?
Zo niet: gebruik dan de volgende links om extra te oefenen.

Slide 22 - Tekstslide

Bij een moordzaak is een haar gevonden. Er zijn twee verdachten die allebei blond krullend haar hebben. Heeft het zin om een DNA test te doen?
A
Ja, want in haarcellen zitten ook genen over andere kenmerken van een persoon
B
Nee, want de haar die gevonden is, is dood
C
Nee, want in haarcellen zie je alleen genen met informatie over haar
D
Nee, want haar bevat geen DNA

Slide 24 - Quizvraag

Biotechnologie is al eeuwen oud
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Misdadigers kunnen vaak worden opgespoord door hun DNA te onderzoeken. Worden hierbij recombinant-DNA-technieken toegepast?
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quizvraag

Waarom worden er DNA technieken gebruikt?
A
Extra hormonen aanmaken buiten het lichaam
B
Onderzoek doen
C
Gentherapie (zieke mensen gezond maken)
D
DNA aanpassen

Slide 27 - Quizvraag

Wat is recombinant DNA-techniek?
A
als er mutaties in het DNA ontstaan
B
organismen gebruiken om voedingsmiddelen te maken
C
extra DNA in organisme stoppen zodat die extra eigenschap krijgt

Slide 28 - Quizvraag

Wat is crispr-cas voor techniek?
A
Bij crispr-cas worden wijzigingen aangebracht in bestaande genen van een organisme.
B
een voorbeeld van klassieke biotechnologie.
C
organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens zonder DNA verandering.
D
test dat DNA uit cellen onderzoekt.

Slide 29 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij de grote risico's van biotechnologie?
A
Dat er schadelijke bacteriën vrijkomen
B
Door inbouwen genen => dieren misvormd
C
Gezondheidsproblemen bij gebruik genetisch gemodificeerd voedsel
D
Dat het te duur wordt.

Slide 30 - Quizvraag

Dit is het einde van deze les.

In je agenda gezet wat je gaat of moet doen?

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.
  


Slide 31 - Tekstslide