H9.5 Zuur-basetitraties

H9.5 Zuur-basetitraties
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H9.5 Zuur-basetitraties

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt na afloop van de les:
  • met een gegeven voorschrift een zuur‑basetitratie
    uitvoeren (PO);
  • met behulp van een titratie de molariteit van een oplossing of het gehalte van een stof in een mengsel berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Kwantitatieve analyse
  • Titreren is een kwantitatieve analyse techniek.
  • Dus nauwkeurig werken met volumepipet, buret en maatkolf.
  • Je druppelt net zo lang een sterk zuur of base oplossing toe tot het omslagpunt.
  • In de buret kan zowel zuur als base zitten.



Slide 3 - Tekstslide

Aflezen buret
  • Een buretschaal heeft lage waarden
    boven en hoge waarden onder
  • De kromming in de vloeistofspiegel
    heet de meniscus
  • Je leest de buret af aan de onderkant
    van de meniscus, in twee decimalen




Slide 4 - Tekstslide

Titratie rekenen
Simon heeft een onbekende zoutzuur oplossing getitreerd met natronloog (0,1000 M). Hij had het loog in de buret bij een beginstand van 1,54 mL. Hij druppelt langzaam natronloog aan 10,00 mL van de zoutzuur oplossing toe, totdat zijn indicator (FFT) omslaat. Dan leest hij de buret weer af (45,07 mL).

Wat is de molariteit van de oplossing?

Slide 5 - Tekstslide

Titratie rekenen
Simon heeft een onbekende zoutzuur oplossing getitreerd met natronloog (0,1000 M). Hij had het loog in de buret bij een beginstand van 1,54 mL. Hij druppelt langzaam natronloog aan 10,00 mL van de zoutzuur oplossing toe, totdat zijn indicator (FFT) omslaat. Dan leest hij de buret weer af (45,07 mL).

Wat is de molariteit van de oplossing?

Slide 6 - Tekstslide

Verbruik

Slide 7 - Tekstslide

Titratie rekenen
Simon heeft een onbekende zoutzuur oplossing getitreerd met natronloog (0,1000 M). Hij had het loog in de buret bij een beginstand van 1,54 mL. Hij druppelt langzaam natronloog aan 10,00 mL van de zoutzuur oplossing toe, totdat zijn indicator (FFT) omslaat. Dan leest hij de buret weer af (45,07 mL).

Wat is de molariteit van de oplossing?

Slide 8 - Tekstslide

Titratie uitrekenen
n = 43,53·10-3 × 0,1000


n = 43,53·10-3 × 0,1000 = 4,353·10-3 mol OH-

De mol verhouding is: 1 mol OH- op 1 mol HCl
Dus er is ook 4,353·10-3 mol HCl


Slide 9 - Tekstslide

Titratie rekenen
Simon heeft een onbekende zoutzuur oplossing getitreerd met natronloog (0,1000 M). Hij had het loog in de buret bij een beginstand van 1,54 mL. Hij druppelt langzaam natronloog aan 10,00 mL van de zoutzuur oplossing toe, totdat  zijn indicator (FFT) omslaat. Dan leest hij de buret weer af (45,07 mL).

Wat is de molariteit van de oplossing?

Slide 10 - Tekstslide

Titratie rekenen





Antwoord: Het zoutzuur had een molariteit van 0,4353 mol L-1

Slide 11 - Tekstslide

En nu iets simpeler opgeschreven

  • 10,00 mL zoutzuuroplossing met onbekende concentratie.
  • 0,1000 M NaOH. Omslagpunt bij 43,53 mL
  • H+ + OH- --> H2O
  • Molverhouding 1 : 1
  • Mol H+ en OH- is bij omslagpunt gelijk, dus:


Slide 12 - Tekstslide

Maak opdracht 43

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de volgende opdrachten:
Leer HS9.5 (blz. 62-65)
Maak de vragen 43 t/m 48 (blz. 66-67)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.
Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.
Stel deze vragen de volgende les.

Slide 14 - Tekstslide