Voor deze opdracht werk je in tweetallen. Om de beurt kies je een foto van een insect op de volgende pagina. Je beschrijft dit insect in het Engels, zonder de naam van het dier te zeggen, en de andere raadt welk insect je aan het beschrijven bent.
Draai de rollen om en doe het dan nog eens.
Neem je gesprek op en lever dit in.
Bijvoorbeeld:
It has eight legs.
It has 4 eyes.
It is a scary animal.