Zakelijke e-mail

Lesdoel(en)
Aan het einde van deze les kan je: 
- De regels van een zakelijke e-mail toepassen;
- Uitleggen wat formeel en informeel is .
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel(en)
Aan het einde van deze les kan je: 
- De regels van een zakelijke e-mail toepassen;
- Uitleggen wat formeel en informeel is .

Slide 1 - Tekstslide

19 oktober 2024
Wat: Par. 1.4 zakelijke e-mail
Wanneer: 12:40-14:20
Hoe: Gezamelijk/ Zelfstandig werken
Klaar: Par. 1.4 opdrachten maken
HW: Par. 1.4 opdrachten maken
Taaldoel: Formeel en informeel

Slide 2 - Tekstslide

Een zakelijke 

e-mail

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een e- mail?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een persoonlijke en een zakelijke e-mail?

Slide 5 - Open vraag

Formele taal:
- Spreek de ander aan met u;
- Gebruik nette woorden;
- Schrijf in hele zinnen.


Zakelijke e-mail
Informele taal: 
- Je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. 
- Je schrijft vaak zoals je spreekt.

Persoonlijke e-mail

Slide 6 - Tekstslide

Drie soorten 'zakelijke e-mail'
  1. Solliciteren
  2. Informatie geven/vragen
  3. Klacht indienen

Slide 7 - Tekstslide

Zakelijke e-mail

  • Aan, 
  • Onderwerp:
  • Aanhef,
  • Inleiding
  • Kern
  • Slot
  • Afsluiting


Slide 8 - Tekstslide

De opmaak
  • E-mail adres
  • Vul het onderwerp in  (kort en bondig)
  • Aanhef
  • Inleiding
  • Kern / middenstuk
  • Slot
  • Slotformule
  • Naam

Slide 9 - Tekstslide

Aanhef
Geachte heer, mevrouw,
Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 10 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen
  • Een naam begint met een hoofdletter
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam                                                            - Geachte mevrouw Slaats,                                                                                                    - Geachte meneer Van Manen,                                                                                            - Geachte mevrouw Van de Ven, 

Slide 11 - Tekstslide

Inleiding
  • Je stelt jezelf voor.
  • De eerste zin begint NIET      met ik.
  • Je noemt de aanleiding van je e-mail.

Slide 12 - Tekstslide

Kern/middenstuk
  • De kern bestaat uit minimaal één alinea.
  • In deze alinea beschrijf je de verplichte punten uit de opdracht. 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken. 
  • Wat niet in de situatiebeschrijving staat, bedenk je zelf.
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 13 - Tekstslide

Slot
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 14 - Tekstslide

Slotformule en naam
  • Met vriendelijke groet,

  • Je voornaam en achternaam


Slide 15 - Tekstslide

Samenvattend: de regels voor een zakelijke e-mail        
Regel
Voorbeeld
Aan: het emailadres van de ontvanger
hgv@sgweredi.nl
Onderwerp: kort waar de mail over gaat.
Inhalen proefwerk
Aanhef: De naam v/d persoon voor wie de mail is bestemd
Geachte mevrouw De Jong,
Geachte heer, mevrouw, (indien naam onbekend is)
Zeg kort en duidelijk wat je wilt bereiken
Ik wil graag met u afspreken wanneer ik het proefwerk kan inhalen.
Zorg dat je taalgebruik zakelijk en beleefd is.
Hopelijk weet u een geschikt moment voor het inhaalproefwerk.
Slotformule
Met vriendelijke groet,


Slide 16 - Tekstslide

Geachte heer/ mevrouw,

Past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 17 - Quizvraag

'Hoi' past meer bij een...
A
E-mail naar je leidinggevende
B
E-mail naar een zakelijke collega
C
Persoonlijke e-mail
D
E-mail naar een bedrijf

Slide 18 - Quizvraag

In een zakelijke e-mail gebruik je formele taal.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Een zakelijke e-mail
A
Bestaat uit één alinea
B
Bestaat uit minimaal drie alinea's

Slide 20 - Quizvraag

Wat vermeld je in de inleiding van een zakelijke e-mail?

Slide 21 - Open vraag

Welk onderdeel hoort niet bij een zakelijke e-mail?
A
inleiding
B
kern
C
kop
D
slot

Slide 22 - Quizvraag

Hoe sluit je een zakelijke e-mail/brief af?
A
Toedels!
B
Groetjes,
C
Hoogachtend,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 23 - Quizvraag

Oefenen met een zakelijke e-mail 
Opdracht : 
- Open je mail in Magister en kies Nieuw bericht
- Vul de opmaak in zoals op het bord
- Stuur mij een mail over het huiswerk:
Je vertelt  in de mail waarom het niet gelukt is om je huiswerk op tijd af te hebben. En geef aan waarom je niet moet/kan nablijven.
- Je e-mail bestaat uit inleiding, kern en slot.
- Sluit je mail af met de slotformule 
( Met vriendelijke groet,)





Slide 24 - Tekstslide

Wat klopt er niet aan deze zin:
Kunnen jullie reageren op mijn vraag?
A
Deze zin is niet netjes
B
Vraagteken is niet nodig
C
Je schrijft altijd u.
D
Hij klopt wel!

Slide 25 - Quizvraag

Een zakelijke e-mail
A
Bestaat uit één alinea
B
Bestaat uit minimaal drie alinea's

Slide 26 - Quizvraag

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Hoi
B
Geachte
C
Hallo
D
Hi

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de afsluiting van een zakelijk e-mail?
A
MVG
B
Met vriendelijke groet,
C
mvgr.,
D
Doei

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef in een zakelijke e-mail?
A
Beste,
B
Hallo,
C
Geachte,
D
Goedemorgen,

Slide 29 - Quizvraag

De kern van een zakelijke e-mail heeft altijd maar één alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

In een zakelijke (beleefde) e-mail gebruik je formele taal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Het doel van een zakelijke e-mail is
A
Amuserend
B
Overtuigend of informatief
C
Activerend

Slide 32 - Quizvraag

In de tekst van een zakelijke e-mail gebruik je geen alinea’s.
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag