- Voeding op kamertemperatuur (koud zorgt voor kramp!)
- Verschillende soorten voeding: Polymere voeding, Oligomere voeding en monomere voeding, energieverrijkt, vezelrijk.
- Medicatie kan ook via de sonde
Slide 11 - Tekstslide
Medicatie via de sonde
Waar let je op?
- Op het recept aangeven dat het medicatie via sonde betreft, apotheek zorgt voor juiste toedieningsvorm. - Geen gecoate medicijnen fijnmalen tenzij apotheek aangeeft dat dit kan. - Sonde altijd naspoelen met lauw water i.v.m verstoppen
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Katheters kunnen van verschillende materialen gemaakt zijn, waaronder latex, pvc en siliconen. Ook zijn veel katheters bedekt met een extra laagje: een coating.
Latex--> hoge flexibiliteit, veel mensen zijn er overgevoelig/allergisch voor.
Silliconen--> Het materiaal is flexibel en zacht, maar duur.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Mogelijke complicaties
Pijn tijdens het inbrengen
Abnormale weerstand
Bloeding uit de blaas of urethra
Zorgvrager voelt zich niet goed, flauw vallen door verlies urine
Slide 21 - Tekstslide
Observatie na katheterisatie
Wanneer er te veel urine te snel afloopt: soort shock
dus nooit meer dan 500 ml in een keer laten aflopen (gebruik kocher )
Slide 22 - Tekstslide
Voorkomen urineweginfectie
Beperking duur katheter
Beperking aantal katheterisaties
Septisch werken (handhygiene)
Opvangsysteem gebruiken
Onbelemmerde afvloed van urine
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Wat is een stoma?
Een stoma is een chirurgisch aangelegde opening die een lichaamsholte verbindt met de buitenwereld.
We maken onderscheid tussen urostoma’s en darmstoma’s. Bij een urostoma komt urine door de kunstmatige uitgang naar buiten, bij een darmstoma is dit ontlasting.
Een stoma heeft geen sluitspier, dus ontlasting en urine kunnen niet worden opgehouden. Om de urine of ontlasting op te vangen is stomamateriaal nodig.
Slide 25 - Tekstslide
Anatomie
De dunne darm bestaat uit:
De twaalfvingerige darm--> duodenum
Nuchtere darm--> jejunum
Kronkeldarm--> Ileum
Slide 26 - Tekstslide
De dikke darm bestaat uit:
Blinde darm--> caecum
Karteldarm--> colon
Endeldarm--> rectum
Slide 27 - Tekstslide
Dubbelloops stoma
Slide 28 - Tekstslide
Enkelloops of eindstandig stoma
Slide 29 - Tekstslide
Indicatie stoma
Darmkanker of een verhoogd risico daarop
Familiaire adenomateuze polyposis (een erfelijke aandoening waarbij veel poliepen in de dikke darm voorkomen, deze poliepen vergroten de kans op kanker).
De ziekte van Crohn of colitis ulcerosa (aandoeningen waarbij het darmslijmvlies chronisch ontstoken is).
Neurologische aandoeningen die de prikkelgeleiding verstoren, waardoor klachten van obstipatie of incontinentie ontstaan.
Fistel (een onnatuurlijke verbinding tussen twee lichaamsholten, bijvoorbeeld tussen darm en blaas).
Diverticulitis (ontstoken uitstulpingen aan de buitenkant van de darm, deze uitstulpingen vergroten de kans op een darmwandperforatie).
Slide 30 - Tekstslide
Vervolg indicaties stoma
Obstructie of afsluiting van de darm, waardoor voedselpassage niet meer mogelijk is.
Tijdelijk na het aanleggen van een anastomose (het op elkaar aansluiten van twee darmuiteinden na het verwijderen van een stuk darm.
Het afsterven van darmweefsel (necrose) als gevolg van zuurstoftekort (ischemie) door een verstoorde bloedtoevoer.
Aangeboren afwijkingen: anusatresie (de anus ontbreekt of is niet goed aangelegd), ziekte van Hirschsprung of spina bifida (open ruggetje) waarbij de werking van de darmen verstoord kan zijn.
een traumatische beschadiging van de darmen.
Slide 31 - Tekstslide
Indicaties urostoma:
Blaaskanker
Een chronische ontsteking van de blaaswand (interstitiële cystitis).
Aangeboren afwijkingen, bijvoorbeeld spina bifida (open ruggetje, waarbij de werking van de blaas verstoord kan zijn).
Een traumatische beschadiging van de blaas.
Slide 32 - Tekstslide
Ileostoma
Kunstmatige uitgang van de dunne darm, meestal gemaakt van het laatste stukje van de dunne darm.
Als iemand een ileostoma krijgt, is de dikke darm vaak in zijn geheel verwijderd. Hierdoor wordt dus nauwelijks vocht onttrokken aan de darminhoud en is deze erg waterig.
Ook verliest de zorgvrager meer zouten, water en voedingsstoffen, omdat de dunne darm niet lang genoeg is om deze stoffen volledig op te nemen. Hoe meer dunne darm er verwijderd is, hoe groter het risico is op uitdroging of zouttekort.
Slide 33 - Tekstslide
Colostoma
Een colostoma is een kunstmatige uitgang van de dikke darm.
Bij een colostoma kan de lengte van de darm wisselen. Soms is alleen de endeldarm verwijderd, maar soms ook meer.
Als er meer darm verwijderd is, zal de ontlasting dunner zijn dan wanneer alleen de endeldarm verwijderd is. De uitgang van een colostoma ligt doorgaans links onder de navel.
Slide 34 - Tekstslide
Urostoma
Bij de aanleg van een urostoma wordt de blaas verwijderd of buiten werking gesteld. Meestal wordt gekozen voor een Bricker-stoma.
De chirurg gebruikt dan een stukje dunne darm van ongeveer 15 centimeter als nieuwe blaas.
Aan de ene kant hecht hij de urineleiders aan. Aan de andere kant leidt hij de dunne darm door de buikwand heen. De stoma steekt twee tot drie centimeter uit en vormt als het ware een kraantje.
Slide 35 - Tekstslide
Stomazorg
Een stoma moet iedere dag verzorgd en schoongemaakt worden.
Bij een ileo- en urostoma met een tweedelig opvangsysteem wordt geadviseerd de huidplaat twee tot driemaal per week te vervangen en het zakje elke dag een of twee keer.
Een ileo- en urostoma met een ééndelig opvangsysteem moet dagelijks vervangen worden. Daarbij kan het zakje meerdere malen per dag geleegd worden.
Bij een colostoma wordt het stomazakje niet geleegd, maar weggegooid. Het zakje mag tot vier keer per dag vervangen worden.
Slide 36 - Tekstslide
Eendelig systeem
De dunne huidplaat zit al aan het zakje vast
Verwissel het 1-3 keer per dag
Slide 37 - Tekstslide
Tweedelig systeem
De huisplaat kan in principe 2-3 dagen blijven zitten
Verwissel het zakje 1-3 keer per dag
Slide 38 - Tekstslide
Aandachtspunten
Verschoon het stomazakje indien deze voor 1/3de gevuld is.
Huidplaat kan gemiddeld 2 dagen blijven zitten.
Huidplaat 5 min van tevoren opwarmen.
’s morgens na het opstaan is het beste moment om het stomamateriaal te verwisselen.
Zorg dat de nieuwe huidplaat goed past: de opening mag maximaal 2 mm groter zijn dan de stoma.