Stomazorg

STOMA ZORG
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBO

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

STOMA ZORG

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Begrippen stoma's
  • Verschillende stoma's
  • Stoma materiaal 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een stoma?
  • Een stoma is een chirurgisch aangelegde opening die een lichaamsholte verbindt met de buitenwereld. 
  • We maken onderscheid tussen urostoma’s en darmstoma’s. Bij een urostoma komt urine door de kunstmatige uitgang naar buiten, bij een darmstoma is dit ontlasting. 
  • Een stoma heeft geen sluitspier, dus ontlasting en urine kunnen niet worden opgehouden. Om de urine of ontlasting op te vangen is stomamateriaal nodig.

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen
Colostoma, Ileostoma, urostoma, dubbelloops stoma, einstandig stoma,  

Slide 4 - Tekstslide

Anatomie
De dunne darm bestaat uit:
  • De twaalfvingerige darm--> duodenum
  • Nuchtere darm--> jejunum
  • Kronkeldarm--> Ileum

Slide 5 - Tekstslide

De dikke darm bestaat uit:
  • Blinde darm--> caecum
  • Karteldarm--> colon
  • Endeldarm--> rectum

Slide 6 - Tekstslide

De dunne darm is ongeveer... meter lang
A
1
B
2
C
5
D
10

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Dubbelloops stoma

Slide 9 - Tekstslide

Enkelloops of eindstandig stoma

Slide 10 - Tekstslide

Indicatie stoma
  • Darmkanker of een verhoogd risico daarop
  • Familiaire adenomateuze polyposis (een erfelijke aandoening waarbij veel poliepen in de dikke darm voorkomen, deze poliepen vergroten de kans op kanker).
  • De ziekte van Crohn of colitis ulcerosa (aandoeningen waarbij het darmslijmvlies chronisch ontstoken is).
  • Neurologische aandoeningen die de prikkelgeleiding verstoren, waardoor klachten van obstipatie of incontinentie ontstaan.
  • Fistel (een onnatuurlijke verbinding tussen twee lichaamsholten, bijvoorbeeld tussen darm en blaas).
  • Diverticulitis (ontstoken uitstulpingen aan de buitenkant van de darm, deze uitstulpingen vergroten de kans op een darmwandperforatie).

Slide 11 - Tekstslide

Vervolg indicaties stoma
  • Obstructie of afsluiting van de darm, waardoor voedselpassage niet meer mogelijk is.
  • Tijdelijk na het aanleggen van een anastomose (het op elkaar aansluiten van twee darmuiteinden na het verwijderen van een stuk darm.
  • Het afsterven van darmweefsel (necrose) als gevolg van zuurstoftekort (ischemie) door een verstoorde bloedtoevoer.
  • Aangeboren afwijkingen: anusatresie (de anus ontbreekt of is niet goed aangelegd), ziekte van Hirschsprung of spina bifida (open ruggetje) waarbij de werking van de darmen verstoord kan zijn.
een traumatische beschadiging van de darmen.

Slide 12 - Tekstslide

Indicaties urostoma:
  • Blaaskanker
  • Een chronische ontsteking van de blaaswand (interstitiële cystitis).
  • Aangeboren afwijkingen, bijvoorbeeld spina bifida (open ruggetje, waarbij de werking van de blaas verstoord kan zijn).
  • Een traumatische beschadiging van de blaas.

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer een ileostoma wordt aangelegd is de dikke darm vaak in zijn geheel verwijderd.
Stelling:
Hierdoor is het verlies aan ..... groter.
A
Zouten
B
Water
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande

Slide 14 - Quizvraag

Stelling:
Een kunstmatige uitgang van de dikke darm wordt ..... genoemd.
A
Colostoma
B
Ileostoma
C
Urostoma
D
Honolulu stoma

Slide 15 - Quizvraag

Een kunstmatige uitgang van de dunne darm wordt een ..... genoemd.
A
Colostoma
B
Ileostoma
C
Urostoma
D
Indiana Pouch

Slide 16 - Quizvraag

Ileostoma
  • Kunstmatige uitgang van de dunne darm, meestal gemaakt van het laatste stukje van de dunne darm. 
  • Als iemand een ileostoma krijgt, is de dikke darm vaak in zijn geheel verwijderd. Hierdoor wordt dus nauwelijks vocht onttrokken aan de darminhoud en is deze erg waterig. 
  • Ook verliest de zorgvrager meer zouten, water en voedingsstoffen, omdat de dunne darm niet lang genoeg is om deze stoffen volledig op te nemen. Hoe meer dunne darm er verwijderd is, hoe groter het risico is op uitdroging of zouttekort.

Slide 17 - Tekstslide

Colostoma
  • Een colostoma is een kunstmatige uitgang van de dikke darm. 
  • Bij een colostoma kan de lengte van de darm wisselen. Soms is alleen de endeldarm verwijderd, maar soms ook meer.
  • Als er meer darm verwijderd is, zal de ontlasting dunner zijn dan wanneer alleen de endeldarm verwijderd is. De uitgang van een colostoma ligt doorgaans links onder de navel.

Slide 18 - Tekstslide

Urostoma
  • Bij de aanleg van een urostoma wordt de blaas verwijderd of buiten werking gesteld. Meestal wordt gekozen voor een Bricker-stoma. 
  • De chirurg gebruikt dan een stukje dunne darm van ongeveer 15 centimeter als nieuwe blaas. 
  • Aan de ene kant hecht hij de urineleiders aan. Aan de andere kant leidt hij de dunne darm door de buikwand heen. De stoma steekt twee tot drie centimeter uit en vormt als het ware een kraantje.

Slide 19 - Tekstslide

Noem de indicaties voor het krijgen van een stoma:

Slide 20 - Open vraag

Tekst

hernia
Prolaps
necrose stoma
verzonken stoma
mooi stoma
stoma huidplooi

Slide 21 - Sleepvraag

hernia

Slide 22 - Tekstslide

Verzonken stoma

Slide 23 - Tekstslide

Prolaps

Slide 24 - Tekstslide

Stomazorg
  • Een stoma moet iedere dag verzorgd en schoongemaakt worden.
  • Bij een ileo- en urostoma met een tweedelig opvangsysteem wordt geadviseerd de huidplaat twee tot driemaal per week te vervangen en het zakje elke dag een of twee keer. 
  • Een ileo- en urostoma met een ééndelig opvangsysteem moet dagelijks vervangen worden. Daarbij kan het zakje meerdere malen per dag geleegd worden.
  • Bij een colostoma wordt het stomazakje niet geleegd, maar weggegooid. Het zakje mag tot vier keer per dag vervangen worden.

Slide 25 - Tekstslide

De uitgang van een colostoma bevindt zich doorgaans ....
A
Rechts onder de navel
B
Net boven de navel
C
Links onder de navel
D
Ter hoogte van de navel

Slide 26 - Quizvraag

Bij de aanleg van een Bricker-stoma wordt een stukje darm van 15 cm gebruikt als nieuwe blaas.

Stelling:
Dit betreft een gedeelte van de ..... darm.
A
Dikke
B
Dunne

Slide 27 - Quizvraag

Veel stoma's worden tijdelijk aangelegd.

Vraag:
Wanneer wordt een stoma definitief aangelegd?
A
Als de darmen moeten herstellen na een operatie
B
Na het verwijderen van een stuk dunne darm
C
Als de hele dikke darm verwijderd is
D
Na chirurgische vernauwing van de sluitspier

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Link

Eendelig systeem
De dunne huidplaat zit al aan het zakje vast
Verwissel het 1-3 keer per dag

Slide 30 - Tekstslide

Tweedelig systeem
De huisplaat kan in principe 2-3 dagen blijven zitten
Verwissel het zakje 1-3 keer per dag

Slide 31 - Tekstslide

Hulpmiddelen
Huid beschermers ( barrière crèmes, cavilon spray, removers)
Weg werp zakjes en stoma reinigingsdoekjes
Opvulringen, aandruk ringen, pasta’s


Slide 32 - Tekstslide

Aandachtspunten
  • Verschoon het stomazakje indien deze voor 1/3de gevuld is.
  •  Huidplaat kan gemiddeld 2 dagen blijven zitten.
  • Huidplaat 5 min van tevoren opwarmen.
  • ’s morgens na het opstaan is het beste moment om het stomamateriaal te verwisselen.
  • Zorg dat de nieuwe huidplaat goed past: de opening mag maximaal 2 mm groter zijn dan de stoma.

Slide 33 - Tekstslide

Irrigatie van de stoma
  • Een uur lang de darmen spoelen, zodat er  24-48 uur geen ontlasting is.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Slide 36 - Tekstslide