2. Oorzaken van criminaliteit en 3. Theorieën over criminaliteit

Maatschappijleer 

CRIMINALITEIT  
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijleer 

CRIMINALITEIT  

Slide 1 - Tekstslide

3. De wetenschap over criminaliteit
Leerdoelen. Aan het eind van deze les kun je:
  • de verschillende theorieën over criminaliteit benoemen.
  • bij een omschreven situatie (bron) uitleggen om welke theorie het gaat. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een theorie?
Wetenschappers hebben veel onderzoek gedaan naar crimineel gedrag. In dit hoofdstuk behandelen we theorieën die crimineel gedrag kunnen verklaren:
  • De aangeleerd gedragstheorie
  • Anomietheorie
  • Bindingstheorie
  • Rationele-keuze-theorie
  • Etikettentheorie
  • Neutraliseringstheorie

Een theorie is een verklaring voor dingen die om ons heen gebeuren.

Slide 3 - Tekstslide

Aangeleerd-gedragtheorie
Deze theorie gaat ervan uit de crimineel gedrag aangeleerd is.
  • Wanneer mensen in je omgeving (bijvoorbeeld ouders) crimineel gedrag vertonen, is de kans groter dat jij dat ook gaat doen.
  • Als vrienden of collega's het heel gewoon vinden om te stelen uit winkels of de belasting op te lichten, dan neem je dat gedrag eerder over.


Slide 4 - Tekstslide

Anomietheorie
Volgens de Amerikaanse socioloog Merton zullen sommige mensen uit de armere milieus eerder de criminaliteit in gaan. Zelf 'de top' bereiken en voldoende verdienen om dure spullen te kopen is lastig. 
Criminaliteit is dan aantrekkelijk om rijk en succesvol te lijken. 

Slide 5 - Tekstslide

De bindingstheorie
Mensen hebben bindingen met allerlei mensen. Bijvoorbeeld met familie, partner, vrienden en collega’s.
  • Omdat je je omgeving niet teleur wilt stellen, ben je minder snel geneigd crimineel gedrag te vertonen.
Mensen die minder bindingen hebben vertonen (gemiddeld) vaker crimineel gedrag.

Slide 6 - Tekstslide

Rationele-keuze-theorie
  • Volgens deze theorie kiezen mensen wat het voordeligst voor hen is. 
  • Als de pakkans klein is en het resultaat groot, dan zullen mensen eerder geneigd zijn om bijvoorbeeld iets te stelen. 

    'Gelegenheid maakt de dief.’ 

Slide 7 - Tekstslide

Etiketteringstheorie
  • Iemand die eenmaal een misdaad heeft begaan krijgt soms het etiket crimineel opgeplakt.
  • Sommigen mensen die het etiket crimineel opgeplakt hebben gekregen door hun omgeving, gaan zich daar vervolgens ook naar gedragen > je doet wat er toch al van je verwacht wordt. 'Eens een dief, altijd een dief'

De overheid zorgt d.m.v. van Taakstraffen bij Bureau Halt dat jongeren die iets verkeerd doen niet  te snel een stafblad (en dus een etiket) krijgen. 


Slide 8 - Tekstslide

Welke theorie?
Davey woont op een woonwagenkamp. Hij wordt regelmatig uitgescholden door kinderen uit het dorp. Davey wilde zijn best doen op school maar denkt soms dat mensen hem nooit voor vol aan zullen zien.
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Aangeleerd-gedragstheorie
D
Etiketteringstheorie

Slide 9 - Quizvraag

Welke theorie?
Bij Simon thuis staan altijd zakken vol spullen, meestal zijn het horloges maar soms ook sloffen sigaretten. De vader van Simon zegt dat deze 'van de vrachtwagen zijn afgevallen'. Toen Simon op school probeerde een aantal horloges door te verkopen moest hij met de directeur en de wijkagent gaan praten
A
Anomietheorie
B
Rationele-keuze-theorie
C
Aangeleerd-gedragstheorie
D
Etiketteringstheorie

Slide 10 - Quizvraag

Marcia reed dronken in haar auto. Toen de politie haar staande hield zei ze: “Ik rijd juist beter als ik gedronken heb.” Welke theorie verklaart dit criminele gedrag?
A
De etikettentheorie
B
De rationele-keuze-theorie
C
De neutraliseringstheorie
D
De bindingstheorie

Slide 11 - Quizvraag

Een combinatie van theorieën 
  • Het is niet zo dat er bij een misdrijf sprake is van één oorzaak. Vaak er is sprake van een optelsom van factoren.

Kijken: Welke theorieën voor crimineel gedrag herken je in het volgende videofragment?


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Aan de slag!
Maak in je werkboek:
-P. 3: Opdracht 1 t/m 10 op blz. 173 t/m 174

 
 

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video