In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H9: Criminaliteit
9.3 Theorieën over criminaliteit
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan je:
- het begrip theorie uitleggen.
- uitleggen welke verschillende theorieën er zijn.
- een mening vormen over of het crimineel gedrag aangeboren of aangeleerd is.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat is een theorie?
Wetenschappers hebben veel onderzoek gedaan naar crimineel gedrag. In dit hoofdstuk behandelen we theorieën die crimineel gedrag kunnen verklaren:
de aangeleerd gedrag theorie
anomie-theorie
bindingstheorie
rationele-keuze theorie
etiketteringstheorie
neutraliseringtheorie
Een theorie is een verklaring voor dingen die om ons heen gebeuren.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Aangeleerd-gedragtheorie
Deze theorie gaat ervan uit de crimineel gedrag aangeleerd is.
Wanneer mensen in je omgeving (bijvoorbeeld vrienden of ouders) crimineel gedrag vertonen, is de kans groter dat jij dat ook gaat doen.
De socioloog Sutherland bewees dat ‘brave jongeren’ door foute vrienden eerder crimineel werden.
Deze theorie gaat ervan uit dat crimineel gedrag nu eenmaal bestaat.
Slide 6 - Tekstslide
De bindingstheorie
Mensen hebben bindingen met allerlei mensen. Bijvoorbeeld met familie, partner, vrienden en collega’s.
Omdat je je omgeving niet teleur wilt stellen, ben je minder snel geneigd crimineel gedrag te vertonen.
Mensen die minder bindingen hebben vertonen (gemiddeld) vaker crimineel gedrag.
Alleen deze theorie gaat uit van een positief effect van de omgeving
Slide 7 - Tekstslide
Anomietheorie
Iedereen in onze westerse samenleving wil succesvol zijn.
Als je niet op een legale manier succesvol kan worden: doelen bijstellen of crimineel worden.
Politie kiest voor dan ook voor de 'patser'aanpak. Dure auto's/spullen in beslag nemen.
Slide 8 - Tekstslide
Johan heeft net verkering. Hij besluit om geen fietsen meer te gaan stelen omdat hij bang is dat zijn vriendin het dan zal uitmaken.
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Etiketteringstheorie
D
Gelegenheidstheorie
Slide 9 - Quizvraag
Rationele keuze theorie
Dieven maken een rationele keuze of de diefstal zich loont ja of nee. Dus: de gelegenheid maakt de dief. Hoe hoog is de pakkans bijvoorbeeld?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Je hebt geen geld, maar je wil wel status. Dus jat je een Stone Island jas. Dit past het beste bij de:
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Bindingstheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie
Slide 12 - Quizvraag
Welke theorie? Bij Simon thuis staan altijd zakken vol spullen, meestal zijn het horloges maar soms ook sloffen sigaretten. De vader van Simon zegt dat deze 'van de vrachtwagen zijn afgevallen'. Toen Simon op school probeerde een aantal horloges door te verkopen moest hij met de directeur en de wijkagent gaan praten
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Aangeleerd-gedragstheorie
D
Etiketteringstheorie
Slide 13 - Quizvraag
Welke theorie? Thea heeft haar opleiding niet afgemaakt. Ze is weggelopen van huis en heeft geen echte vrienden. Ze is pas op heterdaad betrapt bij een inbraak.
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Aangeleerd-gedragstheorie
D
Etiketteringstheorie
Slide 14 - Quizvraag
Etiketteringstheorie
Iemand die eenmaal een misdaad heeft begaan krijgt soms het etiket crimineel opgeplakt.
Sommigen mensen die het etiket crimineel opgeplakt hebben gekregen door hun omgeving, gaan zich daar vervolgens ook naar gedragen > je doet wat er toch al van je verwacht wordt.
De overheid zorgt dmv van Taakstraffen bij Bureau Halt dat jongeren die iets verkeerd doen te snel een stafblad (en dus een etiket) krijgen.
Etikettering
'Eens een dief, altijd een dief'
Slide 15 - Tekstslide
Neutraliseringstheorie
Volgens de neutraliseringstheorie praten criminelen hun gedrag vaak goed.
Zij ontkennen dat hun gedrag crimineel is. Voorbeeld:
'Ik jat alleen bij AH, dat is een groot bedrijf' of 'Ik sloeg hem in elkaar omdat hij raar naar mij keek' of "Iedereen doet dat"
Slide 16 - Tekstslide
Welke theorie? Davey woont op een woonwagenkamp. Hij wordt regelmatig uitgescholden door kinderen uit het dorp. Davey wilde zijn best doen op school maar denkt soms dat mensen hem nooit voor vol aan zullen zien.
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Aangeleerd-gedragstheorie
D
Etiketteringstheorie
Slide 17 - Quizvraag
Erik wordt betrapt op het stelen van een blikje Red Bull. ''Iedereen heeft dit wel eens gedaan, dus het is niet erg''.
A
Neutraliseringstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie
Slide 18 - Quizvraag
Welke theorie is dit voorbeeld van toepassing: "Robin heeft geleerd om eerst te slaan, en dan pas vragen te stellen. Dat heeft hij geleerd van zijn broer"
A
Aangeleerd gedragstherapie
B
Anomiettheorie
C
Bindingstheorie
D
Etikettentheorie
Slide 19 - Quizvraag
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen. Bij welke theorie hoort deze situatie?
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.
Bij welke theorie hoort deze situatie?
A
Etikettentheorie
B
Bindingstheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Anomietheorie
Slide 20 - Quizvraag
Aangeleerd gedragtheorie
Neutraliserings- theorie
Etikettentheorie
Anomietheorie
Rationele-keuze theorie
Jongeren schakelen hun schuldgevoel uit als ze in een groep strafbare feiten plegen.
Het plegen van een misdrijf is een weloverwogen keuze. Er wordt afweging gemaakt van kosten en baten.
Als iemand steeds 'crimineel' genoemd wordt, kan de persoon zich hier naar gaan gedragen.
Crimineel gedrag wordt aangeleerd in contact met mensen uit je eigen omgeving
Criminaliteit is het gevolg van de botsing tussen het willen behalen, maar niet kunnen behalen van de door de samenleving gestelde doelen.
Slide 21 - Sleepvraag
Een combinatie van theorieën
Het is niet zo dat er bij een misdrijf sprake is van één oorzaak. Vaak er is sprake van een optelsom van factoren.
Kijken: Welke theorieën voor crimineel gedrag herken je in het volgende videofragment?