het lidwoord (jaar 1)

1VWO
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

1VWO

Slide 1 - Tekstslide

1HAVO

Slide 2 - Tekstslide

BONJOUR ET BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 3 - Tekstslide

La tâche de début
Prenez ton livre, à la page 52.

Vertaal:
Les vacances
la piscine
le frère
la tente
le poisson
timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Aujourd'hui
  • La tâche de début
  • Source D, grammaire et écrire
  • Au travail! Faites les exercices 

Slide 5 - Tekstslide

Prenez ton portable
Log in via lessonup.app met je eigen naam.

Slide 6 - Tekstslide

L'article / Het lidwoord
In het Nederlands heb je 3 lidwoorden: DE, HET & EEN 
(bijvoorbeeld: HET boek, DE appel, EEN auto.)

In het Frans heb je er 5:
  • Le
  • la
  • les
  • un
  • une

Slide 7 - Tekstslide

LE
LA
frère
piscine
famille
soeur
fille
tente
France
chien
chat
poisson
jour
garçon
copain

Slide 8 - Sleepvraag

L'article / Het lidwoord
In het Frans zijn zelfstandig naamwoorden mannelijk of vrouwelijk.

Le = mannelijk enkelvoud                   (le frère, le garçon)
La = vrouwelijk enkelvoud                   (la fille, la sœur)
l' = klinkerbotsing                                   (l'ami, l'hôtel)
les = meervoud                                        (les frères, les filles, les amis)

In de woordenlijst (vocabulaire) staat er altijd le/la of (m)/(v)

Slide 9 - Tekstslide

Maak het woord meervoudig:
Le frère
A
les frère
B
les frères
C
l'frère
D
la frère

Slide 10 - Quizvraag

Maak het woord meervoudig:
Le jour
A
le jour
B
la jour
C
les jours
D
les jour

Slide 11 - Quizvraag

Maak het woord meervoudig:
la tente

Slide 12 - Open vraag

DE/HET
Le = mannelijk enkelvoud                   
La = vrouwelijk enkelvoud                  
l' = klinkerbotsing                                  
les = meervoud

EEN
UN = mannelijk enkelvoud
UNE = vrouwelijk enkelvoud                                  

Le frère = un frère (de/een broer)
La fille = une fille (de/een meisje)

LE --> UN
LA --> UNE



Slide 13 - Tekstslide

Verander de kat in een kat:

le chat
A
un chat
B
une chat
C
les chats
D
l'chat

Slide 14 - Quizvraag

UN
UNENEn
frère
piscine
famille
soeur
fille
tente
chien
chat
poisson
jour
garçon
copain

Slide 15 - Sleepvraag

Au travail!
Maak opgaven 16, 17, 18 & 19 op bladzijde 32 t/m 35.

Eerste 5 minuten in stilte, zonder vragen.
Na 5 minuten mag je samenwerken/overleggen.


Klaar? Leer de woordjes van A, B & C (bladzijde 52/54)


timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video