In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.
Sommige woorden bestaan uit een kernwoord en een voorvoegsel.
Het voorvoegsel is meestal geen echt woord, maar geeft het kernwoord een andere betekenis.
Bijvoorbeeld:
gebruiken - hergebruiken
je misdragen - je slecht gedragen
hersenloos - zonder hersens
waardeloos - zonder waarde
herexamen - opnieuw examen doen
non fictie - niet verzonnen