In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
sehen + hören üben
oefenen met kijk- en luisteropdrachten
Slide 2 - Tekstslide
Höre dir das Gespräch an.
Das Gespräch ist in 6 Fragmente unterteilt. Lies vor jedem Fragment die Behauptung und kreuze nach dem Hören an, ob die Behauptung richtig (R) oder falsch (F) ist.
Op de volgende sheets geef je aan of onderstaande beweringen
Richtig / Falsch zijn:
Tom en Hanna willen oma een computercursus cadeau geven.
Oma is met haar vriendinnen wezen winkelen.
Tom en Hanna vinden oma's gedrag een beetje raar.
Hanna wil als oppas geld gaan verdienen.
Oma betaalt Hanna's concertkaartje.
Oma heeft de loterij gewonnen.
Text II
Slide 3 - Tekstslide
1. Tom en Hanna willen oma een computercursus cadeau geven.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 4 - Quizvraag
2. Oma is met haar vriendinnen wezen winkelen.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 5 - Quizvraag
3. Tom en Hanna vinden oma's gedrag een beetje raar.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 6 - Quizvraag
4. Hanna wil als oppas geld gaan verdienen.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 7 - Quizvraag
5. Oma betaalt Hanna's concertkaartje.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 8 - Quizvraag
6. Oma heeft de loterij gewonnen.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Video
00:19
Hoeveel kilo worst eten de Duitsers gemiddeld per jaar?
A
13
B
20
C
30
D
50
Slide 11 - Quizvraag
01:12
Wat is een 'Metzger'?
A
bakker
B
slager
C
supermarkt
D
messenwinkel
Slide 12 - Quizvraag
01:20
Hoeveel worstsoorten zijn er?
A
100
B
200
C
1000
D
2000
Slide 13 - Quizvraag
01:58
Hoeveel vegetariërs zijn er in Duitsland?
A
7 duizend
B
7 miljoen
C
70 miljoen
D
17 miljoen
Slide 14 - Quizvraag
03:18
Welke worst is het populairst volgens het filmpje?
A
normale Bratwurst
B
vegetarische Bratwurst
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
00:17
Yara woont in Nederland.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 18 - Quizvraag
00:37
Noem drie drankjes die aangeboden worden.
Slide 19 - Open vraag
00:52
Ze wil een koffie met veel suiker en weinig melk
A
Richtig
B
Falsch
Slide 20 - Quizvraag
00:32
Wat zijn Kuscheltiere?
A
knutseldieren
B
poppen
C
knuffeldieren
D
zakdoeken
Slide 21 - Quizvraag
00:55
Hoeveel geld wordt er per jaar besteed aan Kuscheltiere?