Hoe prijs en beveilig je artikelen op een correcte manier?

Winkeldiefstal
1 / 32
volgende
Slide 1: Woordweb
RetailSecundair onderwijs

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Winkeldiefstal

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Hoe prijs en beveilig je artikelen op een correcte manier?

Slide 3 - Tekstslide


A
Kabeltag
B
Bottle cap
C
Kleurklem
D
Blisterverpakking

Slide 4 - Quizvraag


A
Safer
B
Bottle cap
C
Kleurklem
D
Hard tag

Slide 5 - Quizvraag


A
Kabeltag
B
Bottle cap
C
Kleurklem
D
Blisterverpakking

Slide 6 - Quizvraag


A
Open merchandise
B
Bottle cap
C
Elektromagnetisch etiket
D
Safer

Slide 7 - Quizvraag


A
Kabeltag
B
Bottle cap
C
Kleurklem
D
Blisterverpakking

Slide 8 - Quizvraag


A
Blisterverpakking
B
Open merchandise
C
Elektromagnetisch etiket
D
Safer

Slide 9 - Quizvraag


A
Open merchandise
B
Bottle cap
C
Elektromagnetisch etiket
D
Safer

Slide 10 - Quizvraag


A
Kabeltag
B
Bottle cap
C
Kleurklem
D
Safer

Slide 11 - Quizvraag

Werkboek pg.30
+ opdracht artikelbeveiliging

Slide 12 - Tekstslide

Prijsaanduiding

Slide 13 - Woordweb

Voordelen van het prijzen van artikelen voor de klant voor de winkelier.

Slide 14 - Tekstslide

De x kan de prijzen van artikelen onderling vergelijken.
A
De klant
B
De winkelier

Slide 15 - Quizvraag

De x kan tonen wat de prijsstelling is (hoe goedkoop het artikel is).
A
De klant
B
De winkelier

Slide 16 - Quizvraag

De x moet niet onderhandelen over de prijs.
A
De klant
B
De winkelier

Slide 17 - Quizvraag

De afhandeling bij de kassa verloopt sneller.

A
De klant
B
De winkelier

Slide 18 - Quizvraag

De x kan de kassabon thuis rustig nakijken.
A
De klant
B
De winkelier

Slide 19 - Quizvraag

De x is ervan overtuigd dat de juiste prijs betaald wordt.
A
De klant
B
De winkelier

Slide 20 - Quizvraag

De x zal bij drukte minder fouten maken.
A
De klant
B
De winkelier

Slide 21 - Quizvraag

Er kan nauwkeuriger gewerkt worden.
A
De klant
B
De winkelier

Slide 22 - Quizvraag

De prijs van een artikel moet niet telkens opnieuw berekend worden, waardoor fouten vermeden worden.
A
De klant
B
De winkelier

Slide 23 - Quizvraag

Artikelen kunnen op verschillende manieren geprijsd worden.
  • Voorprijzen
  • Omprijzen
  • Uitprijzen
  • Afprijzen
  • Opprijzen

Slide 24 - Tekstslide

Een artikel van een hogere prijs voorzien.
A
Voorprijzen
B
Opprijzen
C
Afprijzen
D
Uitprijzen

Slide 25 - Quizvraag

Een artikel van een
prijs voorzien.
A
Omprijzen
B
Opprijzen
C
Afprijzen
D
Uitprijzen

Slide 26 - Quizvraag

Een artikel van een lagere prijs voorzien.
A
Omprijzen
B
Opprijzen
C
Afprijzen
D
Uitprijzen

Slide 27 - Quizvraag

Een artikel een andere prijs geven door bijvoorbeeld een btw-verhoging of verlaging.
A
Afprijzen
B
Opprijzen
C
Omprijzen
D
Uitprijzen

Slide 28 - Quizvraag

De fabrikant voorziet het artikel al van een prijs.
A
Omprijzen
B
Voorprijzen
C
Afprijzen
D
Uitprijzen

Slide 29 - Quizvraag

Werkboek pg.32

Opdracht prijsaanduiding

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video