1T Woordenschat H6 woordbetekenis woordenboek

Wat gaan we vandaag doen:
  • Wat weten we nog van woordenschat H5?
  • We gaan vandaag weer werken aan H6
  • Doel van vandaag: De betekenis van een woord makkelijk opzoeken.
  • Uitleg woorden opzoeken woordenboek/ internet laatste vragen vorige les maken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen:
  • Wat weten we nog van woordenschat H5?
  • We gaan vandaag weer werken aan H6
  • Doel van vandaag: De betekenis van een woord makkelijk opzoeken.
  • Uitleg woorden opzoeken woordenboek/ internet laatste vragen vorige les maken

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we nodig voor H5

Woordenboek (als je er 1 hebt)
Je lesboek
internet

Slide 2 - Tekstslide

timer
1:00
Waar moet je op letten als je zoekt in een woordenboek?

Slide 3 - Woordweb

Zoeken in een woordenboek
Als je in een tekst een onbekend woord tegenkomt, kun je in de tekst naar de betekenis zoeken. In de vorige hoofdstukken heb je geleerd hoe je dat kan doen. Kan je de betekenis niet vinden in de tekst dan kan je een woordenboek of internet gebruiken.

Maar hoe zoek je iets op in een woordenboek?

Slide 4 - Tekstslide

Woord opzoeken woordenboek bij : 
  • het hele werkwoord (aangeschaft bij aanschaffen)
  • het enkelvoud van een woord ( certificaten bij certificaat)
  • de korte term van een woord (commerciële bij commercieel)
  • een deel van de samenstelling (gezondheidsrisico bij gezondheid en/of risico)

Slide 5 - Tekstslide

Meerdere betekenissen
Als je een woord opzoekt in een woordenboek of op het internet dan staan bij het woord vaak meerdere betekenissen. Je moet dan de betekenis zoeken die in de tekst past.

Slide 6 - Tekstslide

bijvoorbeeld: Als je tandvlees bloedt tijdens het poetsen, is het meestal ontstoken.

Slide 7 - Tekstslide

Bij welk woord zoek je in een woordenboek de betekenis
Tekst
1) Je ontvangt een e-mail waarin de bestelling wordt bevestigd.
2) Ik word gek van al die adviezen om gezonder te leven.
3) Heb je het nieuwe Facebookprofiel van meneer De Wit al gezien?
4) Tijdens de natuurkundeles deed de docent een experimentje.

Slide 8 - Open vraag

Welk zoekwoord gebruik je bij processen?

Slide 9 - Open vraag

Gezond eten heeft een positief effect op je lichaam en [geest].
Maak een zin waarin geest een andere betekenis heeft.

Slide 10 - Open vraag

Noteer een tegenstelling van [overgewicht] door een ander voorvoegsel te gebruiken.

Slide 11 - Open vraag

Zoek 3 verschillende betekenissen van [uitpakken]

Slide 12 - Open vraag

Zoals veel dingen moet je ook maat houden met het kauwen van kauwgom. Overmatig gebruik kan namelijk ook minder goed uitpakken. Zo bevat kauwgom vaak de zoetstof sorbitol. Als je te veel sorbitol binnenkrijgt, kan dit een laxerend effect hebben. Zo'n laxerend effect kan een ongezond gewichtsverlies veroorzaken.

Slide 13 - Tekstslide

Welk van de drie betekenissen van uitpakken past bij de vorige tekst?

Slide 14 - Open vraag

Welke betekenis kan je vinden van [bijna]?

Slide 15 - Open vraag

Frisdranken bevatten/ hechten veel meer suiker dan je denkt.
A
bevatten
B
hechten

Slide 16 - Quizvraag

Tim komt gunstig/regelmatig te laat thuis in het weekend.
A
gunstig
B
regelmatig

Slide 17 - Quizvraag

Vrijwel elke dag sporten heeft een gunstig effect/functie op je gezondheid.
A
effect
B
functie

Slide 18 - Quizvraag

Pizza's zijn heerlijk, maar je moet ze met mate / overmatig eten.
A
met mate
B
overmatig

Slide 19 - Quizvraag

Er zijn soms processen/ situaties op school waarin je je ongemakkelijk voelt.
A
processen
B
situaties

Slide 20 - Quizvraag

Weet jij een manier waarop je kunt ontspannen/ uitpakken voor de wedstrijd?
A
ontspannen
B
uitpakken

Slide 21 - Quizvraag

Kon je de vragen makkelijk maken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll