In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Test 10.4
Slide 1 - Tekstslide
Welke onderdelen van een bloem hebben vaak mooie, opvallende kleuren?
A
De kelkbladeren
B
De stamper
C
De kroonbladeren
D
De meeldraden
Slide 2 - Quizvraag
Het zaadbeginsel zit...
A
...op de stempel van de bloem
B
...in het vruchtbeginsel van de bloem
C
...in de stijl van de bloem
D
... bij de kelkbladeren van de bloem
Slide 3 - Quizvraag
Stempel
Stijl
Kroonblad
meeldraad
vruchtbeginsel
Kelkblad
zaadbeginsel
Slide 4 - Sleepvraag
Hoe heet het vrouwelijke voortplantingsorgaan van de bloem?
A
meeldraad
B
stamper
C
stempel
D
eicel
Slide 5 - Quizvraag
Hoe heet het mannelijke gedeelte van de bloem
A
Stempel
B
Stamper
C
Meeldraad
D
Helmhokje
Slide 6 - Quizvraag
Bij bestuiving komt stuifmeel op .... van een bloem
A
Het vruchtbeginsel
B
De kroonbladeren
C
De stijl
D
De stempel
Slide 7 - Quizvraag
Sleep naar de goede plaats
stempel
Bloem bodem
stijl
Vrucht beginsel
Eicel
Zaad beginsel
Slide 8 - Sleepvraag
De stamper van een bloem is?
A
Het mannelijke voortplantingsorgaan
B
Het vrouwelijk voortplantingsorgaan
Slide 9 - Quizvraag
Oeverkruid is een vrij zeldzaam plantje dat onder andere in de duinen voorkomt. Het groeit langs de rand van waterplassen en tot twee meter diep in het water. De lange, smalle bladeren staan in dichte rozetten. Aan planten boven water ontwikkelen zich in de bloeitijd meestal mannelijke bloemen en vrouwelijke bloemen. In de afbeelding is een vruchtje van de plant te zien. Enkele delen van de bloemen zijn met letters aangegeven. Welke letter geeft het deel aan waaruit een vruchtje groeit?
A
letter Q
B
letter R
C
letter S
Slide 10 - Quizvraag
Insectenbloem
Windbloem
geen kroonbladeren
nectarkliertjes
meeldraden in de bloem
maken veel stuifmeel
geur
felgekleurde kroonbladeren
stuifmeel kleverig
Slide 11 - Sleepvraag
Is een felgekleurde bloemkroon een kenmerk van een insectenbloem of een windbloem?
A
insectenbloem
B
windbloem
Slide 12 - Quizvraag
De meeldraden zijn groot en veervormig
A
Windbloem
B
Insectenbloem
Slide 13 - Quizvraag
Wat zie je hier? Een...
A
Windbloem
B
Insectenbloem
C
Een lelijke bloem
D
Dit is geen bloem
Slide 14 - Quizvraag
Een insectenbloem heeft heel veel stuifmeel, zo'n bloem heeft meer stuifmeel van dan een windbloem.
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van een windbloem?
A
weinig stuifmeel
B
grote stempel en meeldraden buiten de bloem
C
gekleurde kroonbladeren
D
stamper en meeldraden in de bloem
Slide 16 - Quizvraag
De grote bladeren (nr. 3) zijn kelkbladeren. Wat is juist?
A
Dit is een insectenbloem
B
Dit is een windbloem
C
Dit is een schimmelbloem
D
Dit is geen bloem
Slide 17 - Quizvraag
Is de paardenbloem een insektenbloem of een windbloem? (Heb je het antwoord fout, klik op het oogje)
A
Het is een windbloem
B
het is een insektenbloem
Slide 18 - Quizvraag
Stuifmeel is een oorzaak van hooikoorts. Meestal gaat het daarbij om stuifmeelkorrels die door de wind worden verspreid. Is een stuifmeelkorrel een mannelijke of een vrouwelijke voortplantingscel? En wordt een stuifmeelkorrel gemaakt in een stamper of in een meeldraad?Een stuifmeelkorrel is:
A
een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
B
een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.
C
een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
D
een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.
Slide 19 - Quizvraag
In de afbeelding is een schema van een bloem van een petunia getekend. Welk cijfer geeft de plaats aan waar de stuifmeelkorrels ontstaan?
A
6
B
4
C
3
D
2
Slide 20 - Quizvraag
Welke bloemen van de brandnetel kunnen zich tot vruchtjes ontwikkelen? (voor informatie zie plaatje)